Paul Aarts

Paul Aarts is Midden-Oostenexpert en voormalig docent Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam.

25 augustus 2025 Lees meer over

Paul AartsOok zonder Netanyahu hebben de Palestijnen niks te verwachten van Israël

Een terugkerend argument inzake Israël en Palestina is dat premier Netanyahu ‘het probleem’ is. Maar dat is een illusie, stelt Paul Aarts. Al lang voor Netanyahu wilden Israëlische leiders niets van een Palestijnse staat weten. De kans dat de rechten van Palestijnen wel worden gerespecteerd en gehonoreerd in een post-Netanyahutijdperk is dan ook nihil.

Israëlische pantserwagens en soldaten omsingelen het vluchtelingenkamp in Jenin, op de Westelijke Jordaanoever. Daar, en in andere plaatsen op de Westoever, voert Israël een grootschalige militaire campagne uit. © SOPA Images Limited / Alamy Stock Photo

Als Benjamin Netanyahu en zijn extreemrechtse coalitiegenoten maar eens het veld zouden ruimen, dan zou de wereld er heel anders uitzien, niet alleen voor (joods) Israël zelf maar ook voor de Palestijnen. Dat is een veelgehoorde cri de coeur, zowel in Israël als daarbuiten. Maar klopt die aanname wel? Is Netanyahu werkelijk het probleem?

Bij al het gesteggel over de erkenning van de Palestijnse staat zou je haast gaan denken dat zo’n staat ook tot de mogelijkheden behoort. Niets lijkt minder waar als je kijkt naar de feiten op de grond: vernietiging en herbezetting van Gaza, voortgaande bouw van nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en sluipende annexatie. De mantra van de ‘tweestatenoplossing’ blijkt echter een hardnekkig bestaan te leiden.

Wat in de berichtgeving en menige analyse opvalt is een nostalgisch verlangen naar het ‘Oslo-tijdperk’ toen een onafhankelijke Palestijnse staat in de steigers stond – althans zo wordt het doorgaans voorgesteld. Konden we maar terug naar die tijd, naar de tijd van ‘duif’ Yitzhak Rabin, en konden we maar loskomen van genocidepleger Benjamin Netanyahu.

Het ‘Oslo-vredesproces’ heeft vanuit Palestijns perspectief dan ook weinig met ‘vrede’ te maken, maar moet eerder als een proces van capitulatie worden gezien.

Het is alom bekend dat Netanyahu gruwt van het idee dat er ooit zoiets als een Palestijnse staat naast Israël zou kunnen bestaan. Nou heeft Netanyahu niet het eeuwige leven. Hij is immers al bezig aan zijn achttiende jaar als Israëls langstzittende premier en zijn populariteit keldert vrijwel week na week. Zeker weten we het natuurlijk niet, maar eerder vroeg dan laat zal Netanyahu het veld ruimen.

Wat kunnen we tegen de achtergrond van het bovenstaande in een post-Netanyahu tijdperk verwachten? Is er meer kans op een onafhankelijke Palestijnse staat? Het antwoord op die vraag is niet lastig: die kans is nihil. En dat is niet alleen omdat de eerder genoemde feiten op de grond zoiets praktisch onmogelijk maken.

Land zonder Palestijnen

Belangrijker is de constatering dat er in Israël nou eenmaal – en niet pas sinds 7 oktober 2023 – geen ruimte is om zoiets ook maar onderwerp van discussie te maken. Zoals menig Palestijns en Israëlisch historicus heeft aangetoond gold er vanaf de begindagen van het zionisme in brede kring het adagium dat vreedzaam samenleven van Joden en Palestijnen onmogelijk was.

In 1919 reeds constateerde David Ben-Goerion, Israëls latere eerste premier, dat ‘het conflict met de Palestijnen onoplosbaar is’ en dat er gestreefd moest worden naar de verwerving van zoveel mogelijk grondgebied met zo weinig mogelijk Palestijnen. Deze en andere door de Israëlische journalist en historicus Tom Segev opgetekende uitlatingen van Israëlische politici – zoals Golda Meir, Yigal Allon, Moshe Dayan en Moshe Kol – spreken boekdelen.

Vanaf de begindagen van het zionisme gold er in brede kring het adagium dat vreedzaam samenleven van Joden en Palestijnen onmogelijk was.

Op dit moment is geen enkele Israëlische politicus van enig statuur bereid om gewag te maken van een Palestijnse staat. Dat geldt niet alleen voor Naftali Bennett, de grootste kanshebber om bij eventuele verkiezingen Netanyahu te verslaan. Hij windt er geen doekjes om als hij een Palestijnse staat een ‘suïcide-staat voor Israël’ noemt en ‘de wereld eraan zal moeten wennen dat Judea en Samaria [Westelijke Jordaanoever] Israëlisch zijn’.

Volgens Benny Gantz, de andere oppositieleider, hebben de Palestijnen hooguit recht op ‘twee gescheiden entiteiten’, onder blijvende Israëlische militaire supervisie. Hij is vanzelfsprekend mordicus tegen Israëls terugtrekking tot de grenzen van voor juni 1967.

Apartheidsstaat

Israël met Bennett of (minder waarschijnlijk) Gantz als premier zou in sommige opzichten een verademing zijn. De stijl van regeren zal anders zijn, met wellicht iets meer respect voor democratische spelregels, inclusief rechterlijke onafhankelijkheid. Winst zou ook zijn dat extreemrechtse partijen minder invloedrijk worden. Dat is allemaal winst. Maar daar houdt het dan ook op.

Er is geen enkele aanwijzing dat zo’n nieuwe regering met betrekking tot de Palestijnen een serieuze koerswijziging zou willen inzetten. Van een bereidheid om te spreken over een tweestatenoplossing is beslist geen sprake. Tenzij er een wonder gebeurt en de Amerikaanse regering Israël dwingt betekenisvolle concessies te doen, ligt het in de lijn der verwachtingen dat de op apartheid gebaseerde ‘éénstaatrealiteit’ een blijvertje zal zijn.

Dit opiniestuk verscheen eerder op 22 augustus 2025 in de Volkskrant.
© 2007 - 2025 The Rights Forum / Privacy Policy