Israëlische universiteiten fungeren als propagandakanaal voor Israëls regime van bezetting en kolonisering. Zodoende droegen zij bij aan het klimaat waarin Gaza kon worden verwoest. Nederlandse studenten eisen terecht dat de relatie met hen wordt verbroken.
In navolging van de VS en Europese landen barstten afgelopen week ook in Nederland protesten van studenten los tegen hun eigen universiteiten. Overal wordt geëist dat die hun samenwerking met Israëlische universiteiten verbreken en zich uitspreken tegen de Israëlische misdaden in Gaza. Zoals zij dat zo resoluut deden toen Rusland Oekraïne binnenviel.
Nederlandse universiteiten worden al zeker twintig jaar aangesproken op hun relaties met Israëlische academische partners. De reden daarvoor is bekend: samenwerken met een regime van bezetting en kolonisering, en met de instituties en instellingen die dat schragen, leidt tot medeplichtigheid. Er bestaat geen excuus voor.
Het recent verschenen boek Towers of Ivory and Steel – How Israeli Universities Deny Palestinian Freedom bevestigt die conclusie. Daarin beschrijft de Israëlische academisch onderzoekster Maya Wind de veelkoppige, institutionele vervlechting van de Israëlische universiteiten met het nationale militair-industriële complex, en met het regime van bezetting, kolonisering en apartheid dat Israël over de Palestijnen uitoefent.
Van 13 tot 17 mei geeft Wind lezingen over het onderwerp op de universiteiten van Nijmegen, Utrecht, Leiden, Amsterdam en Rotterdam. In aanloop daarnaar publiceerden NRC en Trouw een interview met haar. Wind’s boek, interviews en met name haar lezingen zijn verplichte kost voor de besturen en faculteiten van de Nederlandse universiteiten.
De symbiose tussen de Israëlische universiteiten en het regime weerspiegelt zich in hun rol sinds de aanslag van Hamas op 7 oktober 2023. Van Israëls wetenschappelijke instellingen mocht verwacht worden daar terughoudend en genuanceerd op te reageren, zich verre houdend van propaganda en escalatie. Het tegendeel is gebeurd. De universiteiten hebben zich gedragen als megafoon van het Israëlische regime, en zo het klimaat helpen scheppen waarin Gaza verwoest kon worden.
Dat blijkt uit de verklaringen die de negen belangrijkste Israëlische universiteiten vanaf oktober 2023 hebben uitgebracht. Al in de eerste werd de aanslag van Hamas van zijn essentiële context ontdaan, om zo ruimte te creëren voor de regeringspropaganda zoals die door onder meer president Yitzhak Herzog en premier Benjamin Netanyahu de wereld in werd geslingerd.
In hun verdere verklaringen bleven de universiteiten de oorlogsretoriek van het Israëlische regime verspreiden dat de weg plaveide voor de humanitaire catastrofe en mogelijke genocide in Gaza. Daarin staat de dehumanisering van de vijand centraal, als barbaren onder wie zich ‘geen goede mensen’ bevinden. Volgens de universiteiten is sprake van een strijd tussen ‘licht en duisternis’, waarin Palestijns verzet gelijk staat aan Islamitische Staat, de Taliban en Al-Qa’ida.
Die strijd tussen ‘licht en duisternis’ heeft er onder meer toe geleid dat alle elf Palestijnse universiteiten van Gaza van de kaart zijn geveegd, alsmede 408 van de 563 scholen. Ruim 6.400 Palestijnse studenten en driehonderd docenten en andere stafleden zijn gedood. Hoe enorm ook, de Israëlische universiteiten besteedden er in hun verklaringen geen letter aan, laat staan dat zij hun Palestijnse collega’s te hulp schoten. In Gaza leven nou eenmaal ‘geen goede mensen’, aldus de eigen propaganda.
De Israëlische universiteiten bestoken vooral hun internationale vakgenoten, ongetwijfeld ook de Nederlandse. Die krijgen het agressieve Israëlische narratief opgedrongen. Dat schrijft onder meer voor dat pro-Palestijnse leuzen verboden moeten worden en dat Israël geen ‘onderdrukker’ mag worden genoemd.
Ook de studentenprotesten in de VS moeten het ontgelden – dit in lasterlijke termen als ‘haatgroepen’, ‘gesteund door terreurorganisaties’, en wilde beschuldigingen van antisemitisme. De ophitsing reikt zelfs nog verder: de Israëli’s adviseren in ‘extreme situaties’ de inzet van ‘onconventionele middelen’ op Amerikaanse campussen.
Deze realiteit logenstraft de bewering dat Israëlische universiteiten neutraal zijn, geen politiek bedrijven en los staan van het regime. Zij voeren een uitgesproken politieke lobby om de slachting in Gaza voor de wereld aanvaardbaar te maken, en om te zorgen dat pro-Palestijnse protesten tegen elke prijs bestreden worden. Desnoods met geweld of inperking van burgerrechten, zoals dat in Israël zelf de standaard – en zelfs een exportproduct – is.
Nederlandse universiteiten zijn tot het uiterste gegaan om hun relaties met Israëlische universiteiten overeind te houden. Daarin past het jarenlange frustreren – of zelfs verbieden – van debatten. Daarin past ook hun obstructie tegen het Wob-verzoek waarmee wij begin 2022 inzage vroegen in die relaties. Ruim twee jaar – en een door ons gewonnen rechtszaak – later hebben de universiteiten de gevraagde informatie nog steeds niet volledig vrijgegeven.
Om hun relaties met Israëlische universiteiten voort te kunnen zetten, presenteren de Nederlandse universiteiten irrelevante argumenten. Zo zouden de Israëlische partners met wie wordt samengewerkt ‘tegen Netanyahu zijn’. Onduidelijk is wat dat te maken heeft met het decennia durende onrecht waar de universiteiten aan hebben bijgedragen, en nog bijdragen. Een excuus voor samenwerking is het zeker niet.
Andere non-argumenten zijn: ‘We werken niet in bezet gebied’, ‘Ons project komt niet ten goede aan de onderdrukking van de Palestijnen’ en ‘Projecten hebben niets te maken met de gevoelige politieke situatie’. Dat moest er nog bijkomen, is de enige zinnige reactie daarop. Ten eerste zijn alle Israëlische universiteiten actief in bezet gebied. Nederlandse kennis zal daar zonder twijfel direct of indirect aan bijdragen. Ten tweede vormen individuele projecten niet het criterium. Dat Nederlandse universiteiten samenwerken met een bezettingsregime, en dat regime legitimiteit verschaffen, is een dieprode lijn die iedereen hoort te herkennen én erkennen. Zoals dat ten opzichte van Rusland direct gebeurde, merken we opnieuw op.
Dat het geduld bij de Nederlandse studenten en universitaire staf op is, valt goed te begrijpen. Hun eisen genieten brede steun, binnen en buiten de universitaire wereld. En er wordt voor het eerst naar geluisterd. Afgelopen weekend zegde de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag een samenwerking af met een Israëlische academie. Dat andere Nederlandse instellingen dit voorbeeld zullen volgen lijkt onvermijdelijk.