Geachte bewindsman, wij vernemen dat de heer Benjamin Netanyahu, premier van Israël, op 19 januari ons land gaat bezoeken. Het vooruitzicht van zijn komst brengt beroering teweeg in de gelederen van de strijders voor het internationaal recht. Toen Netanyahu’s bezoek eerder voor november werd aangekondigd, betoogden sommigen dat deze bezoeker tot ongewenste vreemdeling moet worden verklaard en dus huiswaarts gestuurd.
Onder zijn verantwoordelijkheid worden immers tal van vergrijpen tegen het internationaal recht gepleegd. Tegen het Handvest van de Verenigde Naties, alsmede bindende resoluties van de Veiligheidsraad. Maar ook tegen een reeks van internationale verdragen tot de naleving waarvan de staat Israël zichzelf heeft verbonden. Het Verdrag van Genève betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd bijvoorbeeld. En nog heel wat andere, zoals het Verdrag inzake de rechten van het kind en het Anti-Folterverdrag.
Geen toegang verlenen dus aan deze bezoeker en al helemaal niet met rode lopers en champagne, naar veler oordeel. Arrestatie op Nederlands grondgebied zou ook een optie zijn, is wel gesuggereerd, al is dat wegens Netanyahu’s diplomatieke onschendbaarheid niet mogelijk.
Maar wij kiezen voor een andere bejegening. Regering en parlement moeten de komende ontmoeting met de heer Netanyahu aangrijpen om hem eens stevig de levieten te lezen. Onder meer ware de Israëlische premier deze vraag voor te houden: ‘Hoe kun je aandringen op hervatting van vredesbesprekingen met de Palestijnen over het verwezenlijken van de twee-statenoplossing (waarvan U gezegd hebt een voorstander te zijn) als je volop en zelfs in versneld tempo doorgaat met het bouwen en uitbreiden van nederzettingen in de nu al ruim veertig jaar bezette gebieden, Oost-Jeruzalem en de Westoever van de Jordaan? U wilt onderhandelen over een koek die U gretig bezig blijft zelf op te eten!’
Er zijn meer prangende vragen voor premier Netanyahu. De Europese Unie, ja ook Nederland, heeft de staat Israël bij herhaling aangemaand een einde te maken aan de wurgende blokkade van Gaza. Die dringende verzoeken heeft de premier telkens terzijde gelegd als een vogel die zich van water ontdoet door maar even met de veren te schudden. Hoe is deze hooghartige verwerping te verenigen met de niet aflatende pogingen van Israël en ook van U, dr. Rosenthal, om de betrekkingen van Israël met de EU nog verder op te schroeven? De betrekkingen van Israël met Nederland worden al in sneltreinvaart verdiept en verbreed, ongetwijfeld ook tijdens het aanstaande bezoek van premier Netanyahu, zonder dat U voorwaarden stelt met betrekking tot Israëls mensenrechtengedrag en opstelling in het vredesproces.
Veroorloof ons, dr. Rosenthal, U ook enkele suggesties voor te leggen die, indien gerealiseerd, het bezoek van de Israëlische premier waardevoller zouden kunnen maken. U maakt deel uit van de regering van een land dat zich niet alleen de bakermat, maar, met ongepast geworden trots, ook de hoeder en het brandpunt noemt van het internationaal recht. Verleen premier Netanyahu daarom nog een dag of wat extra gastvrijheid. Dat zou hem de gelegenheid bieden zijn opwachting te maken bij het in Den Haag residerende Internationaal Gerechtshof, om daar uiteen te zetten waarom Israël zich geen sikkepit aantrekt van de uitspraak van dat hof uit 2004 over de Muur, ook wel “scheidingsbarrière” genoemd.
Wellicht zou de heer Netanyahu in één moeite door ook een bezoek kunnen afleggen bij het Internationaal Strafhof. Daar kan hij uitleggen waarom de staat Israël zich, in tegenstelling tot alle lidstaten van de EU en heel veel andere landen, onttrekt aan de rechtsmacht van dat hof. En, waarom zoveel Israëli’s vrij rondlopen die met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid oorlogsmisdaden hebben gepleegd, zoals het doelbewust doden van Palestijnse burgers. Heel wat gevallen zijn door Israëlische mensenrechtenorganisaties gedocumenteerd.
Tijdens een nog wat langer verblijf in Nederland zou de premier van Israël tevens een voordracht kunnen houden voor een gezaghebbend publiek van bij ontwapening en wapenbeheersing betrokken toehoorders. Hierbij kan dan aan de orde komen waarom Israël al sinds decennia beschikt over een aanzienlijk arsenaal aan nucleair wapentuig, maar niet wil toetreden tot het Non-Proliferatie Verdrag. Het Instituut Clingendael of het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken zou hiervoor een podium kunnen bieden. Dan zou ook de vraag gesteld kunnen worden waarom Israël de oorlogstrom roert vis-à-vis Iran, terwijl het zelf geen enkel internationaal toezicht toestaat van zijn eigen atoomarsenaal, en ook niet van andere massavernietigingswapens die het bezit.
Laat ons dus de heer Netanyahu verwelkomen en hem in de gelegenheid stellen zich ook te verstaan met anderen dan bewoners van het Binnenhof. Zijn bezoek, ook elders dan daar, kan voor hemzelf en voor anderen leerrijke ervaringen opleveren.
Bovenstaande brief verscheen op 17 januari 2012 in Trouw.