Volkenrechtdeskundigen vertellen de Tweede Kamer dat Nederland bij een ‘ernstig risico op genocide’ moet handelen om die te voorkomen. Wat betreft Gaza kwam dat risico in januari 2024 vast te staan, maar Nederland deed niets en liet de genocide zich voltrekken.
Als ondertekenaar van het Genocideverdrag is Nederland verplicht om bij een ‘ernstig risico’ op genocide in actie te komen om die te voorkomen. Die preventieplicht weegt zwaarder naarmate de relatie met de dader hechter is.
Dat is in het kort de boodschap die de Tweede Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken op 28 mei te horen kreeg van twee prominente volkenrechtdeskundigen. Die waren uitgenodigd om de Nederlandse verplichtingen onder het Genocideverdrag te duiden ten aanzien van het Israëlische geweld in Gaza. In de Volkskrant verwoordt één van de deskundigen, professor Geert-Jan Knoops, die als volgt:
Zodra een staat weet of behoort te weten dat er een ernstig risico bestaat, moet hij handelen. Preventie begint bij voorzienbaarheid, niet bij bewijs achteraf.
De tweede expert, universitair hoofddocent aan de UvA Marieke de Hoon, spreekt van een ‘juridisch bindende’ verplichting om genocide ‘met alle beschikbare middelen’ te voorkomen. Vanwege de hechte band met Israël zijn de verplichtingen voor Nederland ‘omvangrijker’ dan voor andere landen. Daarnaast schept de status als thuishaven van de internationale rechtsorde exclusieve extra verplichtingen, voegen we eraan toe.
De Hoon noemt 26 januari 2024 als het door Knoops bedoelde moment om in actie te komen: de eerste uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in de door Zuid-Afrika tegen Israël aangespannen ‘genocide-zaak’. Vanaf die dag weet de regering dat sprake is van een ‘ernstig risico’ op genocide. Al ruim 16 maanden dus. De Hoon heeft geen goed woord over voor het falen van de regering in zijn plicht om die genocide te voorkomen.
Ten overvloede bevestigen de deskundigen dat het criterium voor staten om in actie te komen gekoppeld is aan de vaststelling dat sprake is van een ‘ernstig risico’ op genocide. Tot dusver stelt de Nederlandse regering dat ‘eerst een rechter zich moet uitspreken’ of inderdaad sprake is van genocide – een proces van jaren. Dat argument – ingezet om vooral niets te doen – is nu definitief van zijn betekenis ontdaan: Nederland moet in actie komen.
De Volkskrant schrijft dat De Hoon de regering ‘adviseert om “Israël te veroordelen voor het hoogstwaarschijnlijk plegen van genocide”’. Zij roept op tot het nemen van ‘maatregelen die effectief kunnen zijn’. Daaronder ‘het aansluiten bij de genocidezaak van Zuid-Afrika, het stoppen met de wapenexport naar Israël en de wapenimport uit Israel, en sancties en handelsbeperkingen’.