View this post on Instagram
Internationale bedrijven verdienen grof geld aan de vernietiging van Palestina, laat een nieuw rapport van VN-rapporteur Francesca Albanese zien. Deze bedrijven zijn medeplichtig aan de Israëlische bezetting en de genocide in Gaza, en kunnen strafrechtelijk worden vervolgd.
Sinds haar aanstelling als speciaal rapporteur voor de bezette Palestijnse gebieden drie jaar geleden, heeft Francesca Albanese een serie rapporten uitgebracht die de omvang van de mensenrechtenschendingen gepleegd door Israël in detail aan het licht brengen. Haar nieuwste rapport gaat in op de internationale structuren die schuilgaan achter die schendingen.
Het rapport is baanbrekend in het blootleggen van de economische dimensie van de genocide in Gaza. Het laat zien hoe internationale bedrijven zich hebben ontpopt van belangrijke pijlers van de bezettingseconomie tot aanjagers van genocide.
‘Dit is niet business as usual’, schrijft Albanese op X. ‘[Mijn rapport] laat zien hoe bedrijven de vernietiging van Palestina hebben aangewakkerd en gelegitimeerd. Genocide, zo blijkt, is winstgevend. Dit kan niet doorgaan, er moet verantwoording komen.’
Het rapport noemt 48 bedrijven en andere entiteiten – naast wapenfabrikanten ook techgiganten zoals Microsoft, Google en Amazon – die meewerken aan de bezetting en genocide in Palestina. Deze kerngroep is slechts ‘het topje van de ijsberg’. Daarnaast is er een database van nog eens duizend entiteiten die onderzocht worden op hun betrokkenheid bij de misdaden van Israël.
De betrokkenheid van de private sectoren bij de kolonisatie van Palestina is niet nieuw. Bedrijven spelen al sinds het begin van de twintigste eeuw een rol in het aanjagen en mogelijk maken van de ontheemding en vervanging van de Arabische bevolking van Palestina, stelt het rapport. Na de bezetting van de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en de Gazastrook in 1967 nam de onteigening en ontheemding van Palestijnen een vlucht.
De private sector voorzag Israël van de wapens en machines om ‘huizen, scholen, ziekenhuizen, gebedshuizen en olijfgaarden te vernietigen, om gemeenschappen te segregeren en controleren, en om hen de toegang tot natuurlijke hulpbronnen te ontzeggen’. Daarmee heeft de private sector bijgedragen aan het creëren van de voorwaarden voor etnische zuivering en het ontnemen van het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen, aldus het rapport.
Bedrijven hebben ook een sleutelrol gespeeld in het afknijpen van de Palestijnse economie en profiteren van de uitbuiting van Palestijnse arbeidskrachten en grondstoffen. Banken, pensioenfondsen en verzekeraars hebben de financiële middelen verschaft voor de bezetting. Universiteiten hebben wapens ontwikkeld, structureel geweld gelegitimeerd en de politieke ideologie ondersteund die ten grondslag ligt aan de kolonisatie van Palestina.
Dit was de situatie vóór 7 oktober 2023. Daarna heeft er een transformatie plaatsgevonden, aldus het rapport. ‘Entiteiten die voorheen de Palestijnse eliminatie en uitwissing binnen de bezettingseconomie mogelijk maakten en daarvan profiteerden, zijn nu, in plaats van zich terug te trekken, betrokken bij de economie van genocide.’
In het jaarlijkse rapport Don’t buy into occupation van onder meer The Rights Forum staat welke bedrijven, banken en pensioenfondsen profiteren van en bijdragen aan de Israëlische bezetting. De lijst van bedrijven in het rapport van Albanese overlapt voor een groot deel met deze lijst.
Bekende partijen zijn Booking.com en Airbnb vanwege hun activiteiten in illegale nederzettingen, Caterpillar en Hyundai vanwege het leveren van bulldozers die gebruikt worden bij de sloop van Palestijnse bezittingen, en IBM en HP voor het leveren van surveillancesoftware en opslag van biometrische data om Palestijnen te monitoren en controleren.
De ‘economie van bezetting’ is daarmee al bekender bij het grote publiek. Maar hoe ziet de ‘economie van genocide’ eruit?
Albanese identificeert acht ‘sectoren’ betrokken bij de bezetting die zich hebben aangepast aan de genocidale praktijken van Israël: militair, surveillance, zware machines, constructie, extractie van grondstoffen, handel, financiering en universiteiten.
In de categorie financiering wordt ook de Nederlandse organisatie Christenen voor Israël genoemd, met een verwijzing naar het onderzoek van Investico, BOOS, De Groene Amsterdammer en het Nederlands Dagblad eerder dit jaar. Daaruit bleek dat Christenen voor Israël geld ophaalde voor de bouw van een nieuwe wijk in een illegale Israëlische nederzetting in bezet Palestina.
Grote internationale banken en pensioenfondsen hebben er met investeringen in Israël voor gezorgd dat de Israëlische economie kon blijven draaien, ondanks de vele miljarden die het land uitgeeft om zijn genocidale geweld en bezetting vol te houden.
View this post on Instagram
In de categorie surveillance noemt het rapport Microsoft, Alphabet (het moederbedrijf van Google) en Amazon, partijen die niet eerder zo expliciet werden gelinkt aan de genocide.
‘De Israëlische systemen van apartheid, militaire controle en bevolkingscontrole genereren steeds meer data, waar opslag voor nodig is’, staat in het rapport. Israël sloot in 2021 een contract met Alphabet om de infrastructuur te leveren voor deze dataopslag. Technologie van Microsoft wordt gebruikt in het Israëlische gevangeniswezen, de politie en het leger.
Toen in oktober 2023 de cloud van het Israëlische leger overbelast raakte, zorgden Microsoft, Alphabet en Amazon voor extra capaciteit voor opslag en AI-infrastructuur. Ook het bedrijf Palantir, dat AI-technologie ontwikkelt en levert, heeft de samenwerking met Israël fors uitgebreid sinds oktober 2023.
Dit is extra problematisch, gezien het gebruik van AI-programma’s door het leger om doelwitten in Gaza te identificeren. In toenemende mate bepaalt AI wie leeft en wie sterft in Gaza. Meerdere media-onderzoeken hebben al eerder laten zien dat het gebruik van AI een grote rol heeft gespeeld in de schrikbarend hoge aantallen burgerslachtoffers in Gaza.
De VS is niet blij met het feit dat de Amerikaanse techgiganten worden uitgelicht in het rapport. De Amerikaanse missie bij de VN beschuldigt Albanese van ‘politieke en economische oorlogsvoering tegen de Amerikaanse en mondiale economie’.
De wapenindustrie speelt – niet verrassend – een grote rol in het mogelijk maken van de genocide in Gaza. Het rapport van Albanese omschrijft Israëlische militaire technologieën als ‘instrumenten voor massamoord en vernietiging’.
‘Zware machines, die voorheen werden gebruikt voor de sloop van huizen en infrastructuur op de Westelijke Jordaanoever, zijn omgebouwd om het stedelijke landschap van Gaza te vernietigen en te voorkomen dat ontheemde bevolkingsgroepen terugkeren’, staat in het rapport.
De concurrentie én samenwerking tussen bedrijven heeft geleid tot het perfectioneren van technologieën die ‘Israël in staat hebben gesteld de onderdrukking en verwoesting te intensiveren’. Gaza is een proefterrein geworden voor dergelijke nieuwe militaire technologieën – denk aan kamikazedrones, quadcopters, en de ‘killer robots’ die een grote rol speelden in het vernietigen van het Kamal Adwan-ziekenhuis in december 2024. Vervolgens worden deze nieuwe wapens in de markt gezet als ‘beproefd op het slagveld’.
Het is bijzonder luguber hoe winstgevend deze activiteiten zijn. De winsten van Israëlische wapenfabrikanten zijn sterk gestegen en ook buitenlandse bedrijven hebben goed verdiend aan de slachting van Palestijnen.
De conclusie van het VN-rapport luidt dan ook: ‘Terwijl het leven in Gaza wordt vernietigd en de aanval op de Westelijke Jordaanoever escaleert, laat dit rapport zien waarom de genocide die door Israël wordt uitgevoerd voortduurt: omdat het voor velen lucratief is.’
Het rapport doet een aantal aanbevelingen aan VN-lidstaten om in te grijpen tegen Israël. Bijvoorbeeld met een volledig wapenembargo, inclusief zogeheten ‘dual-use goederen’ die ook voor militaire doeleinden kunnen worden ingezet, zoals bulldozers en politiehonden. Andere aanbevelingen zijn het opschorten van handelsverdragen met Israël en het vervolgen van bedrijven die betrokken zijn bij schendingen van het internationaal recht in Palestina.
In de Nederlandse context zou dit concreet kunnen gaan om een volledig wapenembargo, het opschorten van het EU-Israël Associatieverdrag, en het vervolgen van partijen zoals Booking.com en Christenen voor Israël, vanwege hun bijdrage aan de illegale nederzettingen en daarmee aan schendingen van het internationaal recht.
The Rights Forum zet zich actief in voor een aantal van deze aanbevelingen, zoals de rechtszaken tegen de Nederlandse staat om de export naar Israël van F-35-onderdelen te stoppen, en de aangifte tegen Booking.com vanwege witwassen (het halen van winst uit een criminele activiteit, namelijk de illegale nederzettingen).
Albanese houdt het niet bij het identificeren van bedrijven die betrokken zijn bij de genocide. Haar rapport maakt ook duidelijk dat dit strafrechtelijke gevolgen voor deze bedrijven met zich meebrengt. Onder het internationaal recht heeft namelijk ook de private sector de juridische verplichting om te verhinderen dat zijn activiteiten mensenrechtenschendingen veroorzaken, daaraan bijdragen, of er direct mee in verband staan. Bedrijven en hun directeuren kunnen hiervoor ter verantwoording worden geroepen, en strafrechtelijk voor worden vervolgd.