De ‘stille diplomatie’ van Nederland staat voor een keiharde pro-Israëlkoers

De begrotingsdebatten toonden een schrijnend gebrek aan daadkracht: Nederland blijft zich richting Israël vastklampen aan zwakke, stille diplomatie zonder dat dit ooit tastbaar resultaat heeft opgeleverd. Intussen wordt Israël ontzien en gesteund.

Reinette Klever (PVV) en Caspar Veldkamp (NSC) als kandidaat-ministers in de Tweede Kamer, 21 juni 2024. © ANP / Alamy

De jaarlijkse begrotingsdebatten vormen traditioneel een moment om de koers van de Nederlandse politiek onder de loep te nemen. Voor wie hoopte op een koerswijziging in het Israël/Palestina-beleid bracht deze november een teleurstelling. De debatten bevestigden vooral wat we al wisten: onder het mom van stille diplomatie en pragmatische keuzes vaart Nederland een rechtlijnige pro-Israëlkoers.

‘Meer dan genoeg’

Tijdens de debatten waren de ministers Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) en Reinette Klever (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, PVV) eensgezind en stellig: Nederland doet ‘meer dan genoeg’ voor Palestina, wijzend op bijdragen aan VN-hulporganisatie UNRWA en het Rode Kruis. Maar degenen die om resultaten vroegen, hoorden vooral irritatie en retoriek. Terwijl de ministers zich verschuilen achter verklaringen dat de situatie hen ‘na aan het hart ligt’, zet hun beleid in werkelijkheid de bijl aan de wortel van concrete hulp.

Economische belangen wegen zwaarder dan humanitaire waarden.

De bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking zijn hiervan het pijnlijkste voorbeeld. Jaarlijks wordt tweehonderd miljoen euro gekort op Nederlandse ngo’s. Het kabinet rechtvaardigt dit door te stellen dat ontwikkelingssamenwerking primair in het belang van Nederland moet zijn. In de praktijk komt het erop neer dat economische belangen zwaarder wegen dan humanitaire waarden. Ngo’s worden aan hun lot overgelaten. Zoals Klever het onverbloemd zegt: ‘Het is niet mijn taak om ze overeind te houden.’ 

Harder aanpakken

Als het Klever werkelijk om de bescherming van Palestijnse burgers en het verantwoord omgaan met belastinggeld zou gaan, zoals zij suggereert, zou ze zich hebben uitgesproken tegen de gewelddadige kolonisten die minstens 59 Nederlandse projecten op de Westelijke Jordaanoever hebben vernietigd, zoals recent blootgelegd door de onderzoeksjournalisten van Investico.

Achter gesloten deuren, zo verzekeren de ministers, spreekt Nederland Israël stevig aan. Maar in het openbaar blijft het stil. Die stille diplomatie wordt zelden ondersteund door concrete actie om Israël ook daadwerkelijk op zijn daden aan te spreken. Moties die oproepen tot onderzoek en sancties, zoals die van DENK-Kamerlid Van Baarle, werden zonder meer verworpen. ‘Overbodig’, aldus Klever, ‘want Nederland doet al genoeg’.

Hulp aan Gaza

Voor hulp aan Gaza is dezelfde lakse houding te zien. Hoewel twintig miljoen euro is toegezegd voor wederopbouw, ontbreekt elk concreet plan voor de besteding van dit geld. ‘Wederopbouw is nu niet aan de orde,’ luidde het gemakzuchtige antwoord. Het lijkt een logische reactie op de aanhoudende Israëlische vernietiging van Gaza, maar is vooral een voorbeeld van vrijblijvend beleid zonder echte inzet.

De behandeling van de motie van D66-Kamerlid Mpanzu Bamenga, die oproept tot ongehinderde humanitaire hulp aan Gaza, onderstreept dit. De motie werd door minister Klever pas aan het oordeel van de Kamer gelaten nadat de zin ‘alle nodige maatregelen’ – de kern van de oproep –, was verwijderd. ‘Te radicaal,’ vond minister Klever. Tot zover de intentie om de bevolking van Gaza werkelijk te helpen.

Groeiende frustratie

Binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken groeit ondertussen de frustratie. RTL Nieuws meldde dat Nederland binnen de EU een remmende rol speelt waar het gaat om sancties tegen Israëlische politici die openlijk oproepen tot kolonisering en geweld. Ambtenaren lijken zich machteloos te voelen en proberen het kabinet tot actie te dwingen, wat leidt tot het lekken van interne informatie.

Op die kritiek reageerde Veldkamp niet met reflectie, maar met woede. Hij verschoof de discussie naar het lekken zelf, een doorzichtige poging om af te leiden van de kernvraag: wat houdt die stille diplomatie precies in en wanneer komt Nederland eindelijk met concrete maatregelen tegen Israël? Hierop kwam geen antwoord.

Eenzijdige vriendschap

Het beleid lijkt vooral bedoeld om de goede betrekkingen met ‘goede vriend’ Israël in stand te houden. Een vriendschap die op z’n zachtst gezegd nogal eenzijdig is. Toen Veldkamp stelde het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof voor de Israëlische premier Netanyahu uit te zullen voeren – zoals je mag verwachten van een democratie die het Statuut van Rome heeft ondertekend en gastland is van het Strafhof – reageerde Israël meteen: de minister is niet meer welkom.

Die reactie zegt veel: rechtsstatelijke principes zijn onverenigbaar met samenwerking met Israël. Maar Veldkamp gaf er de weinig overtuigende spin aan door te beweren dat zijn reis was afgezegd nadat die was uitgelekt. Daardoor zou zijn ‘veiligheid in gevaar’ zijn gebracht.

Israëlische inmenging

Die ‘goede vriend’ krijgt intussen steeds meer invloed op het Nederlandse beleid. Een rapport van het Israëlische ministerie van Diaspora en Antisemitismebestrijding – door deskundigen afgedaan als ordinaire propaganda – werd door de pro-Israël-partijen in de Kamer zonder enige kritische toetsing in de strijd gegooid. Het leidde tot aangenomen moties van Chris Stoffer (SGP), waarin de regering wordt verzocht om onderzoek in te stellen naar burgers en organisaties die in het Israëlische rapport ongefundeerd worden beschuldigd van banden met Hamas.

Gevraagd naar de Israëlische inmenging bleef minister Klever opvallend afzijdig. Haar opmerking – dat ze begreep dat de beschuldigingen ‘tot wat onrust leidden’ – is een pijnlijke illustratie van de manier waarop Nederland de Israëlische inmenging klakkeloos accepteert. Of zelfs opzoekt, zoals we afgelopen week schreven.

Dubbele moraal

Tijdens de begrotingsdebatten haalde Kati Piri (GroenLinks-PvdA) hard uit naar de dubbele moraal ten aanzien van Israël. Ze confronteerde Raymond de Roon (PVV) met een uitspraak van een Israëlische minister over discriminatie en antisemitisme in Nederland. De Roon reageerde zoals verwacht: vol lof voor de scherpte en terechtheid van de Israëlische kritiek.

Zodra Israël aan tafel zit, verdwijnen principes als sneeuw voor de zon.

Daarop onthulde Piri dat de woorden niet van een Israëlische, maar van een Turkse minister afkomstig waren, die eerder ook over islamofobie en discriminatie tegen de Turkse gemeenschap in Nederland sprak. Dezelfde De Roon hoonde de Turkse kritiek destijds weg, en maakte het kabinet uit voor ‘slappe dweil’ door er überhaupt naar te luisteren. Zo blijkt de ene ongewenste inmenging de andere niet. Zodra Israël aan tafel zit, verdwijnen principes als sneeuw voor de zon.

PVV bepaalt de koers

In alle stilte van de stille diplomatie die het kabinet zegt te voeren, wordt die koers door de PVV ongegeneerd getorpedeerd. NRC onthulde dat Wilders van plan is een bezoek te brengen aan Netanyahu en illegale Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Daarmee ondergraaft hij niet alleen de officiële Nederlandse positie, maar handelt hij ook in strijd met het internationaal recht. Als het om Israël gaat bestaan er kennelijk geen grenzen voor de leider van de grootste regeringspartij.

PVV’er Raymond de Roon deed daar nog een schep bovenop door in de Tweede Kamer  de Israëlische lastercampagne tegen VN-hulporganisatie UNRWA kracht bij te zetten. Hij noemde UNRWA ‘de ruggengraat van Hamas’ en beschuldigde de organisatie van het indoctrineren van Palestijnse jongeren met genocidale ideeën. De Roons uitspraken en Wilders’ voorgenomen reis werken niet alleen polariserend, ze staan volledig haaks op de ondertekende rechtsstaatverklaring van de coalitie.

Het buitenland ziet een coalitiepartner die openlijk internationale afspraken saboteert zonder dat het kabinet ingrijpt.

Minister Veldkamp probeerde de zaak af te doen met de zwakke geruststelling dat ‘het buitenland dondersgoed weet wie er aan de knoppen zitten’. Dat argument snijdt geen hout. Het buitenland ziet een coalitiepartner die openlijk internationale afspraken saboteert zonder dat het kabinet ingrijpt.

De oppositie daarentegen toonde daadkracht: Piri diende een – inmiddels aangenomen – motie in waarin het kabinet wordt opgeroepen om sancties op te leggen aan Yossi Dagan, de extremistische kolonist die Wilders heeft uitgenodigd voor zijn aanstaande bezoek. Het is nu aan Veldkamp om hieraan gevolg te geven.

Onder de streep

De begrotingsdebatten vormden een nieuwe bevestiging van wat we al wisten: dit kabinet kijkt de feiten recht in de ogen en besluit ze te negeren. De minister van Buitenlandse Zaken negeert daarbij zelfs zijn eigen ambtenaren, die al een jaar via lekken naar de pers gehoor proberen te vinden. Ook vermijdt Veldkamp het gesprek met de ambtenaren die elke donderdag van zich laten horen tijdens sit-ins voor de deur van zijn ministerie. In die afwijzing is Veldkamp consequent. Zo weigerde hij zelfs een bundel toespraken – samengesteld door zijn eigen mensen, en aangeboden door voormalig minister Jan Pronk – in ontvangst te nemen.

Intussen laat de coalitie zich gijzelen door de PVV, en zo de rechtsorde verkruimelen van een robuust fundament tot een hinderlijke voetnoot. Op visie valt ze niet te betrappen. De radicale bezuinigingen raken niet alleen het maatschappelijk middenveld in het hart, maar bedreigen ook de toekomst van de ontwikkelingssamenwerking. Het Israëlische geweld – mogelijk genocide – tegen de Palestijnen krijgt geen consequenties. Intussen is sprake van openlijke Israëlische inmenging, die ongecheckt tot beleid wordt verheven, ook al gaat dat ten koste van de eigen burgers.

In de woorden van PVV-minister Klever: ‘Nederland doet al genoeg.’

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy