Met onder andere: kolonistenaanvallen tijdens de olijvenoogst, Bundestag 3 for Palestine klaagt Duitse parlement aan, en overleg over vredesconferentie begint vorm te krijgen.
De start van de periode waarin in Palestina de olijven worden geplukt is dit jaar weer gepaard gegaan met meerdere aanvallen van kolonisten en met door Israëlische bezettingstroepen opgeworpen belemmeringen. In Huwarah, een dorp in de buurt van Nablus, werden op 7 oktober Palestijnse boeren tijdens het plukken door kolonisten aangevallen, onder toeziend oog van Israëlische troepen. Vier Palestijnen raakten daarbij gewond. Op 9 oktober gooide een Israëlische kolonist een aantal molotovcocktails in een olijfboomgaard in het dorp Safa, en stak op die manier honderden vruchtdragende olijfbomen in brand. Het Israëlische leger weerhield de plaatselijke bevolking ervan om de boomgaard te bereiken en het vuur te doven. Pas nadat de brand zich begon uit te breiden in de richting van de illegale nederzetting Kfar Ha’oranim, zetten de Israëlische autoriteiten vliegtuigen in om het vuur te beheersen. Ook in de dorpen Salfit, Yatta en Deir Ballut werden tientallen olijfbomen in brand gestoken. Bij een andere kolonistenaanval op 9 oktober raakte een eenjarige Palestijnse peuter gewond. Kolonisten gooiden stenen naar de auto waar het jongetje met zijn familie in reed.
Daarnaast maken de Israëlische autoriteiten veel Palestijnse boeren het oogsten onmogelijk door hen de toegang tot hun boomgaard te ontzeggen, of hen niet genoeg tijd te geven om alle olijven te plukken. Vorige week voerde de Israëlische militaire bevelhebber op de bezette Westelijke Jordaanoever meer dan zestig bevelen uit om olijfgaarden in verschillende gebieden te sluiten. Zo verhinderden Israëlische troepen in Deir al-Ghusun op 11 oktober dat een groep Palestijnse boeren hun olijfboomgaarden kon bereiken om hun gewassen te oogsten. Grote stukken Palestijnse landbouwgrond zijn bovendien ingelijfd bij het grondgebied van illegale Israëlische nederzettingen, en daarmee automatisch buiten het bereik van de rechtmatige Palestijnse eigenaren gekomen.
Een Israëlische rechtbank heeft op 8 oktober besloten dat een nieuwe Palestijnse school op de bezette Westelijke Jordaanoever gesloopt moet worden. De rechtbank oordeelde dat de school zonder de benodigde bouwvergunning was gebouwd.
De school bevindt zich in Ras al-Tin, een bedoeïenengemeenschap ten oosten van Ramallah, en voorziet vijftig leerlingen van groep één tot en met zes van onderwijs. Ras al-Tin ligt in Area C, het deel van de Westelijke Jordaanoever dat sinds 1993 onder volledige Israëlische controle staat. De school is onlangs gebouwd en wordt gerund door het Palestijnse ministerie van Onderwijs. De bouw werd medegefinancierd door Frankrijk, Finland, Italië, Luxemburg, Ierland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.
Zoals wij in september uitgebreid beschreven sloopte Israël sinds 2009 1.164 met internationale hulp gerealiseerde projecten, waaronder scholen. Die strategie betaalt zich uit. Werden in 2015 met internationale (vooral Europese) financiering nog 75 hulpprojecten uitgevoerd ten bate van de Palestijnen, in 2019 waren dat er nog slechts twaalf.
In een verklaring die het kantoor van de Palestijnse premier Mohammed Shtayyeh op 9 oktober naar buiten bracht werd de sloop van de school ook uitgelegd als onderdeel van de Israëlische inspanningen om het donorlanden onmogelijk te maken effectief te investeren in de Palestijnse samenleving en instituties. Premier Shtayyeh riep internationale mensenrechten- en humanitaire organisaties en internationale bondgenoten op om in te grijpen en de sloop van de Ras al-Tin-school te voorkomen.
De VN-Veiligheidsraad zal eind oktober een open zitting houden waarin PA-president Mahmoud Abbas’ initiatief om een internationale vredesconferentie te organiseren zal worden besproken. Dat maakte Riyad Mansour, de permanente vertegenwoordiger van Palestina bij de VN, op 8 oktober bekend. Volgens Mansour is een groot aantal landen bereid mee te doen aan de open zitting, en gaan de Palestijnen de komende maanden in samenwerking met de Veiligheidsraad, het Midden-Oosten Kwartet (bestaande uit de Verenigde Staten, de Europese Unie, Rusland en de Verenigde Naties) en de Secretaris-Generaal van de VN aan de slag om de praktische zaken met betrekking tot de vredesconferentie op te helderen. Over drie maanden neemt Tunesië het tijdelijke voorzitterschap van de Veiligheidsraad over. Mansour hoopt tegen die tijd een heel eind te zijn met de voorbereidingen van de conferentie.
Onder de naam Bundestag 3 for Palestine (BT3P) hebben drie Duitse activisten het Duitse parlement aangeklaagd vanwege de niet-bindende resolutie over BDS die in 2019 werd aangenomen. In de resolutie wordt de BDS-campagne als antisemitisch bestempeld, wordt opgeroepen niet samen te werken met BDS-activisten en hun aanhangers, en worden staten, gemeenten en steden opgeroepen om evenementen die met BDS te maken hebben de toegang tot de publieke ruimte te ontzeggen. Volgens BT3P is dit een grove schending van het fundamentele recht op vrijheid van meningsuiting. BT3P bestaat uit de in Jeruzalem geboren Judith Bernstein, winnaar van de Aufrechter Gang-prijs voor het leggen van Stolpersteine ter nagedachtenis van in de Holocaust omgekomen Joden, de Duits-Palestijnse Amir Ali, wiens familie sinds 1948 als vluchtelingen in Jordanië woont, en Christoph Glanz, een Duitse antiracisme activist die als vrijwilliger bij de BDS-campagne is betrokken. Zij worden bijgestaan door advocaat Ahmed Abed, die meerdere malen met succes de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering heeft verdedigd van organisaties die de BDS-campagne steunen. Ook het European Legal Support Center (ELSC), de organisatie die mede is opgericht door The Rights Forum met het doel Europese Palestina-activisten juridisch te beschermen, steunt BT3P in hun actie tegen het Duitse parlement.
Israël en Hamas hebben met bemiddeling van Qatar een wapenstilstand bereikt. Dat meldde het Israëlische Channel 12-nieuws op 11 oktober en is ook door Arabische media overgenomen. De overeengekomen wapenstilstand moet zes maanden duren. Als onderdeel van de overeenkomst zal Qatar $100 miljoen in steun aan Hamas overmaken. Yossi Cohen, de chef van de Mossad, Israëls inlichtingendienst, heeft namens Israël de overeenkomst onderhandeld.
Uit een opiniepeiling blijkt dat burgers van dertien Arabische landen overweldigend tegen normalisatie met Israël zijn, ondanks dat sommige van hun regeringen overwegen om diplomatieke banden met Israël aan te gaan. Uit de jaarlijkse Arab Opinion Index (AOI) die op 6 oktober werd gepubliceerd door het Arab Center for Research and Policy Studies, bleek dat meer dan 85 procent van de 28.000 respondenten tegen diplomatieke erkenning van Israël is. Slechts zes procent van de ondervraagden zei dat ze een dergelijke stap zouden steunen. Van de deelnemers uit Soedan, dat door sommigen wordt gezien als het volgende land dat waarschijnlijk banden met Israël aan zal gaan, was 79 procent tegen normalisatie; slechts 13 procent ondersteunt een eventuele toekomstige overeenkomst.
Hoe onderdrukken Israëlische en Palestijnse autoriteiten digitale rechten? En welke rol spelen grote tech bedrijven hierin? Kom erachter tijdens de webinar op 15 oktober, die wij samen met Oxfam Novib, SOMO en Pax voor Vrede organiseren. U kunt zich hier aanmelden voor de webinar.