Zijn reactie bevestigt de minachting van de regering voor de internationale rechtsorde en het lot van de Palestijnen. De Nederlandse steun voor Israël heeft uitzinnige proporties aangenomen
De Nederlandse premier Dick Schoof reageerde afgelopen week op X op de hervatting van Israëls genocide in de Gazastrook. Wat schreef hij wel, en wat niet? Een analyse.
Waar Schoofs reactie op neerkomt is ‘Laat de hel maar losbarsten, van ons zul je geen last hebben’. Het is een carte blanche voor de Israëlische genocide die zich onder onze ogen voltrekt, en een nieuwe bevestiging van Nederlands medeplichtigheid. Want Schoof weet heel goed dat Israël zich helemaal niets van zijn rituele ‘oproep’ zal aantrekken. Zo werkt het spel tussen Nederland en Israël al decennia.
Daarom ook rept de premier met geen woord over het internationaal recht, noch over de door het Internationaal Gerechtshof tot drie maal ingestelde bindende maatregelen om genocide te voorkomen. Laat staan dat hij Israël aanspreekt op de schending ervan, of het land herinnert dat het zich voor 18 september 2025 moet hebben teruggetrokken uit bezet Palestina. Het vastpinnen van Israël op zijn verplichtingen wordt uit alle macht vermeden.
Dit te meer daar het internationaal recht ook verplichtingen voor Nederland inhoudt, zoals het instellen van een handelsverbod en het staken van de militaire samenwerking met Israël – het land waarvan de minister van Defensie, Israël Katz, vorige week nog de ‘totale vernietiging’ van Gaza aankondigde.
In de Tweede Kamer stelde Schoof dat de ‘kabinetslijn’ hem weerhoudt van het veroordelen van het nieuwe Israëlische geweld. Daarmee verklaart hij de ondermijning van de rechtsorde letterlijk tot officieel regeringsbeleid, en schendt de premier – in strijd met zijn ambtseed – artikel 90 van de Grondwet. Eerder beschreven we hoe zijn kabinet Nederland medeplichtig heeft gemaakt aan de Israëlische genocide. Zo heeft de traditionele Nederlandse steun voor Israël uitzinnige proporties aangenomen.