Met onder andere: Israëlische aanvallen op met buitenlandse hulp gefinancierde projecten in 2021 verdubbeld, Israël verhindert bijeenkomst ter voorbereiding Palestijnse verkiezingen, en VN-experts slaan alarm over toenemend kolonistengeweld.
De Israëlische aanvallen op met buitenlandse hulp gefinancierde projecten in de bezette Palestijnse gebieden zijn in het eerste kwartaal van 2021 verdubbeld ten opzichte van het maandelijkse gemiddelde van vorig jaar. Dat blijkt uit een rapport van het VN-Agentschap voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken (UN OCHA) over de Israëlische sloopwerkzaamheden in bezet Palestijns gebied. Volgens UN OCHA hebben de Israëlische autoriteiten in maart 58 Palestijnse gebouwen gesloopt of in beslag genomen, waardoor 81 Palestijnen ontheemd raakten. 16 van de getroffen gebouwen waren tot stand gekomen met buitenlandse steun. Daarbovenop deelden de Israëlische autoriteiten nieuwe sloopopdrachten uit voor 29 door donoren gefinancierde gebouwen.
Ruim de helft van de getroffen gebouwen bevond zich in het C-gebied van de Westelijke Jordaanoever, dat onder volledige controle staat van Israël. Met name de bedoeïenengemeenschappen in de Jordaanvallei waren daarvan het slachtoffer. Deze gemeenschappen behoren tot de meest kwetsbare op de Westelijke Jordaanoever, met beperkte toegang tot onderwijs en gezondheidsdiensten, en tot water, sanitaire voorzieningen en elektriciteitsinfrastructuur.
Eind februari verzocht de gemeente Jeruzalem een lokale rechtbank om de sloopopdrachten van ongeveer 70 Palestijnse huizen in het Al Bustan-gebied in de wijk Silwan in Oost-Jeruzalem, opnieuw in werking te stellen. Als de rechtbank daarmee instemt lopen 1500 Palestijnen gevaar uit hun huizen te worden gezet. De gemeente heeft al jaren plannen om een toeristisch en archeologisch park in het gebied te bouwen, maar onder druk van de plaatselijke bevolking werden de sloopopdrachten in 2010 tijdelijk een halt toegeroepen. Daar probeert de gemeente nu dus een einde aan te maken.
De Israëlische politie heeft op 17 april een persconferentie van kandidaten voor de Palestijnse parlementaire verkiezingen gedwarsboomd. Drie kandidaten – Ashraf A’war, Nasser Qous en Ratiba Natsha – werden door de politie gearresteerd. Ook zette de politie de omgeving van het hotel in Oost-Jeruzalem waar de persconferentie zou plaatsvinden af, en werden de documenten van voorbijgangers en de mensen die de conferentie zouden bijwonen gecontroleerd. De conferentie zou in het teken hebben gestaan van het recht van de Palestijnen in Oost-Jeruzalem om hun stem uit te brengen tijdens de Palestijnse verkiezingen, en de manier waarop dat recht kan worden gewaarborgd. Israël verbiedt alle activiteiten van de Palestijnse Autoriteit in Oost-Jeruzalem, en wil voorkomen dat de Palestijnse inwoners van de stad hun stem kunnen uitbrengen.
Drie VN-mensenrechtenexperts hebben op 14 april gewaarschuwd dat het geweld van Israëlische kolonisten tegen Palestijnen de afgelopen maanden aanzienlijk is toegenomen. In hun verklaring wijzen de drie experts, Michael Lynk, Balakrishnan Rajagopal en Claudia Mahler, op cijfers van UN OCHA. In 2020 registreerde deze VN-organisatie in totaal 771 gevallen van kolonistengeweld. In de eerste drie maanden van 2021 zijn er al 210 geweldsincidenten gedocumenteerd. Volgens de experts maken de gewelddadigheden het dagelijks leven van Palestijnen ‘onhoudbaar’.
De experts verklaren dat het geweld door kolonisten overwegend ideologisch gemotiveerd is en in de eerste plaats is bedoeld om land over te nemen, maar ook om Palestijnen te intimideren en terroriseren. Het geweld en de intimidatie verhinderen Palestijnen vaak om hun land te betreden en te bewerken, en creëren een dwingende omgeving die de Palestijnen onder druk zet om uit bepaalde gebieden weg te blijven of zelfs te verhuizen. Ook zwangere vrouwen, jonge kinderen en oude mensen zijn doelwitten voor de kolonisten. De nieuwssite Mondoweiss besteedde afgelopen week ook aandacht aan het kolonistengeweld, door videobeelden van verschillende aanvallen op een rij te zetten.
In de verklaring roepen de mensenrechtenexperts het Israëlische leger en de politie op om de geweldsincidenten te onderzoeken en de verantwoordelijken te vervolgen. ‘We maken ons grote zorgen over de sfeer van straffeloosheid waarin deze aanslagen plaatsvinden,’ aldus de experts. ‘In veel gevallen was het Israëlische leger aanwezig, of in de buurt, en heeft het niet voldoende maatregelen genomen om de Palestijnen tegen dit geweld te beschermen.’ Tenslotte roepen de drie experts ook de internationale gemeenschap op om tot actie over te gaan. Die zou ‘aanzienlijke kosten [moeten] verbinden aan de langdurige Israëlische bezetting, en eisen dat de bezettende mogendheid het nederzettingenproject onmiddellijk stopzet.’
Het Israëlische leger heeft op 17 april luchtaanvallen uitgevoerd op Gaza. Twee Palestijnen raakten gewond op een locatie in het zuiden van de Gazastrook, ten westen van de stad Rafah, waar Israëlische gevechtsvliegtuigen drie raketten afvuurden. Ook werden er raketten afgevuurd op een stuk open landbouwgrond tussen Rafah en Khan Younis. De gevechtsvliegtuigen troffen daarnaast doelwitten in het noorden van de Gazastrook, waarbij schade werd toegebracht aan nabijgelegen huizen van burgers. Daarbij raakten geen mensen gewond. Volgens het Israëlische leger waren de getroffen doelwitten trainingsfaciliteiten van Hamas en opslagplaatsen voor wapens. De luchtaanvallen zouden een reactie zijn op een projectiel dat op de avond van 16 april vanuit Gaza was afgevuurd en in een open gebied in het zuiden van Israël terecht was gekomen. Dat projectiel veroorzaakte geen materiële schade of verwondingen.
In slechts twee weken tijd zullen zes Palestijnse families, bestaande uit 27 mensen, door de Israëlische autoriteiten uit hun huizen worden gegooid en op straat worden gezet. Israëlische kolonisten zullen hun plaats innemen. Het lot van de families uit de wijk Sheikh Jarrah in het bezette Oost-Jeruzalem lijkt bezegeld. Een Israëlische rechtbank verwierp het hoger beroep dat de families in februari hadden ingediend en beval hen hun huizen voor 2 mei 2021 te verlaten.
Een ander hoger beroep, dat werd ingediend door zeven andere families in Sheikh Jarrah, werd in maart door dezelfde Israëlische rechtbank afgewezen. Deze families, bestaande uit 31 mensen, onder wie acht kinderen, hebben tot 1 augustus de tijd gekregen om hun huizen te verlaten. Als de gezinnen hun huizen, waar ze al bijna 65 jaar onafgebroken wonen, niet tijdig verlaten, zullen ze met geweld worden verwijderd door de Israëlische autoriteiten.
De enige hoop voor de getroffen families om hun huis te redden van de overname door Israëlische kolonisten, is een beroep bij het Israëlische Hooggerechtshof. Die rechtbank staat er echter om bekend de koloniale projecten van de Israëlische autoriteiten in Jeruzalem te steunen, zonder daarbij de rechten van de Palestijnse inwoners van de stad in acht te nemen.
Daarnaast hebben de bewoners, gesteund door een coalitie van Palestijnse, Israëlische en buitenlandse organisaties, een brief opgesteld aan de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof, Fatou Bensouda. In de brief roepen de ondertekenaars Bensouda op om de gedwongen uit huis plaatsing van de families in Sheikh Jarrah op te nemen in het onderzoek van het Strafhof naar oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in de bezette Palestijnse gebieden. Ook The Rights Forum heeft zich als ondertekenaar van de brief achter de oproep geschaard.
De afgelopen jaren zijn tientallen buren, vrienden en familieleden van de families in Sheikh Jarrah op dezelfde manier uit hun huizen gezet, ten gunste van Israëlische kolonisten. In 2002 werden 43 Palestijnen uit de buurt uit huis gezet nadat ze een juridische strijd tegen de Israëlische kolonisten hadden verloren; in 2008 werd de helft van het huis van de familie Al-Kurd overgenomen door een groep kolonisten; in 2009 werden de families Hanoun en Ghawi gedwongen te vertrekken; en in 2017 kwam de familie Shamasneh op straat te staan, waaronder de 75-jarige Fahamiya Shamasneh en haar 84-jarige echtgenoot Ayoub.
Het Amerikaanse Congreslid Betty McCollum heeft op 15 april een wetsvoorstel ingediend waarin staat dat Israël niet mag worden toegestaan Amerikaans belastinggeld te gebruiken voor het doden, martelen, gevangennemen, gedwongen verplaatsen of op een andere manier schaden van Palestijnse kinderen en families. Het Democratische Congreslid uit Minnesota is voortrekker in de Verenigde Staten als het gaat om de bescherming van de rechten van Palestijnen. De afgelopen jaren diende zij al wetsvoorstellen in waarin de detentie en mishandeling van Palestijnse kinderen werden veroordeeld, en waarin werd opgeroepen de Israëlische annexatie van Palestijns gebied niet te steunen.
In het nieuwe wetsvoorstel herhaalt McCollum de kritiek uit haar eerdere resoluties, en gaat daarnaast in op onderwerpen die niet eerder door het Amerikaanse Congres behandeld zijn. Het wetsvoorstel is daarmee het meest vergaande en alomvattende Amerikaanse politieke initiatief om de rechten van Palestijnen te beschermen, en een duidelijk teken van de groeiende oppositie binnen de Democratische partij tegen de Israëlische bezetting.
McCollum veroordeelt onder andere de gedwongen bevolkingsoverdracht van Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem door middel van sloop en uithuiszettingen. Het wetsvoorstel roept dan ook op te verbieden dat Amerikaanse steun wordt gebruikt voor ‘de inbeslagname, toe-eigening of vernietiging van Palestijnse eigendommen en gedwongen overdracht van burgers in de door Israël gecontroleerde en bezette Westelijke Jordaanoever in strijd met het internationaal humanitair recht’.
Het wetsvoorstel zou ook strikte en gedetailleerde certificerings- en rapportagevereisten opleggen aan de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken. Deze vereisten zouden ervoor moeten zorgen dat aan de Amerikaanse financieringsverboden wordt voldaan, en zouden informatie verschaffen over de aard en omvang van de Israëlische kolonisatie, gedwongen verplaatsing van Palestijnen en mishandeling van Palestijnse kinderen.
Het wetsvoorstel werd mede ingediend door dertien Democratische Congresleden, en gesteund door een groot aantal Amerikaanse, Israëlische en Palestijnse organisaties. In een verklaring zei McCollum: ‘Ik ben er sterk van overtuigd dat er onder het Amerikaanse volk een groeiende consensus bestaat dat het Palestijnse volk gerechtigheid, gelijkheid, mensenrechten en het recht op zelfbeschikking verdient. De ongekende goedkeuring van dit wetsvoorstel door zowel mensenrechtenorganisaties als christelijke, joodse en moslimorganisaties duidt op een energieke beweging ter ondersteuning van de mensenrechten voor Palestijnen.’
De Israëlische mensenrechtenorganisatie Peace Now heeft vorige week zijn jaarrapport over de Israëlische kolonisering van de Westelijke Jordaanoever gepubliceerd. Uit het rapport, getiteld ‘From De Jure to De Facto Annexation’, wordt duidelijk dat Israël de kolonisering van Palestijns gebied in 2020 in hoog tempo heeft voortgezet. Zo werden er elf nieuwe illegale ‘buitenposten’ opgezet, en begonnen de Israëlische autoriteiten met de bouw van 2.433 nieuwe woningen. Het jaarlijkse gemiddelde van bouwprojecten onder de regering-Trump was 28 procent hoger dan het gemiddelde onder zijn voorganger president Obama.
Er lijkt aan de Israëlische bouwdrift in Palestijns gebied voorlopig nog geen einde te komen. In 2020 werden er plannen uitgewerkt voor 12.159 wooneenheden, verspreid over 55 kolonies. Daarnaast werden er aanbestedingen uitgeschreven voor 3.512 wooneenheden. In januari 2021 werden er daarbovenop nog eens plannen ontwikkeld voor 780 woningen.
Het volledige rapport, dat hier te lezen is, gaat ook in op de uitbreiding van het wegennetwerk voor kolonisten op de Westelijke Jordaanoever en de rechterlijke besluiten om families in Sheikh Jarrah uit hun huizen te zetten.
In De Kaarten op Tafel – Israël & Palestina in podcastformaat gaan Maarten en Wytze samen met een divers palet aan gasten op zoek naar nieuwe en grensverleggende manieren om het Israëlisch-Palestijns conflict te begrijpen. Maandelijks gaan zij in gesprek met sprekers die zich, ieder op hun eigen manier, engageren met Israël en Palestina. Stichting The Rights Forum stuurt Maarten en Wytze, twee onbevangen doch geëngageerde studenten op pad om een nieuw geluid te laten horen, de prangende vragen te stellen, en om voor de luisteraar de kaarten op tafel te leggen.
In de eerste aflevering van De Kaarten op Tafel, die op 17 april verscheen, bespreken Maarten en Wytze de kwestie-Israël/Palestina in de Nederlandse politieke arena. Samen met dr. Peter Malcontent duiken ze in wat is omschreven als het meest binnenlandse buitenlanddossier van Den Haag. Waarom zorgt het Israëlisch-Palestijnse conflict al decennia voor verdeeldheid en emotionele discussie in Den Haag? Dr. Peter Malcontent is Universitair Docent aan de Universiteit en specialist op het terrein van de geschiedenis van de mensenrechten en het Nederlandse buitenlandse beleid op dat gebied. Dr. Malcontent is daarnaast de auteur van het boek met de veelzeggende titel Een Open Zenuw – Nederland, Israël & Palestina.
De Kaarten op Tafel – Israël & Palestina in podcastformaat is via deze link op Spotify te beluisteren.