De Israëliër Ronnie Barkan speelt al jaren een vooraanstaande rol in het verzet tegen de systematische onderdrukking en discriminatie van de Palestijnen. Vanuit zijn huidige woonplaats Berlijn roept hij op tot druk op Israël door middel van boycots, desinvesteringen en sancties (BDS).
In Israël wordt hij in brede kring beschouwd als landverrader. Adri Nieuwhof in gesprek met een niettemin optimistische mensenrechtenactivist: ‘De situatie zal veranderen, omdat wij de waarheid en het recht aan onze kant hebben.’
‘Ik hoor bij de geprivilegieerde groep’, zegt Ronnie Barkan als ik hem vraag zich voor te stellen. ‘Ik ben staatsburger van Israël. Mijn nationaliteit is volgens de wet joods, niet Israëlisch. Palestijnse Arabische landgenoten hebben een heel andere wettelijke status. Mijn privileges als lid van de joodse groep gaan ten koste van hen.’
Het is zijn weerzin tegen ongelijkheid die ten grondslag ligt aan zijn activisme, licht Barkan toe. Die ongelijkheid, onderdrukking zelfs, kenmerkt de Israëlische samenleving al sinds de stichting van de staat Israël in 1948: ‘De inheemse Palestijnse bevolking werd in 1948 verdreven. Zo werd een joodse meerderheid in het gebied geforceerd. De verdrevenen mochten nooit terugkeren. Zij die bleven werden op alle mogelijke manieren gediscrimineerd. Vanaf het begin is Israël ontworpen als apartheidsstaat.’
Barkan wijst op een recent VN-rapport, waarin wordt geconcludeerd dat Israël zich schuldig maakt aan de misdaad van apartheid, zowel in bezet Palestina als in Israël zelf. De publicatie van het rapport maakte een Israëlisch-Amerikaanse storm van woede, laster en chantage los, waarna VN-chef Guterres met knikkende knieën besloot het rapport te laten intrekken.
Barkans activisme kreeg vorm in de protesten tegen de ‘Afscheidingsmuur’ − alias ‘Annexatiemuur’ en ‘Apartheidsmuur’ − die Israël in 2002 besloot te bouwen langs de Groene Lijn, de wapenstilstandslijn van 1949. Probleem daarbij: Israël bouwde (en bouwt) de muur niet langs de lijn, maar grotendeels (diep) op Palestijns grondgebied. Barkan: ‘Samen met een handjevol Israëliërs en internationale activisten participeerde ik in Palestijnse protesten tegen de muur. Die werd op het land van Palestijnse dorpen gebouwd.’
In 2004 oordeelde het Internationaal Gerechtshof dat Israël niet gerechtigd was de muur op Palestijnse bodem te bouwen. Het diende het daar gebouwde deel af te breken en gedupeerden te compenseren. Israël trok zich er echter niets van aan, en Barkan kwam tot de conclusie dat het niet voldoende was om samen met Palestijnen te demonstreren: ‘We moesten ook in het buitenland oproepen de druk op Israël op te voeren om een einde te maken aan deze criminele praktijken, net zo lang tot het land het internationaal recht volledig naleeft.’
De gelegenheid daarvoor deed zich voor in 2005, toen de Palestijnse civil society de internationale gemeenschap opriep Israël door middel van boycots, desinvesteringen en sancties (BDS) te dwingen de rechten van de Palestijnen en het internationaal recht te respecteren. De zogeheten BDS-beweging heeft drie basiseisen: beëindiging van de Israëlische bezetting en kolonisering van Palestijns gebied, en ontmanteling van de muur; toekenning van gelijke rechten aan de Palestijnse burgers van Israël; en erkenning van het Palestijnse recht op terugkeer, zoals bepaald in VN-resolutie 194.
Hun sympathie voor de BDS-oproep bracht Barkan en mede-activisten er na enige tijd toe een eigen organisatie op te richten, bekend als Boycott from Within: ‘Israëli’s zoals Ilan Pappé en Tanya Reinhart, die opriepen tot een academische boycot van Israël, werden persoonlijk hard aangevallen. Daarom richtten wij met een kleine groep Israëli’s in 2008 Boycott from Within op. De leden konden zo met meer gewicht spreken en bovendien bood de groep enige bescherming. Personen die zich niet publiekelijk voor een boycot kunnen uitspreken, omdat familie of werkgevers dat niet accepteren, kunnen achter de schermen meedoen.’
Boycott! Supporting the Palestinian BDS call from within is de officiële naam van Boycott from Within. De organisatie steunt de Palestijnse BDS-oproep, en beperkt zich daarbij niet tot een boycot van de Israëlische ‘nederzettingen’ in bezet Palestina. Barkan: ‘De hele Israëlische economie is gebaseerd op winst maken over de ruggen van Palestijnen. Het zal moeilijk zijn om één Israëlisch bedrijf te vinden dat géén onderdeel is van dit systeem.’
Barkan en de zijnen hebben het in Israël zwaar te verduren. Wie pleit voor het respecteren van het recht kan erop rekenen voor staatsvijand te worden uitgemaakt. ‘Praten over mensenrechten in Israël betekent dat je als “links” wordt weggezet. “Links” is een vloek en maakt dat je als verrader wordt gezien’, zegt Barkan. ‘Rechtse Israëlische demonstranten roepen niet alleen “Dood aan de Arabieren!”, maar ook “Dood aan de linksen!” Joodse Israëli’s die opkomen voor de rechten van Palestijnen worden ook wel “Arabierenvriendjes” genoemd. Bij demonstraties werd soms geweld tegen ons gebruikt. Op een gegeven moment werden we bijna gelyncht.’
Als een van de zeldzame dienstweigeraars in Israël staat Barkan er helemaal gekleurd op. ‘Dienstweigeren wordt letterlijk als een daad van verraad beschouwd. Vanaf de kleuterschool worden wij geïndoctrineerd dat soldaat worden hét doel is voor Israëli’s. Dat maakt het niet makkelijk om dienst te weigeren. Je wordt als “parasiet” en “verrader” gezien. Toen ik eenmaal begreep dat ik mezelf alleen als verrader kon beschouwen als ik de mensheid zou verraden, was het minder moeilijk voor me.’
Niet alleen ‘linksen’ en dienstweigeraars worden in Israël als verrader beschouwd, zegt Barkan. ‘Iedereen die BDS steunt wordt in Israël gezien als iemand die bijdraagt aan de vernietiging van de staat. Men schrikt er niet voor terug hen gelijk te stellen aan nazi’s. Dat is de mentaliteit in het Israël van vandaag.’
Barkan roept de circa 330 overlevenden en nakomelingen van slachtoffers van de Holocaust in herinnering, die in 2014 publiekelijk Israëls moord op honderden Palestijnen in Gaza veroordeelden, onder meer met een advertentie in de New York Times. De in datzelfde jaar overleden Hajo Meyer voerde de namenlijst aan. Het gezelschap werd in Israël uitgemaakt voor ‘nazi-collaborateurs’.
‘Je wordt in Israël op geen enkele manier beschermd als je geen deel meer uitmaakt van “de groep”, zegt Barkan. ‘De commentaren aan mijn adres op Facebook spreken boekdelen: ik ben een verrader. Deze heftige reactie heeft ermee te maken dat ik uit Israël kom en het establishment recht in het gezicht zeg: “Ik ben voor BDS, tegen zionisme.” Daarmee zeg ik: “Ik hoor niet bij jullie, ik ben tegen jullie.”’
Israël heeft de BDS-beweging wereldwijd de oorlog verklaard, en met steun van de machtige ‘Israël-lobby’ met alle beschikbare middelen de strijd geopend. De methoden zijn dezelfde die in Israël tegen de ‘linksen’ worden gebruikt. Barkan vindt het bovenal een hoopvol teken. “De moeite die gedaan wordt om BDS wereldwijd te verbieden, al het geld dat wordt geïnvesteerd om te proberen mensen te intimideren, het is een indicatie dat we iets goed doen en effectief zijn. Maar de persoonlijke bedreigingen en de recente pogingen om BDS als “terreur” te labelen zijn natuurlijk zorgelijk. Het wordt echt lelijk, ook voor de geprivilegieerde groep waartoe ik behoor.’
En dan te bedenken, zegt Barkan, dat de BDS-beweging een basisbeweging is, ontstaan omdat politici niet doen wat zij behoren te doen. Zij weigeren, als het om Israël en de Palestijnen gaat, hun verplichtingen na te komen en het recht te handhaven. ‘Europese politici zijn bijvoorbeeld wettelijk gehouden de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Israël te bevriezen vanwege Israëls mensenrechtenschendingen. Dat doen ze niet, en daarmee maken ze zich medeplichtig aan die schendingen.’
Zo bezien is het geen wonder dat de BDS-beweging blijft groeien. Barkan constateert het met genoegen. ‘Het doet me goed dat wereldwijd steeds meer mensen zich uitspreken tegen de schending van de rechten van het Palestijnse volk, en de legitimiteit van de BDS-campagne begrijpen. Ik roep mensen op om mee te doen aan BDS-campagnes. Iedereen kan iets doen. Of het nu om een consumentenboycot of om een academische, culturele of sportboycot gaat.’
‘Nederlanders zouden bijvoorbeeld van hun regering kunnen eisen dat zij hen niet medeplichtig maakt aan Israëls schendingen door de associatieovereenkomst niet te bevriezen. Zij kunnen ook van hun pensioenfonds eisen zich terug te trekken uit bedrijven die betrokken zijn bij Israëls schendingen van het internationaal recht. Roep bijvoorbeeld massaal het ABP op om zijn investeringen in Israëlische banken terug te trekken. Die banken zijn allemaal betrokken bij de militaire bezetting van Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever, en bij de bouw van de illegale nederzettingen. Wie daarin investeert, investeert in de onderdrukking van de Palestijnen en in zeer grove schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht. En dat doet ABP met het geld van enkele miljoenen Nederlanders.’
Mogen we hopen, of zelfs veronderstellen, dat er een dag komt waarop Israël het recht zal respecteren en de Palestijnen vrijheid en gelijkheid zullen kennen? Barkan kent geen twijfel: ‘De situatie zal veranderen, omdat wij de waarheid en rechtvaardigheid aan onze kant hebben. En BDS zal een rol spelen bij het afbreken van de apartheid’, zegt hij zonder aarzeling.
‘BDS is geschikt voor de korte termijn, om de misdaden te stoppen. De BDS-beweging neemt geen positie in over de vorm die Palestina/Israël moet krijgen: één staat, twee staten, vijf staten… Het gaat ons om gelijkheid en democratie. Die zaadjes moeten worden geplant en daar werken we aan, ook in Israël. We moeten afrekenen met de verdeel-en-heers-politiek van een overheid die groepen tegen elkaar uitspeelt, zoals de ultraorthodoxe joden, de Mizrahi en de Ethiopische Falasha’s. We moeten laten zien dat ook zij door het zionisme worden onderdrukt, en niet alleen de Palestijnen. Voor het vinden van oplossingen moeten we gezamenlijk naar het systeem kijken, niet elkaar aanvallen.’
Ondanks alle ongure oppositie vinden Barkan en de zijnen in Israël langzaam enig gehoor: ‘Langzaam realiseren Israëli’s zich dat het bergafwaarts gaat met het land en dat het moet veranderen. Steeds meer mensen emigreren naar Berlijn omdat zij het in Israël niet langer uithouden.’
Buiten Israël is er zeker reden voor optimisme, stelt Barkan. ‘De eerst stap voor een transformatie is de erkenning dat Israël niet naast Palestina bestaat, maar er letterlijk bovenop is gebouwd, ten koste van de inheemse bevolking. Ik ben redelijk optimistisch over de toekomst omdat we het debat over Israël in korte tijd hebben kunnen beïnvloeden. Niemand die bij zijn volle verstand is kan nog beweren dat Israël een democratie is.’
Positieve ontwikkelingen doen zich op allerlei plaatsen voor, zegt Barkan. Neem het genoemde VN-rapport waarin de Israëlische apartheid aan de kaak wordt gesteld. Het is weliswaar met geweld onder het tapijt gestampt, maar de boodschap is er niet minder duidelijk om. Of neem het feit dat eerder deze maand de grootste Noorse vakbondsfederatie, met bijna een miljoen leden, de oproep tot BDS heeft onderschreven.
Zelfs in Duitsland, het land waar Barkan woont en dat tot de loyaalste bondgenoten van Israël behoort, ‘begint de zaak langzaam te schuiven’. Barkan licht toe: ‘Met een groep nam ik deel aan de 1 mei-demonstratie. We hadden een duidelijke BDS-boodschap. Die konden we uitdragen, hoewel BDS in Duitsland om historische redenen heel gevoelig ligt. Verder weigerde minister van Buitenlandse Zaken Sigmar Gabriel, tijdens zijn recente bezoek aan Israël, zijn ontmoeting met de “linkse” mensenrechtenorganisaties B’Tselem en Breaking the Silence af te zeggen, zoals premier Netanyahu woedend van hem eiste. Dit alles gebeurt nu in Duitsland, de vriend die Israël altijd op elke mogelijke manier zal steunen.’
Barkan wijst erop dat ook in landen als Canada en de VS opiniepeilingen een toenemende steun voor BDS laten zien. ‘En het is geruststellend dat de Amerikaanse organisatie Jewish Voice For Peace zich expliciet achter BDS heeft geschaard. Zij vertolken nu het krachtigste joodse geluid in de VS. Ze zijn groter dan pro-Israëlische lobbyclubs als AIPAC en J Street.’
‘En dan zijn er nog de Amerikaanse Anti-Defamation League en het Israëlische Reut Instituut, uitgesproken pro-Israël-organisaties die eerder dit jaar stelden dat de strijd tegen BDS faalt. Ongelofelijk maar waar: ondanks al het geld dat erin wordt gepompt, is Israël niet in staat BDS tegen te gaan. Het zijn allemaal tekenen dat tijden veranderen.’
Het probleem is allang niet meer de bezetting. Het probleem is het gedogen ervan.
Ramsey Nasr Schrijver / dichter / acteur