De Amerikaans-Palestijnse journalist Mariam Barghouti, die werkt vanuit Ramallah op de Westelijke Jordaanoever, was kort in Nederland. The Rights Forum sprak met haar over journalistiek.

Barghouti: ‘Voor mij valt het mee door mijn Amerikaanse paspoort. Dat privilege om relatief makkelijk te kunnen reizen gebruik ik om de getuigenissen van Palestijnen naar buiten te brengen.’
Barghouti: ‘Het opvallendst is de intensiteit van alles. Ik denk niet dat mensen beseffen hoezeer de Israëli’s zich gesterkt voelen. Niet alleen het leger, de milities, maar Israël als geheel, als samenleving. Het is zó gewelddadig op de Westelijke Jordaanoever – het is een weerspiegeling van Gaza vóór de genocide. Het is een openluchtgevangenis en een laboratorium waar Israël zijn wapens test.’
Barghouti: ‘Ze zijn medeplichtig. Voordat we op de grond werden uitgewist, waren we op papier al uitgewist. In 2018 was in Gaza de Grote Mars van de Terugkeer, een langdurig en geweldloos protest [van Palestijnen die zo hun recht op terugkeer naar de dorpen waaruit ze in 1948 verdreven zijn, kracht wilden bijzetten]. Er werden autobanden verbrand, zodat mensen buiten Gaza hun S.O.S. zouden zien [en om de Israëlische scherpschutters het zicht te belemmeren]. Hoe is daar door de meeste westerse media over bericht? Het kreeg niet de urgentie die het verdiende.
‘De correspondenten die nu zeggen dat ze toegang tot Gaza willen, om eerlijk te zijn, wat een… [fluisterend] pieces of shit. Zo voel ik het. Want jij wás in Gaza in 2018. New York Times, CNN, BBC, ik weet dat ze er waren. Ze berichtten niet zoals ze hadden moeten doen, of hun hoofdredacteuren lieten het niet toe.’
Barghouti: ‘Schrijf op wat er gebeurt. Hoeveel mensen werden er beschoten? Hoeveel kinderen moesten een been laten amputeren? In plaats daarvan richtten ze zich op wat [de nu vermoorde Hamas-leider] Ismail Haniye zei, wat Hamas zei – zonder ze direct te quoten natuurlijk. Nu ook: zie je iemand de woordvoerder van Hamas quoten? Maar ze quoten graag woordvoerders van het Israëlische leger. Live zelfs; live leugens, zonder dat correspondenten of presentatoren ze corrigeren. Maar als een Palestijn praat, zijn er altijd redactionele ingrepen.’
Barghouti: ‘Het gaat terug tot 1948. Wat er veranderd is, is dat Palestijnen nu Engels spreken. We hebben het geleerd. Toen waren we boeren, hele simpele mensen zonder toegang tot de media. Nu spreken we Engels, en goed ook. Zo goed dat we jullie kunnen corrigeren. We kunnen jullie alternatieve woorden geven. En Covid bracht verandering. Toen er in 2021 een opstand uitbrak, konden internationale media niet komen en moesten ze ons, de Palestijnse journalisten, wel laten praten. En dat deden we goed en scherp.’
Barghouti: ‘Er is scepsis, maar ik zie het niet meer als mijn probleem. Ik verlies simpelweg het respect voor degene waarmee ik op dat moment praat en die mijn betrouwbaarheid in twijfel trekt.
‘Als ik ondervraagd word, benoem ik het: je vraag is een manipulatie van de werkelijkheid, je vraag propageert het Israëlische narratief, je vragen manipuleren je publiek. Kom terug als je iets echts, iets serieus wilt vragen. Als je vragen stelt alsof je de Israëlische geheime dienst bent, haak ik af. Dat doen sommige journalisten letterlijk he? Dat weet ik omdat ik ondervraagd ben door de Israëlische geheime dienst. Wat vind je van Hamas? Veroordeel je Hamas? Vind je dat Israël bestaansrecht heeft, dat Israëliërs het recht hebben te leven naast hun buren? Hun búren? De buren die ze net hebben vermoord, die buren bedoel je?’
Barghouti: ‘Nou, wees dan kritisch naar iedereen. Wat ze doen is de hele tijd één kant laten zien, namelijk de Israëlische. We vragen niet om een voorkeursbehandeling, wat we vragen is evenwichtige berichtgeving. Waarom wordt het Palestijnse perspectief maar in 10% van de berichtgeving genoemd als het om Israëlische aanvallen gaat? Waarom “sterven” Palestijnen en worden Israëliërs “vermoord door terroristen”?’
Barghouti: ‘Hou je aan de feiten zoals ze zijn en wees niet bang nieuwe taal te gebruiken. Zet bepaalde woorden niet weg als ‘activistisch jargon’, maar erken dat dit woordgebruik deel is van het menselijk discours en gebruik die taal zonder schroom. Genocide. Etnische zuivering. En stop met de term ‘terrorist’ als je die niet ook wilt toepassen op Israëlisch terrorisme. Geef context. Een Palestijn viel een bus aan in Jeruzalem — misschien moet je er dan bij vermelden dat zijn familie vorige maand is gedood, of dat hem zijn huis is afgenomen.
‘Mij wordt vaak gevraagd westerse journalisten advies te geven, maar weet je: doe gewoon je werk. Doe je werk zoals het gedaan hoort te worden. Voor ons is het al zo moeilijk om te overleven, en dan moeten we ook nog uitleggen hoe jullie zouden moeten berichten?
‘Weet je wat interessant is? Als het publiek maar een béétje weet wat er gaande is, gaan ze de straat al op, ook in Nederland. Maar mensen weten maar een fractie. Stel je voor wat er gebeurt als ze het hele verhaal weten. Dan steken ze het parlement in brand. Dat is beangstigend, en daarom vertellen de media het hele verhaal niet. Zó erg is het.’
Barghouti: ‘Elke dag. Maar waar naartoe? Naar een wereld die het oké vindt dat we worden vermoord? Naar een medeplichtige Arabische wereld? Ik word liever thuis vermoord.’
Barghouti: ‘Ik draag het altijd. Als ik word vermoord, laat het dan duidelijk zijn dat ze moedwillig een journalist vermoordden. En ik moet het dragen als bescherming, het hoort bij mijn werk. Ze schieten ook op burgers dus ik kan maar beter iets dragen dat de kogels stopt.’
Dit interview werd eerder gepubliceerd op Villamedia, de site van de NVJ.