Onder druk en dreiging werd de bijeenkomst teruggebracht tot een ontmoeting met de pers. Daaruit ontstond toch een waardige herdenking. ‘Wij zullen het “Nooit meer” verwezenlijken.’
Emoties rondom Joods verzet vermengden zich met woede over Nederlandse steun aan Israël: bij de herdenking van de Kristallnacht afgelopen weekend kwamen geschiedenis en actualiteit gelaagd en urgent samen. Een herdenking mocht het eigenlijk niet heten: vanwege de dreiging in de stad brachten organisatoren Erev Rav en het Platform Stop Racisme en Fascisme de bijeenkomst terug tot een persmoment.
De herdenking van de Kristallnacht van 9 november 1938, waarmee de Jodenvervolging door de Nazi’s begon, stond gepland voor zaterdagavond bij het Joods Verzetsmonument bij de Stopera. Maar volgens Yuval Gal, mede-oprichter van de anti-zionistische Joodse organisatie Erev Rav, lukte het niet de veiligheid van de deelnemers te garanderen. Daarover zegt hij tijdens zijn toespraak voor de pers:
We hebben overlegd met de gemeente, maar voor ons werd duidelijk dat wij als probleem werden gezien. Er waren bijvoorbeeld zorgen dat we het verzetsmonument zouden beschadigen. Een regelrechte belediging. Het monument herdenkt het anti-fascistische Joodse verzet tijdens de oorlog en wij zetten dat verzet juist voort.
Er zat niets anders op dan de herdenking af te blazen. In plaats daarvan werd het een persmoment, waar verschillende media op afkwamen. Verder was er weinig ruchtbaarheid aan gegeven, juist vanwege de enorme spanning in de stad door de komst van de Maccabi Tel Aviv-aanhang. Voor de beslissing om die aanhang naar Nederland te laten komen, hebben de organisatoren van de bijeenkomst geen goed woord over. Gal in zijn toespraak:
Ook de burgemeester van Amsterdam moet zich actief inzetten om genocide in Gaza te voorkomen, in lijn met de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof. In plaats daarvan komt de Maccabi Tel Aviv-aanhang naar de stad en wordt er propaganda voor genocide verspreid. Pro-Palestijns verzet wordt gecriminaliseerd.
Gal komt oorspronkelijk uit Tel Aviv en kent de club:
De burgemeester en andere autoriteiten konden weten dat deze supporters zich altijd zo gedragen, want dat is bekend. Veel fans van Maccabi Tel Aviv zijn soldaten, een deel van hen heeft in Gaza gediend en straffeloos misdaden gepleegd. Hoe is het mogelijk dat zij vrijelijk kunnen reizen en onder geleide de stad weer konden verlaten? Amsterdammers hadden hiertegen moeten worden beschermd.
Tijdens de persverklaringen vraagt een politievrouw aan twee toehoorders of zij hun keffiyeh, de traditionele Palestijnse sjaal, opgerold om hun nek willen hangen in plaats van uitgevouwen over de rug en schouders. Het levert een verwarrend gesprek op. De twee voldoen niet aan het verzoek, maar worden door de politie verder met rust gelaten.
Even later zegt een andere spreker, Alexandra Slutzky van het Platform Stop Racisme en Fascisme, dat er in de aanloop naar de herdenking ook al zulke verwarrende gesprekken met de politie plaatsvonden:
De politie vroeg ons of we contact hadden met antifa [anti-fascisten]. Ze waren bezorgd dat die misschien het monument zouden vernielen. Maar wij zeiden: wij zijn óók antifa. We zijn hier allemaal antifa. Nooit meer fascisme is een opdracht voor elke dag.
Slutzky zegt dankbaar te zijn voor het verzet van Joden tegen de Nazi’s in de Tweede Wereldoorlog. Ze plaats de strijd die zij met haar kameraden voert in dezelfde traditie. Slutzky:
We herdenken de Kristallnacht. Goebbels hield het hele Jodendom verantwoordelijk voor de moord op een diplomaat, wat tot de Kristallnacht leidde. Nu zegt Netanyahu dat alle Palestijnen verantwoordelijk zijn voor wat Hamas heeft gedaan, en straft nu alle Palestijnen. Daar verzetten wij ons tegen, maar toch worden wíj als probleem gezien.
Ook Jaap Hamburger, directeur van de Joodse organisatie Een Ander Joods Geluid, trekt een belangrijke parallel:
Er was veel Joods verzet voor en tijdens de oorlog. Over het verzet van Warschau weten we, maar veel ander verzet is onbekend omdat de Nazi’s publiciteit erover niet toelieten. Dit monument heeft daar een directe relatie mee: het eert de Joden die zich verzetten. Ook nu zijn er Joden die zich verzetten. Wij willen laten weten: nu is het Israël dat een massamoord uitvoert, en daar zijn Joden in Nederland en in Amsterdam het niet mee eens.
Met een luid ‘Leve het Joodse verzet!’ besluit hij zijn bijdrage.
De emotie is in alle stemmen hoorbaar. Ook in die van Eman Khasawneh, een Palestijnse Nederlandse die namens zichzelf spreekt. Ze vertelt over de levenslange vriendschap tussen haar moeder en een Joodse vrouw, die Khasawneh haar tante noemt. En over de tafel waaraan zij samen aten. Die innige verbondenheid koestert ze:
Het zionisme zal nooit tussen onze gemeenschappen komen. We laten het niet gebeuren. Wij zullen ‘Never again’ verwezenlijken.
De daarop volgende omhelzing tussen haar en Yuval Gal verzacht ieders pijn. Pijn over de Holocaust toen, verbonden met de pijn over de genocide in Gaza nu.
Achteraf zegt Khasawneh dat ze hoopt dat het verzet van Joden en hun vrienden van nu het verzet in de toekomst inspireert. Net zoals de Joden van tachtig jaar geleden, die worden geëerd met het monument, de aanwezige groep inspireert en sterkt. ‘Ik hoop alleen dat we geen tachtig jaar hoeven wachten tot onze pijn wordt erkend’, voegt ze eraan toe.
Zo werd een Kirstallnachtherdenking een persmoment. Maar dat transformeerde vanzelf in een kleine, waardige herdenking. Een diep-politieke herdenking, met een onmiskenbare oproep aan de lokale en nationale politiek om eindelijk haar juridische en morele verantwoordelijkheid te nemen – door alles in het werk te stellen om de Israëlische genocide te stoppen. Om zo concreet inhoud te geven aan het ‘Nooit meer’, waar ook de politiek de mond van vol heeft.