Een jaar geleden stemde een grote meerderheid van VN-landen voor een motie die Israël opriep de bezetting van Palestina binnen een jaar op te heffen. Israël heeft dat genegeerd. Wat betekent dit voor het internationaal recht, en wat voor stappen kan de VN verder nemen?
Op 18 september 2024 nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een motie aan die Israël opdroeg binnen één jaar de bezetting van Palestina op te heffen. Israël moest zich volledig terugtrekken uit de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en Gaza, de illegale nederzettingen ontmantelen en Palestijnen schadeloos stellen.
De VN volgde hiermee het advies van het Internationaal Gerechtshof, dat in juli 2024 had vastgesteld dat de Israëlische aanwezigheid in bezet Palestina in alle facetten het internationaal recht schendt.
Vandaag is de deadline verstreken. En Israël heeft de VN en het Internationaal Gerechtshof keihard genegeerd. Wat betekent dit? The Rights Forum vroeg het aan Marcel Brus, hoogleraar internationaal publiekrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij heeft speciale expertise in recht van internationale vrede en veiligheid en was eerder voorzitter van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV).
Hoeveel kan de Algemene Vergadering (AV) doen tegen de voortdurende bezetting van Palestina?
‘De Algemene Vergadering kan alleen aanbevelingen doen. Ze heeft niet de middelen om Israël op een bindende manier zaken op te leggen. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties kan dat wel, maar die wordt geblokkeerd door veto’s van de Verenigde Staten.’
‘De AV kan wel steeds meer druk uitoefenen, door te blijven wijzen op het feit dat Israël het internationaal recht schendt en landen aan te sporen daar consequenties aan te verbinden. Maar iets bindend opleggen en dat ook afdwingen kan de AV dus niet.’
Recent deden Nederlandse oud-ministers een oproep voor een internationale interventie om de genocide te stoppen. Welke rol kan de AV daarin spelen?
‘Wanneer de Veiligheidsraad geblokkeerd wordt en zijn rol bij het bewaken van de internationale vrede en veiligheid niet kan vervullen, kan de Algemene Vergadering op grond van de Uniting for Peace–resolutie uit 1950 meer bevoegdheden naar zich toe trekken. Dat heeft ze al gedaan, door om een advies van het Internationaal Gerechtshof over de status van de Israëlische bezetting te vragen. En ze heeft nu ook een vervolgadvies aangevraagd.’
‘Ook kan de AV meer bevoegdheden naar zich toe trekken door bijvoorbeeld een oproep te doen om vredestroepen in te zetten in Gaza. Maar Israël zal dat niet toestaan, en wie wil er in een directe confrontatie met Israël en mogelijk de VS belanden?’
De AV staat dus machteloos?
‘Nou, je kan hier een vergelijking maken met het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Toen wist de Algemene Vergadering steeds meer druk op te bouwen en bleef het herhalen dat internationale regels werden geschonden. Uiteindelijk leidde dat tot de val van het apartheidsregime.’
‘De Algemene Vergadering besloot in 1974 dat diplomaten van Zuid-Afrika niet meer mochten deelnemen aan VN-processen, omdat het apartheidsregime niet meer als de legitieme vertegenwoordiger van het land werd erkend. Dat kan ook met Israël gebeuren. De vraag is nog wel altijd of je dat ook moet willen, want het zou gezien de Amerikaanse steun voor Israël wel een klap voor de VN kunnen zijn. Maar het kan wel.’
‘De Algemene Vergadering kan verder staten blijven oproepen meer te doen tegen Israëls bezetting, zoals een verbod op handel met nederzettingen en een wapenembargo. De AV kan daar specifieke voorstellen voor doen en daar deadlines voor opstellen, maar kan dit, zoals gezegd, niet afdwingen. Het is vooral stapje voor stapje de druk opvoeren en daarmee blijven benadrukken dat een merendeel van de landen Israëls schendingen van het internationaal recht niet accepteert. Blijven zeggen: “Dit kan niet, dit mag niet, en dit moet stoppen”.’
Als een advies van het Internationaal Gerechtshof en een oproep van een merendeel van de VN-lidstaten geen directe gevolgen hebben, wat zegt dat dan over de status van het internationaal recht?
‘Sinds de oprichting van de Verenigde Naties na de Tweede Wereldoorlog zie je dat het afdwingen van internationaal recht ontzettend ingewikkeld is. Schendingen leiden pas heel laat – té laat – tot consequenties. Daar hebben de mensen [in Palestina] nu niets aan.’
‘Ik worstel hier elke dag mee. Hoe kunnen we nog met droge ogen blijven zeggen dat het internationaal recht ertoe doet, als [genocide en bezetting] ongehinderd door kunnen gaan? Het is een pijnlijke constatering. Maar uiteindelijk moeten we er toch mee verder, om te zorgen dat een schending van internationaal recht niet normaal en geaccepteerd wordt.’
‘En het advies van het Internationaal Gerechtshof blijft zinvol. Het heeft korte metten gemaakt met het argument dat we niet weten of Israël al dan niet het internationaal recht schendt. Dat is nu helder. Dat kan leiden tot rechtszaken op nationaal niveau, zoals tegen de Nederlandse staat om de export van onderdelen van F-35-straaljagers naar Israël te stoppen, of tegen Booking.com om zijn activiteiten in bezet Palestijns gebied te stoppen. En het zal bijdragen aan de kans, vroeger of later, op bestraffing van de verantwoordelijken.’
De conclusie die we uit de duiding van Brus kunnen trekken: juridisch is helder wat Israël én wat derde staten moeten doen. Maar om dit ook echt af te dwingen, is politieke wil van grote aantallen, en vooral machtige landen nodig.
Daar ontbreekt het vooralsnog aan, maar langzaam beginnen landen op te schuiven. Ierland heeft een algeheel verbod met handel met illegale nederzettingen afgekondigd. Spanje heeft een volledig wapenembargo afgekondigd. Een groep van twaalf landen uit het mondiale Zuiden hebben met elkaar afgesproken een serie maatregelen tegen Israël na te leven.
In Nederland heeft de Tweede Kamer vorige week eindelijk een stap gezet richting een handelsverbod met illegale Israëlische nederzettingen, onder druk van het maatschappelijk middenveld en campagnes zoals ‘Stop de bezetting’ van The Rights Forum. Dat handelsverbod is broodnodig, want deze nederzettingen floreren dankzij handel met EU-landen, bleek uit een deze week gepubliceerd rapport.
De Algemene Vergadering van de VN kan Israël zelf niet dwingen zich aan het internationaal recht te houden. Wel kan ze de druk steeds verder opvoeren op landen om zich aan te sluiten bij maatregelen, zodat langzamerhand een bredere boycot van het Israëlische bewind vorm krijgt. Zoals de boycot die het apartheidsregime in Zuid-Afrika, weliswaar na tientallen jaren, uiteindelijk heeft weten te ontmantelen.