Francesca Albanese: ‘Palestina is de rode pil in The Matrix’

Natasja Gibbs sprak met VN-rapporteur Francesca Albanese over hoe macht onrecht in stand houdt, het belang van uitspreken en waarom het Westen wegkijkt. Palestina is voor haar de rode pil inThe Matrix 

Voor The Rights Forum sprak Natasja Gibbs met Francesca Albanese, VN-Speciaal Rapporteur voor de Palestijnse Gebieden. Albanese groeide op in Zuid-Italië, waar ze al op jonge leeftijd zag hoe de maffia twee rechters vermoordde – een les in hoe macht onrecht in stand houdt zolang niemand het uitdaagt. Die realisatie drijft haar werk als VN-rapporteur.  

In gesprek met Natasja Gibbs legt ze uit waarom het Westen wegkijkt, hoe Israël het recht straffeloos buigt en waarom Palestina voor haar de rode pil in The Matrix is. Het volledige interview is hier te bekijken. Hieronder volgt een ingekorte, uitgeschreven versie.  

 

Francesca, je bent VN-rapporteur, maar dat is niet iets wat je van de ene op de andere dag wordt. Wanneer is dat zaadje geplant? 

Ik groeide op in een regio die werd geteisterd door criminaliteit—de maffia, de Camorra. Voor veel mensen buiten Italië is dat iets abstracts, een kwestie van illegale belastingen of misdaad. Maar als Zuid-Italiaan weet ik dat de maffia een systeem binnen het systeem is, dat alleen kan bestaan door corrupte politici en financiële belangen.   

Dus je hebt onrecht van dichtbij gezien?  

Heel dichtbij. Toen ik vijftien was, werden twee rechters vermoord. Die rechters—zoals velen—probeerden de maffia te ontmaskeren als een netwerk van criminelen, ook witteboordencriminelen, die wetten misbruikten om zichzelf en hun vrienden te beschermen.  

Wat veranderde er in jou?   

Ik zag wat daarna gebeurde. Hoe mensen na die moorden besloten zich niet langer stil te houden. Ze beseften: als dit hen kan overkomen, kan het ons allemaal overkomen. Niemand is beschermd.  Stilte is de enige manier waarop de maffia wint. De mensen in Sicilië kwamen in verzet, en de anti-maffia-beweging werd ongelooflijk sterk. 

Dat bracht risico’s met zich mee, toch?   

Ja, velen hebben hun leven gewaagd. Maar als je het collectieve belang vooropstelt, gaat het om de toekomst, niet om jou. Je plant zaadjes voor verandering—en dat heeft gewerkt.   

Een Siciliaanse academica vroeg hoe Palestina te begrijpen. Eerst wist ik het niet, maar zij herkende de strijd: jarenlang ontmaskerden we onrecht en misbruik van de wet. Het systeem is fout, en wij moeten reageren—met het recht als wapen.   

Het duurt even voor je dat systeem begrijpt, wat gebeurde ervoor?   

Ja, op de universiteit begon ik de link te leggen. Daar zag ik de strijd van de Koerden, Tibetanen en Palestijnen—allemaal kwesties van zelfbeschikking. Destijds dachten we er niet eens over na, we steunden gewoon degenen die onderdrukt werden.  

Voor mijn generatie was Palestina bijna een binnenlandse kwestie, zoals Oekraïne dat nu is voor jongeren. Italië was altijd een vriend van Israël, maar erkende ook het bestaansrecht van de Palestijnen. Het ging niet alleen om een staat, maar om volledige erkenning van burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten. 

Universiteiten zouden plekken moeten zijn waar we deze kwesties kunnen bespreken en solidariteit kunnen tonen. Maar als we kijken naar de protesten op Nederlandse universiteiten, die zijn onderdrukt en zelfs gecriminaliseerd, verliezen we dan de essentie van onze instituten?   

Als we op dit punt zijn beland, hebben we die essentie al verloren. Universiteiten zouden veilige ruimtes moeten zijn voor dialoog. We hoeven het niet met elkaar eens te zijn. Juist door verschillende ideeën en argumenten te delen, groeien we als samenleving. Dialoog is de brug tussen onze verschillen.   

Precies en dat is wat we leren – of althans leerden – op de universiteit 

Ja. Natuurlijk zijn er grenzen—haat en oproepen tot geweld moeten verboden blijven. Maar die grenzen worden nu misbruikt om anderen het zwijgen op te leggen, zelfs als ze enkel opkomen voor rechten van anderen.  

Bovendien hoor ik vaak het argument dat universiteiten neutraal moeten blijven. Maar nee, neutraliteit is een technische term en hoort niet thuis in een academische omgeving. Neutraliteit betekent simpelweg zwijgen, iets wat misschien nodig is in humanitaire operaties waar je onpartijdig moet blijven om hulp te kunnen bieden. Maar een universiteit hoeft niet neutraal te zijn, alleen onpartijdig—en onpartijdigheid betekent niet stilzwijgend toekijken. 

Dat is interessant, want tijdens de Dries van Agt-lezing begon je met het uitleggen van de onpartijdigheid van je rol als VN-Speciaal Rapporteur. Waarom moet je dat nog steeds uitleggen?   

Ja, precies. Dat vraag ik me ook af. Maar het is belangrijk om te herhalen: onpartijdigheid betekent dat je kijkt naar de feiten zoals ze zijn. En ik kijk naar alle feiten. Het is niet zo dat ik bepaalde feiten negeer.   

Je veroordeelt wat veroordeeld moet worden, gebaseerd op feiten.   

Precies. Ik beoordeel de feiten volgens de wet en zodra die analyse is gemaakt, is het mijn verantwoordelijkheid om te rapporteren, staten ter verantwoording te roepen en in gesprek te gaan met de samenleving en regeringen. Maar het probleem is dat de afgelopen 15 maanden iets afschuwelijks is gebeurd, pal voor onze ogen. Mensen, waar je ook komt, begrijpen het niet meer. Ze zijn radeloos, als herten die in de koplampen kijken. Ze weten niet welke kant ze op moeten.   

Het maakt ons zo wanhopig, omdat mensen in machtige posities wegkijken. Terwijl deze gruweldaden – zoals je zelf zegt – gelivestreamed worden. Hoe verklaar je dat? 

Het is geen makkelijke vraag met één antwoord, want machthebbers houden rekening met uiteenlopende belangen—financiële, economische, politieke. Sommige leiders weten wat er gebeurt en spreken zich zo veel mogelijk uit, maar dat is een kleine minderheid. De meesten weten heel goed hoe schandalig de situatie is, maar zijn bang. Bang om hun eigen politieke toekomst te schaden, om hun banden met de VS en Israël op het spel te zetten.   

Maar er zijn ook anderen die Palestijnen niet als gelijken zien. 60.000 mensen—waaronder 17.000 kinderen—zijn gedood door Israëlische sluipschutters, tanks en bombardementen. Vanaf het begin was 70% van de slachtoffers vrouw of kind, zoals gedocumenteerd door mij, andere VN-rapporteurs en organisaties als Amnesty International. Elke Palestijn in Gaza is behandeld als een legitiem doelwit, zonder enige poging om burgers te beschermen.  

Zodra je dit hardop zegt, worden mensen gedwongen verantwoordelijkheid te nemen. En dáárom was er geen enkele interesse [bij de regering] om mij te ontmoeten. 

Dus spelen meerdere factoren mee. Verantwoordelijkheid nemen betekent ook kapitalisme onder ogen zien—en dat hangt nauw samen met kolonialisme. Die twee zijn onlosmakelijk verbonden. 

Absoluut. Het ene bestaat niet zonder het andere.  

Laatst ontdekte ik iets interessants: in de laatste fase van zijn leven richtte Karl Marx zich niet alleen op de invloed van kapitaal op menselijke relaties en het individu, maar ook op de impact van kapitalisme op het milieu en kolonialisme. Dit aspect van zijn werk is minder bekend, terwijl het juist cruciaal is. Kapitalisme en kolonialisme gaan immers over uitbuiting—van mensen én natuurlijke hulpbronnen—voor eigen gewin. 

Precies daar wil ik heen, want in je rapport Colonial Erasure stel je dat het geweld van Israël tegen de Palestijnen na 7 oktober niet in een vacuüm plaatsvindt. Kun je dat uitleggen?    

Sinds 1967 heeft Israël een militaire bezetting gehandhaafd in Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Deze bezetting heeft land ontnomen aan de Palestijnen, hen verdreven en nederzettingen gebouwd. Palestijnse weerstand werd als een veiligheidsdreiging bestempeld, later als terrorisme, en vervolgens onderdrukt, met massale arrestaties tot gevolg, zelfs van kinderen.  

Help me het in een bredere perspectief te plaatsen. Welke parallellen zie je tussen deze situatie en historisch kolonialisme?   

Hoewel Palestina uniek is, past het in een bredere koloniale geschiedenis. Israël claimt soevereiniteit over wat nog van Palestina rest, ondanks internationale consensus over Palestijns zelfbeschikkingsrecht.  

De Oslo-akkoorden worden gebruikt als excuus: “Kijk, er is nu staatsopbouw, natievorming.” Maar weet je hoeveel verdragen in de VS zijn gesloten met inheemse volken en vervolgens geschonden?   

Dat is het punt. Wie het monopolie op geweld heeft, doet wat hij wil. Maar we leven nu in een andere tijd. We hebben internationaal recht, we hebben mensenrechten. Staten hebben de verantwoordelijkheid om het recht op zelfbeschikking te beschermen—het recht om als volk te bestaan. En dat recht wordt nu geschonden. 

Kolonialisme hoort ook bij de Nederlandse geschiedenis. Er zijn momenten geweest waarop zelfs de Koning excuses aanbood voor het koloniale verleden, voor slavernij. Dat soort momenten geven het gevoel dat we een consensus hebben bereikt, dat we begrijpen wat kolonialisme is en welke gruwelijke gevolgen het heeft gehad.   

Nee, dat denk ik niet.  Absoluut niet. En ik ben daar zeker van. Ik zeg het vaak tijdens lezingen: voor mij was Palestina de rode pil in The Matrix. Want ik kom niet uit een gekoloniseerd land. Ik ben een Europeaan die pas op haar 28e begon te begrijpen wat kolonialisme echt betekende. Pas toen begon ik het internationale recht in twijfel te trekken—dat recht dat ons in westerse universiteiten zo klinisch wordt voorgeschoteld. 

Alsof het een neutraal instrument is om relaties tussen staten te reguleren. Maar dat is het niet. Internationaal recht is eeuwenlang gebruikt om landen te onderdrukken, leeg te roven, land af te pakken, mensen als handelswaar te zien. Ja, het is veranderd. Het is menselijker geworden, mensenrechten zijn nu een kernonderdeel.   

Toch mogen we niet vergeten—zoals Omar Barghouti zei, en dat trof me diep toen ik hem een jaar geleden in Nederland hoorde spreken—dat 500 jaar van onze Europese geschiedenis koloniale geschiedenis is. Dat heeft ons als westerse samenlevingen gevormd.    

Heeft het ook onze manier van denken gevormd?   

Zonder twijfel. We zien de ander niet als onze gelijke. Een Israëlische historicus, een genocideonderzoeker, Raz Segal zei het treffend na een lezing: het idee van een superieur ras is niet gestorven met Hitler. Hij stierf, maar dat idee bleef bestaan. En ik zou daaraan toevoegen: het kwam niet eens van hem.   

Het idee van witte superioriteit—ik weet dat dit zwaar is om te zeggen, maar we moeten het onder ogen zien. We moeten onze geschiedenis in de ogen kijken. Want ik wil niet deze erfenis meenemen naar de toekomst.  

Maar dan moeten we eerlijk zijn. Wat is die ongemakkelijke waarheid die je wilt benoemen?   

Dat kolonialisme niet voorbij is. En daar komt alles samen. Er zijn mensen in dit land die Palestijnen niet als mens zien. Terwijl wij hier praten, zijn er politici die geloven dat Israël het juiste doet, dat het ‘westerse waarden’ verdedigt. Maar dit zijn geen westerse waarden. Dit mogen geen westerse waarden zijn.  Westerse waarden zouden moeten gaan over wie we zijn, maar ook over wie we niet meer willen zijn.  

Dit kan een moment van transformatie zijn. Ik weet dat alles nu duister voelt, dat we psychologisch overweldigd zijn door de laatste weken. Maar we moeten ons hoofd koel houden. We moeten strategisch nadenken over wie we zijn, wie we willen zijn en hoe we onze samenlevingen willen beschermen. 

Ik zat, net als iedereen, te kijken naar die persconferentie van Donald Trump. En hij had het over dat bizarre idee—Amerika dat Gaza zou overnemen. Meteen dacht ik: dit is kolonialisme. We zijn daar weer. Nog steeds. 

Voor Palestijnen is kolonialisme nog steeds in overdrive. 

Precies. En dat met het argument dat ze ‘de situatie gaan verbeteren’. Hoe vaak hebben we dat niet eerder gehoord? Voormalige koloniale machten zeiden vroeger ook: ‘We beschaven de inheemse bevolking.’ 

Ja, maar het is niet voorbij, omdat we het nooit echt onder ogen hebben gezien. En dit is het moment waarop we dat moeten doen. Heb je ooit zoveel mensen, vooral jonge mensen, over kolonialisme en nederzettingen-kolonialisme horen praten? Ik niet.  

Misschien komt het ook door de wereld en de gemeenschappen waarin wij ons bewegen, maar ik zie jonge mensen in westerse landen steeds bewuster worden van wat voorheen voor ons verborgen werd gehouden.  

Wat Trump nu voorstelt, is zó fundamenteel onrechtmatig dat het niet mag gebeuren—tenzij we bereid zijn het hele systeem waar wij deel van uitmaken, en dat niet iedereen gelijk heeft gediend, omver te werpen.  

Wij in het Westen hebben van dit systeem geprofiteerd. We hebben geprofiteerd van de vrede en welvaart die het ons heeft gebracht. Maar als dit instort, zullen we mensenrechten pas echt gaan missen—wanneer we ze niet meer hebben.  

Ik denk ook aan mensenrechtenbewegingen, maar ook aan hoe we ons verenigen, hoe we protesteren. En eerlijk gezegd—ik weet niet hoe jij dat ziet—maar ik heb het gevoel dat dat afneemt als het om Gaza gaat.   

Mensen zijn moe. Mensen zien niet hoe dit past in het grotere plaatje.   

Als ik met jonge mensen op universiteiten praat, merk ik dat ze niet weten waar dit verhaal vandaan komt. Ze beseffen niet hoe ongelooflijk het is dat het Internationaal Strafhof twee arrestatiebevelen heeft uitgevaardigd tegen Israëlische leiders. Dat is enorm. Het laat zien dat internationale rechtspraak in beweging is.   

En kijk, er lopen nu twee genocidezaken. Eén is door Zuid-Afrika aangespannen tegen Israël. Maar er is ook een zaak die Nicaragua is begonnen tegen Duitsland—dat mogelijk medeplichtig wordt bevonden aan een andere genocide.  Want het punt is: Duitsland en de Verenigde Staten zijn verantwoordelijk voor het grootste deel van de wapenleveringen aan Israël. Zonder die wapens zou deze genocide niet mogelijk zijn geweest.   

Ja, ik wil daar wat dieper op ingaan—op medeplichtigheid. Want Nederland… je weet vast waar ik heen wil als we het over wapens hebben. Nederland levert essentiële componenten voor de F-35-gevechtsvliegtuigen die Israël gebruikt in Gaza.  De Nederlandse regering zegt: ‘Wij exporteren die wapens niet direct naar Israël.’ Maar we wéten allemaal hoe cruciaal deze onderdelen zijn voor Israël. Maakt dat Nederland dan medeplichtig?   

Er loopt een zaak hierover in Nederland, en ik respecteer de rol van de Nederlandse rechter. Dus laat me gewoon zeggen wat de internationale verplichtingen zijn.   

Het is heel duidelijk. Het Internationaal Gerechtshof heeft, in de context van wat het heeft erkend als een plausibele genocide, lidstaten eraan herinnerd dat ze de plicht hebben geen wapens te leveren—niet direct, niet indirect, niet deels, niet volledig. Zelfs geen dual-use goederen.   

Niet aan een staat als Israël, die mogelijk niet alleen genocide pleegt, maar ook andere schendingen van het internationaal humanitair recht, waaronder oorlogsmisdaden.  De feiten spreken voor zich. Dit is extreem gevaarlijk. En eerlijk gezegd… ik weet niet waar jouw regering naar kijkt.  

Hoe geloofwaardig is mijn regering—onze regering hier—eigenlijk?  We zeggen: Wij zijn een verdediger van mensenrechten. We hebben het Internationaal Strafhof hier, we hebben het Internationaal Gerechtshof hier. Maar hoe geloofwaardig zijn we als we tegelijkertijd dit soort dingen doen?   

Niet erg. Laten we eerlijk zijn: niet erg geloofwaardig.   

Maar dit is precies waarom er in Europese landen maar een paar zijn die hun integriteit hebben behouden—en daarmee hun geloofwaardigheid als eerlijke gesprekspartners voor landen in het mondiale zuiden.   

Daarom zeg ik: of we vinden op de een of andere manier wat nederigheid terug, óf… na wat we de afgelopen vijftien maanden in Gaza hebben gezien, wordt het ontzettend moeilijk om nog invloed uit te oefenen op andere staten.   

We hebben decennialang lezingen gegeven aan het mondiale zuiden: Respecteer mensenrechten. Vermoord elkaar niet. Houd je aan de regels. En dan doen we dit?  Dan gaan we ineens kiezen en selecteren, alsof internationale wetgeving een à-la-carte menu is?   

Nee. Het internationaal recht leeft van zijn universaliteit. Het is geschreven om te gelden voor de sterke en de zwakke, de rijken en de armen.  En op het moment dat we uitzonderingen beginnen te maken, hebben we het internationaal recht al ondermijnd.   

Als we het dan weer hebben over kolonialisme: hoe serieus moet ik dan de Nederlandse excuses voor het koloniale verleden nemen?  Want tegelijkertijd blijft Nederland wapens exporteren naar een macht die op dit moment actief koloniseert—de Palestijnse gebieden. 

Maar ze zullen zeggen: het is geen kolonisatie, ze verdedigen zichzelf. Daarom is het zelfverdedigingsmantra zo dominant. Israël heeft altijd als een uitzondering binnen het internationaal recht gefunctioneerd, wordt constant verontschuldigd en is uitgegroeid tot een voortdurende schender van internationaal recht. Niet omdat andere landen geen schendingen begaan, maar zoek een ander land dat volledig politiek, economisch en financieel is afgeschermd van verantwoordelijkheid. Israël heeft dit jaar de VN aangevallen als geen ander: 270 VN-medewerkers gedood, 70% van de VN-gebouwen vernietigd, inclusief VN-scholen waar ontheemden schuilden. Ik zag zelf in ziekenhuizen kinderen zonder ledematen, met opengereten buiken, die zeiden: ‘We waren in een VN-school.’ Israël heeft de VN, vredeshandhavers en de secretaris-generaal aangevallen, en mijzelf ook. Maar het gaat om de aanval op de VN en het Internationaal Strafhof.    

Dus de VN faalt in het ontmantelen van de kolonisatie van Palestina en tegelijk legt dit de grenzen van het internationaal recht bloot?   

Zelfs voor wie kolonialisme afdoet als een abstract concept: Israël heeft vrijwel alle VN-resoluties systematisch genegeerd, inclusief de oproepen tot een staakt-het-vuren en het stopzetten van nederzettingen in 2016. De premier en ex-minister van Defensie worden gezocht door het Internationaal Strafhof voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Wat is de reden dat Nederlandse politici geen actie ondernemen?   

Wat denk je?   

Hypocrisie. En met hypocrisie komt verantwoordelijkheid. Er is een structureel gebrek aan naleving van internationaal recht. Ik heb de afgelopen dagen met parlementariërs, academici, ambtenaren en Israëli’s hier gesproken. Ze zijn wanhopig. Voor hen is dit niet abstract, maar een grondwettelijke verantwoordelijkheid.  

Laat dit de grenzen van internationaal recht zien? Ja, deels. Maar internationaal recht is een set regels, en daarnaast zijn er mechanismen. De regels zijn er en goed genoeg om dit te voorkomen. Het probleem is de politieke wil. Internationaal recht is zo sterk als de bereidheid om het af te dwingen.  

Maar we moeten niet hopeloos zijn. Dit is juist het moment waarop de macht terugkomt bij ons, als burgers. We moeten alle mechanismen inzetten om degenen die dit systeem mogelijk maken of ervan profiteren, ter verantwoording te roepen.  

Hoe doen we dat?  

Nederlandse organisaties weten dat goed: ze dagen hun regering voor de rechter. Dat is revolutionair. Ik begrijp de wanhoop—de doden, de verminkte kinderen. Maar mensen moeten ook de ontwikkelingen zien. Verantwoordelijkheid moet worden afgedwongen. 

Dus burgerlijke actie. Tegelijkertijd lezen mensen kranten, kijken ze televisie. Welke rol speelt de media hierin?   

Ik hoop op de dag dat er een onderzoek komt naar de rol van westerse media in deze genocide. Dit is niet zomaar een vergeten genocide, maar een genocide die is gerechtvaardigd en mogelijk gemaakt. Media hebben de Israëlische militaire lijn gevolgd, termen overgenomen, soms zelfs nep nieuws versterkt, zoals het vermeende Hamas-hoofdkwartier onder Al-Shifa ziekenhuis, wat de vernietiging ervan moest rechtvaardigen. Ze herhalen de mantra’s van menselijke schilden en terroristen, waardoor alle Palestijnen worden neergezet als terroristen of hun handlangers. Door subtiele taal wordt een onwettige situatie genormaliseerd, alsof Palestijnen dit zelf hebben veroorzaakt.   

Denk je dat media dit bewust doen? Wat hebben ze erbij te winnen?   

Er is enorme druk. Er zijn lopende onderzoeken die aantonen dat pro-Israëlische pressiegroepen censuur uitoefenen en zelfcensuur afdwingen. Journalisten zijn ontslagen omdat ze bepaalde woorden gebruikten. Je mag het woord genocide niet eens in twijfel trekken, en in sommige landen is er geen berichtgeving geweest over de voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof. Daarom moet er een Europees onderzoek komen. In Rwanda en voormalig Joegoslavië hebben mediakanalen bijgedragen aan een omgeving die genocide mogelijk maakte.    

Als journalist vind ik dit moeilijk om te horen, maar ik herken deze signalen. Ik presenteerde ooit een talkshow en interviewde een politicus over Israël. Dit was vóór 7 oktober en ik noemde apartheid en werd bestempeld als antisemiet.   

Zie je hoe absurd dat is? We bagatelliseren en trivialiseren echt antisemitisme. Dit raakt me diep, want dit is het continent waar wij de Joodse bevolking hebben uitgeroeid. Dit is onze geschiedenis, onze verantwoordelijkheid. Antisemitisme is discriminatie tegen Joden als Joden. Net zoals anti-Arabisme en islamofobie discriminatie zijn tegen Arabieren of moslims. Maar tegenwoordig betekent een beschuldiging van antisemitisme niets meer dan kritiek op de staat Israël. Sinds wanneer leidt kritiek op een staat tot een aanklacht van discriminatie?   

Mijn werkgever moest reageren op de backlash. Ik stond in een vacuüm waarin de omroep zei: ‘We moeten dit uitleggen.’    

Omdat ze de woorden niet hebben.   

Precies. Want je zegt dat media bewust een bepaalde framing gebruiken, maar veel omroepen en nieuwsagentschappen hebben misschien gewoon te weinig kennis.   

Dat dacht ik vroeger ook. Nu zie ik het als bewuste onwetendheid, zelfcensuur en soms zelfs opzettelijke censuur. Ik heb getuigenissen gehoord van journalisten, ook Palestijnen, die werden ontslagen of gemarginaliseerd. In Duitsland was recent een zaak van een journalist met Palestijnse afkomst die zwaar werd gediscrimineerd. Dit is geen uitzondering. Het probleem is de manipulatie: jij werd niet van antisemitisme beschuldigd omdat je iets discriminerends zei over Joden, maar omdat je Israël bekritiseerde. Kijk naar de Jeruzalemverklaring over antisemitisme, opgesteld door meer dan 350 Joodse academici. Zij verwerpen de gelijkschakeling van Jodendom en de staat Israël. Jodendom is divers; sommige Joden identificeren zich met Israël, anderen niet. Antisemitisme moet benoemd worden voor wat het echt is, in plaats van te worden rondgestrooid als confetti. 

Laatste vraag. Wanneer kunnen we je nieuwe rapport verwachten?   

Tegen juni van dit jaar. En ik kan niet wachten.   

Waar gaat het over?   

Het gaat over wat ik de matrix noem: de private sector. De militaire sector, bedrijven en de surveillance-industrie. Israël opereert echt als een militaire staat, en het heeft Palestina en de Palestijnen—zoals Anthony Loewenstein beschrijft in zijn fenomenale boek The Palestine Laboratory—gebruikt als een laboratorium. Een testomgeving voor wapens en andere technieken, waaronder massale opsluitingstechnieken. Het is verschrikkelijk.   

En opnieuw, omdat Israël deze systemen wereldwijd verkoopt—systemen om te onderdrukken en te bespioneren—vormt dit een gevaar voor ons allemaal.   

Maar er zijn ook ogenschijnlijk onschuldige bedrijven, zakenlieden, pensioenfondsen en zelfs liefdadigheidsinstellingen. Er zijn liefdadigheidsinstellingen en individuen die Palestijnse eigendommen verkopen vanuit westerse hoofdsteden. Dat is onacceptabel en moet stoppen.  

Er is niet alleen een juridische verplichting, maar ook een ethische plicht om niet bij te dragen aan de bezetting, om niet te kopen van de bezetting. En daarom wil ik opnieuw een alternatief bieden—een betere manier om samen te leven. Daarom zeg ik: laat er gerechtigheid zijn. 

© 2007 - 2025 The Rights Forum / Privacy Policy