Met onder andere: Palestijnen in Gaza neergeschoten door Israëlische troepen, Israëlische grenspolitie gewond, Palestijnse Autoriteit arresteert opnieuw critici, en ombudsman concludeert dat tweets Tofik Dibi niet antisemitisch waren.
Op 21 augustus zijn bij demonstraties bij het grenshek tussen Gaza en Israël tenminste 41 Palestijnen en een Israëlische soldaat gewond geraakt. De demonstraties werden georganiseerd in het kader van de jaarlijkse herdenking van de brandstichting van de Al-Aqsa-moskee in 1969 en tegen de Israëlische blokkade van Gaza. Een groot deel van de Palestijnse gewonden werden geraakt met scherpe munitie. Een dertienjarige jongen werd in zijn hoofd geschoten en verkeert in kritieke toestand. De Israëlische soldaat raakte zwaargewond toen een Palestijnse man schoten op hem afvuurde door een gat in de muur tussen Gaza en Israël, enkele momenten nadat de soldaat vanuit datzelfde gat op de demonstranten had geschoten. De soldaat werd in zijn hoofd geraakt en wordt behandeld in het ziekenhuis.
Het was voor het eerst sinds december 2019 dat er een grote demonstratie bij het grenshek plaatsvond, dat in het verleden vaker het toneel is geweest van geweld. Vers in het geheugen ligt de slachting die Israël in 2018 aanrichtte onder Palestijnse demonstranten tijdens de Grote Mars van Terugkeer, waarbij Israëlische scherpschutters de burgerbevolking beschoten. Bij het Israëlische geweld vielen tenminste 189 doden en ruim 23 duizend gewonden. Naar aanleiding van dat schokkende optreden van het Israëlische leger gaf toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok in mei 2018 aan een ‘onafhankelijk, onpartijdig, prompt en gedegen’ onderzoek van Israël te verwachten. Ruim drie jaar later is dat rapport nog niet verschenen. Een Commission of Inquiry van de VN en van de UNRWA publiceerden wel rapporten over de Grote Mars van Terugkeer, waaruit blijkt dat op grote schaal demonstranten zijn doodgeschoten die geen bedreiging voor Israëlische soldaten vormden.
De Israëlische premier Naftali Bennett en minister van Defensie Benny Gantz reageerden met harde woorden op het nieuws dat een Israëlische soldaat gewond was geraakt. ‘We zullen de rekening vereffenen met iedereen die onze strijders en burgers schade toebrengt’, aldus Bennett. Die nacht voerde het Israëlische leger luchtaanvallen uit op verschillende locaties in Gaza. Volgens het Israëlische leger waren de getroffen doelen opslagplaatsen voor wapens van Hamas. Hamas veroordeelde de nachtelijke aanvallen en sprak van ‘een aanval op weerloze burgers’.
Als reactie op het geweld besloot Egypte om de Rafah-grensovergang, de enige plek waar Palestijnen Gaza kunnen verlaten die niet onder controle van Israël staat, te sluiten. Egypte probeert al maanden een verlengd staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas tot stand te brengen en het geweld van afgelopen weekend werd gezien als een tegenslag bij de pogingen dit te realiseren. De Palestijnen in Gaza kunnen op deze manier echter geen kant op, aangezien de Rafah-grensovergang de enige plek is waar Palestijnen zonder toestemming van Israël de kuststrook kunnen verlaten.
De veiligheidsdiensten van de Palestijnse Autoriteit (PA) hebben op 21 en 22 augustus bijna 30 politieke activisten gearresteerd die de vervolging eisten van degenen die verantwoordelijk zijn voor de moord op de uitgesproken PA-criticus Nizar Banat twee maanden geleden. Hoewel de openbaar aanklager van de PA op 22 augustus de meeste demonstranten die de dag ervoor waren gearresteerd vrijliet, zitten acht van hen nog tenminste 48 uur vast. Een opmerkelijk verschil met eerdere grootschalige arrestaties door de veiligheidsdiensten van de PA is dat de demonstranten al werden gearresteerd voordat de protestmars van start ging.
Volgens familieleden van de gearresteerde PA-critici werden tenminste drie van hen mishandeld door de veiligheidsdiensten. Eén van hen, Maher al-Akhras, moest voor behandeling in het ziekenhuis worden opgenomen. Al-Akhras heeft in het verleden in administratieve detentie in Israëlische gevangenissen vastgezeten. Om te protesteren tegen zijn detentie ging hij honderd dagen in hongerstaking, waarna hij uiteindelijk werd vrijgelaten.
Ziyad Amru, een activist die lid is van de protestgroep We’ve Had Enough, stelt dat de verantwoordelijkheid voor de arrestaties volledig bij PA-president Mahmoud Abbas en premier Mohammed Shtayyeh ligt. We’ve Had Enough zou hebben deelgenomen aan de op 22 mei geplande Palestijnse verkiezingen die op het laatste moment door president Abbas voor onbepaalde tijd werden uitgesteld.
Op 4 juni publiceerde The Rights Forum een artikel waarin wij stelden dat het nieuwsprogramma PowNews voormalig Tweede Kamerlid voor GroenLinks Tofik Dibi onterecht van antisemitisme beschuldigde. Die conclusie heeft de ombudsman van de NPO nu bevestigd.
Tijdens het nieuwsitem in kwestie stelden de PowNews-verslaggever en enkele gastsprekers dat twee tweets van Dibi over een pro-Israël-demonstratie ‘een antisemitisch karakter’ hadden. Verschillende kijkers dienden vervolgens klachten in bij de ombudsman, waarna die het item toetste aan de Journalistieke Code.
De conclusie van de ombudsman luidt dat de tweets van Dibi ‘niet (of niet simpelweg) als antisemitisch gekwalificeerd [kunnen] worden.’ ‘Om feitelijk de kwalificatie “antisemitisch” te rechtvaardigen zouden de tweets […] moeten getuigen van Jodenhaat, een beeld geven van Joden dat zich uit in haat tegen Joden, een anti-Joodse overtuiging uitdragen of gebaseerd zijn op stereotypen over Joden. Hoewel de eerste tweet volgens de ombudsman ‘niet fraai’ was, was die gericht op ‘de opstelling van de Kamerleden, het CIDI en Israël, niet anti-Joods. Dergelijke kritiek is niet per definitie antisemitisch.’ Ook de tweede tweet, waar Dibi een foto van kakkerlakken gebruikte bij een opmerking over De Telegraaf, is volgens de ombudsman niet antisemitisch.
Daarnaast beweerde de eindredacteur van PowNews dat Dibi gevraagd was om wederhoor maar niet op dat verzoek was ingegaan. Op Twitter stelt Dibi als reactie op de publicatie van het onderzoek van de ombudsman dat dit niet het geval is geweest.
Lees hier de gehele verklaring van de ombudsman.
Palestijnse medische bronnen hebben gerapporteerd dat Israëlische bezettingstroepen op 19 augustus traangasgranaten hebben afgevuurd op arbeiders die aan het werk waren op een stuk land ten zuiden van de stad Tulkarem op de Westelijke Jordaanoever. De traangasgranaten kwamen ook vlakbij twee scholen terecht, waardoor tientallen kinderen klachten kregen door het inademen van het traangas. Het bestuur van de twee scholen besloot de gebouwen te sluiten en de leerlingen naar huis te sturen om hun veiligheid te garanderen en uit angst voor verdere Israëlische beschietingen.
Palestijnse scholen en leerlingen worden regelmatig getroffen door Israëlisch geweld. Op 19 mei maakte Save the Children bekend dat als gevolg van de Israëlische bombardementen die maand vijftig scholen in Gaza beschadigd waren. In dezelfde periode raakten ook drie Israëlische scholen beschadigd door Palestijnse raketten die vanuit Gaza werden afgeschoten. Op de Westelijke Jordaanoever gaat er bovendien een constante dreiging uit van illegale Israëlische kolonisten. Tussen januari 2018 en juni 2020 voerden Israëlische troepen, particuliere bewakers en kolonisten gemiddeld tien aanvallen per maand op scholieren, schoolpersoneel en onderwijsfaciliteiten op de Westelijke Jordaanoever, zo blijkt uit een rapport uit november 2020 van de Norwegian Refugee Council.
Sinds het begin van 2021 hebben de Israëlische autoriteiten 46 WASH-voorzieningen (water, sanitaire voorzieningen en hygiëne) in de Palestijnse gebieden gesloopt of in beslag genomen. Dat maakte het Palestijnse WASH-cluster, een samenwerkingsverband van verschillende humanitaire organisaties en Palestijnse autoriteiten, op 19 augustus bekend.
Volgens het WASH-cluster hebben de Israëlische autoriteiten gedurende een periode van één maand drie massale sloopwerkzaamheden uitgevoerd in de gemeenschappen Khirbet Humsah, Ras Al-Tin en Ibziq. Deze vernietiging van WASH-faciliteiten vertegenwoordigt een toename van 40 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2020 en een toename van 300 procent wat betreft getroffen personen.
Voor veel Palestijnse gemeenschappen in het C-gebied van de Westelijke Jordaanoever, het gebied dat geheel onder controle van Israël staat, is het een enorme uitdaging om toegang te krijgen tot schoon en betaalbaar water, met name vanwege het gebrek aan vergunningen om waternetwerken aan te leggen en aan te sluiten. Bovendien worden natuurlijke waterbronnen regelmatig door Israëlische kolonisten ingenomen en wordt Palestijnen vervolgens niet langer toegestaan gebruik te maken van de waterbronnen. Zowel het drinkwater als het water voor de irrigatie van gewassen en voor de veeteelt is op deze manier voor een aantal Palestijnse gemeenschappen zeer schaars geworden. Door daarbovenop WASH-faciliteiten te slopen of in beslag te nemen, en op die manier te voorkomen dat gemeenschappen onder andere geen watervoorraad kunnen opbouwen, bedreigt Israël de levens van honderden Palestijnen.