Nederlandse financiële instellingen investeren miljarden in illegale Israëlische kolonisering

Negen Nederlandse financiële instellingen investeerden de afgelopen drie jaar 12,5 miljard euro in bedrijven die betrokken zijn bij de illegale Israëlische kolonisering van Palestijns gebied. Dat blijkt uit het maandag verschenen rapport ‘Don’t Buy Into Occupation’.

Een jaar geleden stuurde The Rights Forum, mede uit naam van vele sympathisanten, deze nieuwjaarskaart aan de pensioenfondsen ABP en PFZW. Die is nog altijd actueel, blijkt uit het rapport ‘Don’t Buy Into Occupation’.

Het rapport, het tweede in zijn soort, werd samengesteld door een internationale coalitie van 24 ngo’s, waaronder drie Nederlandse: vredesorganisatie PAX, BankTrack en The Rights Forum. De coalitie deed onderzoek naar de financiële banden tussen Europese investeerders en bedrijven die actief zijn in de Israëlische nederzettingeneconomie, in de periode van 2019 tot augustus 2022. Daarbij werden 725 Europese financiële instellingen geïdentificeerd met een totale investering van ruim 272 miljard euro in vijftig van dergelijke bedrijven. De investeringen zijn in detail te bekijken in een door de onderzoekers ontwikkelde database.

Nederlandse betrokkenheid

Tot die 725 Europese instellingen behoren negen Nederlandse banken, pensioenfondsen, verzekeraars en vermogensbeheerders. Met een geïnvesteerd vermogen van bijna zeven miljard euro staat ING op de tiende plaats van grootste Europese kredietverstrekkers. Pensioenfonds ABP investeert ruim anderhalf miljard, gevolgd door miljoeneninvesteringen door Rabobank en ABN Amro, pensioenfonds PFZW, verzekeraar Aegon en vermogensbeheerders MN Services, Cardano Group en Van Lanschot Kempen.

In dit rijtje is ABP, het pensioenfonds van de overheid, de opvallendste naam. Immers, de Nederlandse overheid voert officieel een ‘ontmoedigingsbeleid’ waar het gaat om zaken doen met en in de Israëlische kolonies (‘nederzettingen’). Maar terwijl het ministerie van Buitenlandse Zaken al jaren zegt dat het bedrijven ontmoedigt, investeert het pensioenfonds van de overheid er vrolijk op los in bedrijven die zich daar niets van aantrekken.

Illegale praktijk

De Israëlische nederzettingen zijn illegaal onder internationaal recht. Desondanks zijn honderden Israëlische en internationale bedrijven nauw betrokken bij de bouw en uitbreiding ervan: ze leveren de bulldozers waarmee Palestijnse huizen worden gesloopt, leggen wegen en telefoonnetwerken aan of stimuleren de economie door bijvoorbeeld toeristische accommodaties aan te bieden.

In 2020 publiceerde de VN een lijst van 112 bedrijven die door dergelijke activiteiten een groot risico lopen om bij te dragen aan mensenrechtenschendingen in de bezette Palestijnse gebieden. Ook het Israëlische onderzoekscentrum Who Profits kent een dergelijke database. Daarin staan bijvoorbeeld het grote Duitse bouwbedrijf Heidelberg Materials, het Amerikaanse communicatiebedrijf Motorola, maar ook het van huis uit Nederlandse Booking.com. Investeringen in dergelijke bedrijven gelden logischerwijs als taboe.

Mensenrechten

Volgens internationale standaarden als de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en de OESO-richtlijnen dienen banken en beleggers ervoor te zorgen dat de bedrijven waarin zij investeren niet betrokken zijn bij schendingen van mensenrechten. Zij moeten in gesprek gaan met dergelijke bedrijven of, als dat niets oplevert, hun investeringen beëindigen. Op papier committeren de onderzochte financiële instellingen zich aan deze verantwoordelijkheid, maar de praktijk loopt daar ver bij achter, aldus Thomas van Gool van vredesbeweging PAX:

De ernstige en structurele mensenrechtenschendingen die plaatsvinden in de bezette gebieden zijn lang en breed bekend. Wij wijzen de Nederlandse financiële instellingen op hun verantwoordelijkheid en roepen hen op om te stoppen met investeren in bedrijven die actief zijn in de nederzettingeneconomie in de bezette gebieden.

Meten met twee maten

De onderzoekers wijzen ook op de consequente handelwijze van financiële instellingen om direct na de Russische inval in Oekraïne hun Russische investeringen te beëindigen. Dat staat in schril contrast met de handhaving van hun investeringen in de Israëlische bezettings- en koloniseringseconomie. Directeur Gerard Jonkman van The Rights Forum hekelt dat meten met twee maten:

Steeds weer blijkt dat onderscheid wordt gemaakt tussen slachtoffers. Oekraïeners worden terecht op grote schaal geholpen, maar voor Palestijnen die al 55 jaar lijden onder illegale bezetting en kolonisering worden andere maatstaven gehanteerd. Ze worden niet alleen aan hun lot overgelaten, maar bovendien wordt daarin geïnvesteerd – veelal door dezelfde instellingen die hun Russische investeringen beëindigden.

Toch zijn er lichtpunten. Afgelopen jaar heeft een aantal bedrijven het goede voorbeeld gegeven. Zo sloot het Amerikaanse General Mills een fabriek die gevestigd was in een illegale nederzetting en kondigde Ben & Jerry’s aan te stoppen met de verkoop van producten in de bezette Palestijnse gebieden. Ook kondigden de twee grootste pensioenfondsen van Noorwegen desinvesteringen aan uit bedrijven die betrokken zijn bij de nederzettingen.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy