Nederland dient de Israëlische aanval op zes prominente Palestijnse ngo’s zonder voorbehoud te veroordelen, en steun uit te spreken voor de bedreigde organisaties – aldus Amnesty, PAX, SOMO en The Rights Forum.
Het Israëlische ministerie van Defensie besloot op 19 oktober om zes Palestijnse organisaties tot terroristische organisaties te verklaren. De Israëlische autoriteiten hebben tot nog toe geen enkel bewijs geleverd om deze beschuldigingen te onderbouwen. Onder verwijzing naar de antiterreurwet uit 2016 kan Israël nu beslag leggen op kantoren en bezittingen van de mensenrechtenorganisaties en hun financiering onmogelijk maken. De Israëlische regering krijgt zelfs de mogelijkheid om medewerkers van deze organisaties te arresteren en gevangen te zetten.
Dit besluit past in een jarenlang patroon van repressie en ondermijning van Palestijnse organisaties en mensenrechtenverdedigers – via het invoeren van extreme ngo-wetgeving, onbewezen beschuldigingen tot duistere afluisterpraktijken. Zo onthulden Amnesty International en Frontline Defenders deze week nog dat de mobiele telefoons van mensenrechtenverdedigers, onder wie medewerkers van deze organisaties, gehackt zijn met door het Israëlische bedrijf NSO ontwikkelde spionagesoftware. Met deze ongekende aanval op het voortbestaan van prominente Palestijnse mensenrechtenorganisaties en hun individuele medewerkers gaat de Israëlische regering een grens over.
De zeer gerespecteerde organisaties documenteren mensenrechtenschendingen en klagen publiekelijk de gevolgen van de systematische Israëlische bezetting van de Palestijnen aan. Ze zijn al jarenlang partners van zowel Nederlandse ngo’s als het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Zo ontving Al-Haq in 2009 nog een Nederlandse mensenrechtenprijs (de Geuzenpenning). Ondanks de nauwe contacten tussen de Nederlandse overheid en deze organisaties en de uitzonderlijke scherpte van deze daad, blijft het oorverdovend stil. Nederland en de EU hebben zich niet eens verwaardigd publiekelijk te reageren.
Aantijgingen van terrorisme, zeker indien ze gebaseerd zijn op grond van niet publieke en niet te verifiëren informatie, mogen niet misbruikt worden om kritische organisaties de mond te snoeren. Eerder deze maand waarschuwde VN-rapporteur voor antiterreur en de bescherming van mensenrechten, Fionnuala Ni Aoláin, dat veel antiterrorismemaatregelen op gespannen voet staan met mensenrechten en de rechtsstaat. Zij betoogt dat het maatschappelijk middenveld juist essentieel is bij het aanpakken en voorkomen van terrorisme.
Ook Nederland ziet het maatschappelijk middenveld als onmisbaar voor een vrije en democratische samenleving. Mensenrechten vormen bovendien al decennia de hoeksteen van het Nederlandse buitenlandbeleid. Als deze beginselen Nederland ernst zijn, dan moet het onmiddellijk de ongefundeerde beschuldigingen van de Israëlische regering publiekelijk veroordelen als een ongeoorloofde inperking van het maatschappelijk middenveld, de Israëlische regering oproepen om het betreffende besluit met onmiddellijke ingang in te trekken en steun uitspreken voor het werk van de getroffen organisaties.
Als mensenrechten de internationale gemeenschap – dus ook Nederland – werkelijk aan het hart gaan dan past alleen een scherpe veroordeling van deze verregaande aanval op mensenrechtenorganisaties. Zo niet, dan zullen staten zich gesterkt voelen in de gedachte dat het criminaliseren van mensenrechtenorganisaties geen gevolgen heeft. Dat is het slechtst denkbare signaal.
Namens Amnesty Nederland, PAX, SOMO en The Rights Forum