Met onder andere: Europees protest tegen Israëlische bouwplannen, Palestijnse religieuze plekken herhaaldelijk onteerd, en de Knesset stemt tegen opnemen gelijkheid burgers in Basiswet.
Op 30 juli hebben de Europese Unie (EU) en vijftien Europese landen in een brief aan het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken kritiek geuit op Israëlische plannen om nieuwe woningen te bouwen in kolonies (‘nederzettingen’) in Oost-Jeruzalem. Het gaat om woningen in de nederzetting Givat Hamatos in het zuidoosten van Jeruzalem en het gebied E1 (East One), pal ten oosten van Jeruzalem. In de brief wordt herhaald dat de Israëlische nederzettingen in strijd zijn met het internationaal recht, en benadrukken de ondertekenaars dat het uitvoeren van de bouwplannen in dit ‘strategisch gevoelige gebied’ een ‘verwoestende impact’ zal hebben op een toekomstige Palestijnse staat. Ook een meerderheid van de Tweede Kamer heeft zich in het verleden uitgesproken tegen het bouwen van nederzettingen in gebied E1. Toenmalig CDA Buitenlandwoordvoerder Omtzigt noemde het bouwen van nederzettingen in gebied E1 in juni 2013 al een rode lijn die, indien overschreden, tot sancties zou moeten leiden.
In een reactie op de Europese brief legt Hanan Ashrawi, kopstuk van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), uit welke consequenties de kolonisering van E1 zou hebben voor de Palestijnen: ‘de Israëlische plannen zouden het bezette Jeruzalem volledig van zijn natuurlijke Palestijnse omgeving scheiden en de bezette Westelijke Jordaanoever in tweeën snijden. Ze zouden het koloniale project Groot-Jeruzalem voltooien met de diefstal van strategisch Palestijns land en de fysieke belemmering van een aaneengesloten toekomstige Palestijnse staat.’ Hoewel Ashrawi de Europese brief verwelkomt moeten de EU en de landen die de brief ondertekend hebben volgens haar daarnaast ook concrete maatregelen nemen om Israël ervan te weerhouden de bouwplannen uit te voeren.
Mahmud Nawaja’a, een prominente Palestijnse mensenrechtenverdediger en coördinator van de Palestijnse BDS-beweging, is op 30 juli tijdens een nachtelijke razzia door Israëlische troepen opgepakt. De echtgenote van Nawaja’a, Ruba Alayan, vertelde dat in totaal zo’n vijftig Israëlische militairen bij de inval betrokken waren, waarbij deuren en sloten werden geforceerd en Nawaja’a ten overstaan van zijn kinderen geboeid en geblinddoekt werd afgevoerd. De ‘arrestatie’ van Nawaja’a past in Israëls zelfverklaarde ‘oorlog’ tegen de Palestijnse BDS-beweging, waarvoor hij als coördinator werkzaam is. De BDS beweging verzet zich met vreedzame middelen tegen de Israëlische bezetting. Op de dag dat Nawaja’a van zijn bed werd gelicht arresteerden de Israëlische autoriteiten nog eens elf Palestijnen. Over de arrestatie van Nawaja’a schreven wij dit artikel. TRF roept op tot onmiddellijke vrijlating van Nawaja’a en roept het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Vaste Kamercommissie van Buitenlandse Zaken op bij Israël aan te dringen op de vrijlating van Nawaja’a.
Een grote groep Israëlische kolonisten heeft op 30 juli, de dag waarop dit jaar Eid al-Adha begon, de Al-Aqsa-moskee bestormd. Eid al-Adha, in het Nederlands vaak het Offerfeest genoemd, is een van de twee heiligste feestdagen binnen de islam. De groep kolonisten betrad, onder begeleiding van de Israëlische politie, een islamitische gebedsruimte om daar vervolgens religieuze rituelen uit te voeren. Toen aanwezige Palestijnen zich verzetten tegen de aanwezigheid van de kolonisten greep de Israëlische politie in en werden ten minste vijf Palestijnen gearresteerd. Dit type aanvallen van Israëlische kolonisten, waarbij de integriteit van de voor moslims zeer belangrijke Al-Aqsa-moskee wordt geschonden, vindt regelmatig plaats.
Op 27 juli was een andere moskee ook al het doelwit van een aanslag van Israëlische kolonisten. In Al-Bireh, een Palestijnse stad die grenst aan Ramallah, staken kolonisten een moskee in brand en bekladden zij de muren van het gebouw met racistische leuzen als ‘het land Israël is voor het volk van Israël’.
De Knesset, het Israëlische parlement, heeft op 29 juli een amendement op de wet op de joodse natiestaat verworpen. Door middel van dit amendement zou de gelijkheid van alle burgersmoeten worden gegarandeerd. De wet op de joodse natiestaat, die als ‘basiswet’ grondwettelijke status geniet, definieert niet-joden als tweederangsburgers in de marge van een exclusieve ‘joodse staat’. Blauw en Wit, de partij van Benny Gantz, had tijdens tijdens de verkiezingscampagne beloofd de wet te wijzigen om gelijkheid voor alle burgers te garanderen, maar onthield zich van stemming.
Ook de Arabische leden van de Knesset, die samen de Verenigde Lijst vormen, onthielden zich van stemming. In een verklaring maakte de Verenigde Lijst duidelijk waarom: ‘Het wetsvoorstel bevat zeer weinig wijzigingen die niet ingaan op de racistische essentie [van de wet op de joodse natiestaat] die het bestaan van de Palestijnen en de Arabische minderheid in Israël ontkent. De amendementen herhalen […] de minderwaardigheid van de Arabieren en hun taal.’ Overigens zou het amendement ook met steun van de Verenigde Lijst te weinig stemmen hebben gekregen in de Knesset.
Israël dreigt een compleet Palestijns dorp van de kaart te vegen. Op 29 juli kregen de tweehonderd inwoners van Farasin van Israëlische militairen te horen dat alle 36 gebouwen van het dorp gesloopt zullen worden. Ook de waterbronnen van het dorp worden vernietigd; de oudste is al tweehonderd jaar in gebruik. Aan de dreigende vernietiging van Farasin besteedde The Rights Forum op 3 augustus aandacht in dit artikel.
De EU heeft op 27 juli diepe bezorgdheid geuit over de omstandigheden van de detentie van de gouverneur van Jeruzalem, Adnan Ghaith. De gouverneur werd op 19 juli door de Israëlische autoriteiten gearresteerd nadat zijn huis in Silwan, Oost-Jeruzalem was doorzocht. Het is de achttiende keer dat Ghaith is gearresteerd sinds hij aantrad als gouverneur van Jeruzalem in augustus 2018. Voor de EU is Ghaith een belangrijke gesprekspartner en de Unie maakt zich grote zorgen om de omstandigheden van zijn detentie, zo blijkt uit een verklaring van EU-Vertegenwoordiger Sven Kühn von Burgsdorff. In de verklaring benadrukt Kühn von Burgsdorff bovendien dat het overbrengen van gevangenen van bezet gebied naar een locatie daarbuiten – en daarmee het detineren van Palestijnen in Israëlische gevangenissen – door de vierde Geneefse Conventie verboden is.
Israëlische vliegtuigen hebben op 3 augustus bombardementen uitgevoerd op verschillende Hamas-doelen nadat die ochtend een raket vanuit de Gazastrook op Israël was afgevuurd. Het Israëlische Iron Dome raketverdedigingssysteem onderschepte de Hamas-raket. Volgens het Israëlische leger werd in Gaza een cementfabriek geraakt die door Hamas gebruikt werd voor de constructie van ondergrondse infrastructuur.
Het slopen van Palestijnse huizen en het in beslag nemen van Palestijns bezit door de Israëlische autoriteiten gaat op hoog tempo door. Vaak zijn daarbij landbouwgrond en voor de veehouderij bestemde gebouwen het doelwit. Op 27 juli werd een groot stuk landbouwgrond in het noorden van de Westelijke Jordaanoever door de Israëlische autoriteiten vernietigd om de riolering van een nabijgelegen illegale Israëlische nederzetting uit te breiden. Diezelfde dag namen Israëlische bezettingstroepen vier veeschuren in beslag in Nahalin, ten westen van Bethlehem. Op 28 juli werden in Al-‘Issawiya, een buurt in Oost-Jeruzalem een aantal agrarische gebouwen en een stuk land platgewalst door Israëlische bulldozers. Daarnaast werd in Al-Khader, ten zuiden van Bethlehem, een carwash vernietigd en werd al het materiaal ingenomen.
Ook de aanslagen van Israëlische kolonisten zijn vaak gericht op de Palestijnse agrarische sector. Op 28 juli werden meer dan zestig dieren gedood nadat ze door extremistische Israëlische kolonisten waren vergiftigd in Al-Auja, ten noorden van de stad Jericho in de Jordaanvallei. Ahmad al-Zawahra, de eigenaar van de dieren, vertelde dat een groep kolonisten vergif had verspreid op de weide waar zijn vee graast, waarna meer dan zestig van hen omkwamen.