Met onder andere: Israëlische verkiezingsuitslag – grote winst voor rechts, coalitie lijkt moeilijk, opiniepeiling onder Palestijnen toont oppositie tegen tweestatenoplossing, vaccinatiecampagne in Palestijnse gebieden van start.
Uit de definitieve resultaten van Israëls parlementaire verkiezingen op 23 maart is gebleken dat Israël opnieuw in een politieke impasse zit. Zowel premier Benjamin Netanyahu als zijn tegenstanders wisten geen meerderheid van 61 zetels te halen. Netanyahu’s rechtse Likud-partij en zijn bondgenoten behaalden gezamenlijk 52 zetels. De ideologisch zeer diverse groep partijen die willen voorkomen dat Netanyahu opnieuw premier wordt won 57 zetels. De grootste partij in deze groep is Yesh Atid, met 17 zetels.
De twee partijen waar voornamelijk naar wordt gekeken om de impasse te doorbreken zijn de Nieuw Rechts-partij van de voormalige Netanyahu-bondgenoot Naftali Bennett en een Arabische partij onder leiding van Mansour Abbas. Bennett won zeven zetels, de Verenigde Arabische Lijst van Abbas eindigde op vier.
Abbas heeft afgelopen weekend gesprekken gehad met vertegenwoordigers van het Netanyahu-blok en met de tegenstanders van de premier. Likud-parlementariër Ayoub Kara sprak van een ‘warme ontmoeting’ en riep zijn rechtse collega’s op een onderscheid te maken tussen Abbas en de Gezamenlijke Lijst, het samenwerkingsverband van Arabische partijen waar Abbas’ partij in aanloop naar de verkiezingen van afsplitste. Op zondag vergaderde Abbas daarnaast met Yair Lapid, partijleider van Yesh Atid. Volgens bronnen die betrokken waren bij het opzetten van de bijeenkomst vond Lapid de bijeenkomst ‘uitstekend’. Een medewerker van Abbas’ Verenigde Arabische Lijst was voorzichtiger in zijn beoordeling van de vergadering: ‘Het feit dat de bijeenkomst positief was, betekent niet dat we tot afspraken zijn gekomen. Het is nog te vroeg om over afspraken te praten, we zijn er niet echt.’
In totaal kregen 13 partijen genoeg stemmen om tot de Knesset toe te treden. Dat is het grootste aantal sinds de verkiezingen in 2003. De partijen vertegenwoordigen een verscheidenheid aan ultraorthodoxe, Arabische, seculiere, nationalistische en liberale facties. Hoewel het onzeker is of Netanyahu in staat zal zijn een meerderheid te vormen, hebben de verkiezingen duidelijk gemaakt dat rechtse partijen een overweldigende meerderheid hebben in het nieuwe Israëlische parlement. Bijna 80 van de 120 parlementariërs komen van rechtse partijen. Steun voor de bezetting van Palestijns gebied is nagenoeg unaniem.
Meretz, de enige Joodse politieke partij die een sterke positie inneemt tegen de bezetting, wist slechts vijf zetels te winnen. Dat is er één minder dan de Religieus Zionisme-partij van Itamar Ben-Gvir, een aanhanger van de in 1990 vermoorde Meir Kahane, een extreemrechtse en ultranationalistische rabbijn en politicus. Van Ben-Gvir is bekend dat hij een poster van Baruch Goldstein, de dader van het bloedbad in Hebron in 1994, in zijn woonkamer heeft hangen.
Nederland schaarde zich op 23 maart in de VN-Mensenrechtenraad achter een resolutie die oproept tot een wapenembargo tegen Israël. Landen zouden moeten afzien van de levering van wapens als het risico bestaat dat Israël ze gebruikt bij schendingen van het internationaal humanitair recht en/of de universele rechten van de mens. De resolutie werd aangenomen met 32 stemmen voor, zes tegen en acht onthoudingen.
Naast de resolutie over het wapenembargo werden ook drie andere resoluties over de kwestie-Israël/Palestina aangenomen. De resoluties werden ingediend door Chili, Pakistan, Venezuela en Palestina. In een resolutie over de mensenrechtensituatie in de bezette Palestijnse gebieden wordt Israël onder andere opgeroepen om aan zijn verantwoordelijkheden als bezettende mogendheid te voldoen en de Palestijnse bevolking te beschermen door hen te voorzien van coronavaccins. Daarnaast hekelt de resolutie de straffeloosheid voor schendingen van het internationaal recht door Israël die op grote schaal in de bezette gebieden plaatsvinden. Ook het afvuren van raketten vanuit Gaza op Israël wordt in de resolutie genoemd. De resolutie werd aangenomen met 32 stemmen voor, zes tegen en acht onthoudingen.
In een andere resolutie werd met overweldigende meerderheid het recht van het Palestijnse volk op zelfbeschikking bevestigd. 42 landen stemden voor, drie tegen, en twee landen onthielden zich van stemming. In de resolutie roept de VN-Mensenrechtenraad Israël op onmiddellijk een einde te maken aan de bezetting van Palestijns gebied en wordt steun uitgesproken voor de tweestatenoplossing. De Mensenrechtenraad bevestigt verder het recht van het Palestijnse volk op permanente soevereiniteit over de natuurlijk hulpbronnen in Palestina.
De Mensenrechtenraad sprak zich tenslotte nog uit tegen de illegale Israëlische kolonisering van de door Israël bezette gebieden. In de resolutie wordt Israël opgeroepen om te voldoen aan al zijn verplichtingen onder het internationaal recht en om onmiddellijk alle acties te staken die een verandering teweeg brengen in de aard, status en demografische samenstelling van de bezette Palestijnse gebieden, inclusief Oost-Jeruzalem, en de bezette Syrische Golan.
Het Palestinian Center for Policy and Survey Research (PCPSR) heeft op 23 maart de resultaten gepubliceerd van een peiling onder Palestijnen waarin vooruit wordt gekeken naar de aanstaande Palestijnse verkiezingen. Uit de peiling komen vier prioriteiten onder Palestijnse kiezers naar voren: de eenwording van de Westelijke Jordaanoever en Gaza, verbetering van de economische omstandigheden, het bestrijden van corruptie, en de opheffing van de blokkade van Gaza.
Het onderzoek toont aan dat de verwachting dat de verkiezingen daadwerkelijk zullen plaatsvinden sterk gestegen is. Drie maanden geleden dacht slechts 32% van de Palestijnen die deelnamen aan de peiling dat de verkiezingen door zouden gaan. Dat aandeel is nu bijna verdubbeld, naar 61%. Deze stijging heeft volgens het PCPSR ook bijgedragen aan een andere verschuiving. In vergelijking met een peiling van drie maanden geleden lijkt Fatah aan populariteit gewonnen te hebben, ten koste van Hamas. Volgens het PCPSR heeft dat niet zozeer te maken met enthousiasme voor Fatah, maar wordt de verschuiving vooral veroorzaakt door de angst dat een overwinning van Hamas negatieve consequenties zal hebben voor de vier bovengenoemde prioriteiten, met uitzondering van het tegengaan van corruptie.
De steun voor de tweestatenoplossing bleef de afgelopen drie maanden gelijk. Van de deelnemers gaf 40% aan voor de tweestatenoplossing te zijn, 57% was tegen. Een meerderheid van 55% is van mening dat de tweestatenoplossing niet langer praktisch of haalbaar is vanwege de uitbreiding van de Israëlische kolonies. 77% van de ondervraagden schat de kans dat er in de komende vijf jaar een Palestijnse staat wordt opgericht in als klein of non-existent.
Na maanden van vertragingen is in de Palestijnse gebieden de vaccinatiecampagne tegen het coronavirus van start gegaan. Het Palestijnse Ministerie van Volksgezondheid lanceerde de campagne nadat vorige week de eerste grote zending van vaccins via het COVAX-programma van de Wereldgezondheidsorganisatie in Israël was gearriveerd. In totaal zijn er ongeveer 60.000 doses van de Pfizer- en AstraZeneca-vaccins geleverd. Van de 60.000 vaccins zijn er 40.000 naar de Westelijke Jordaanoever gegaan en 20.000 naar Gaza. De eerste doses vaccins werden op 28 maart beschikbaar gesteld aan zorgmedewerkers, ouderen boven de 75, kankerpatiënten en mensen met een nieraandoening.
Voorafgaand aan de levering van de eerste COVAX-zending hadden de Palestijnse autoriteiten op de Westelijke Jordaanoever slechts 12.000 doses vaccins ontvangen, grotendeels uit Rusland. Die zijn voornamelijk gebruikt om eerstelijnsgezondheidswerkers te vaccineren.
De Palestijnse minister van Volksgezondheid maakte op 27 maart bekend dat Palestina ‘binnen enkele dagen’ nog eens 125.000 doses coronavaccins zal ontvangen. 100.000 doses van het Sinovac-vaccin werden door de Chinese overheid gedoneerd. De overige 25.000 kocht de Palestijnse Autoriteit van AstraZeneca. Ook kan de Palestijnse Autoriteit rekenen op steun vanuit de Verenigde Staten. Vorige week maakte het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken bekend dat het $15 miljoen gaat doneren om bijstand te verlenen in de strijd tegen het coronavirus. Het ministerie zei in een verklaring dat het geld wordt toegewezen aan de ‘meest urgente, levensreddende humanitaire behoeften’. Het geld zal ook worden gebruikt om noodhulpprogramma’s voor voedsel te ondersteunen in gemeenschappen die te kampen hebben met voedselonzekerheid.
Een groep van meer dan tweehonderd internationale wetenschappers, waaronder experts op het gebied van Joodse geschiedenis en de Holocaust, hebben een nieuwe definitie van antisemitisme opgezet. De zogenoemde Jerusalem Declaration on Antisemitism (JDA) is ontstaan als reactie op de omstreden IHRA-definitie van antisemitisme, die volgens voorvechters van de rechten van Palestijnen wordt gebruikt om mensen en organisaties die kritiek hebben op Israël verdacht te maken en de mond te snoeren. Een belangrijk verschil met de IHRA-definitie is dat verzet tegen het Zionisme, kritiek op het beleid van Israël en het boycotten van Israëlische producten volgens de JDA niet inherent antisemitisch zijn.
De JDA moet volgens de opstellers gezien worden als ‘een hulpmiddel om antisemitisme zoals het zich tegenwoordig in landen over de hele wereld manifesteert te identificeren, te confronteren en het bewustzijn erover te vergroten’. De Declaratie bevat een preambule, een definitie en vijftien richtlijnen die hulp bieden bij het herkennen van antisemitisme. De definitie luidt als volgt: ‘Antisemitisme is discriminatie, bevooroordeeldheid, vijandigheid of geweld tegen Joden als Joden (of Joodse instellingen als Joods)’.
De richtlijnen zijn ingedeeld in drie categorieën. In de eerste, ‘algemene’ categorie, wordt uitgezet wat antisemitisme volgens de opstellers van de JDA precies is, en hoe het zich kan manifesteren. Daarin wordt onder andere het verbinden van Joden met kwade krachten als een van de klassieke uitingen van antisemitisme genoemd, en beschrijven de opstellers hoe antisemitisme zowel impliciet als expliciet tot uiting kan komen in woorden, afbeeldingen en daden.
In de tweede categorie zijn richtlijnen opgenomen voor wat als antisemitisch beschouwd moet worden met betrekking tot de kwestie-Israël/Palestina. Voorbeelden zijn het toepassen van de symbolen en negatieve stereotypen van klassiek antisemitisme op de staat Israël, het collectief verantwoordelijk houden van Joden voor het beleid van Israël, en het van mensen eisen om Israël of het Zionisme in het openbaar te veroordelen, alleen omdat ze Joods zijn.
In de laatste vijf richtlijnen beschrijven de opstellers van de JDA voorbeelden van opstellingen ten opzichte van Israël/Palestina die niet inherent antisemitisch zijn. Daaronder schaart de JDA het steunen van de Palestijnse roep om rechtvaardigheid, het leveren van kritiek op het Zionisme als een vorm van nationalisme, en het bekritiseren van het beleid, de instituties en de grondbeginselen van de staat Israël. Boycot, desinvestering en sancties (BDS) worden beschreven als alledaagse, vreedzame vormen van politiek protest tegen staten, en zijn daarom volgens de JDA geen uitingen van antisemitisme.
De gehele Jerusalem Declaration on Antisemitism is hier te lezen.
Premier Netanyahu heeft de goedkeuring van een Jordaans verzoek om drinkwater uit Israël uitgesteld. Jordanië zou eerder deze maand de Israëlische regering hebben verzocht drinkwater te leveren om de watertekorten waarmee het land kampt te verlichten. Het verzoek werd ingediend via de gezamenlijke Israëlisch-Jordaanse watercommissie, opgericht na de vredesovereenkomst tussen de landen in 1994. Hoewel Israëlische ambtenaren de overdracht van water van Israël aan Jordanië steunen, weigert Netanyahu vooralsnog in te stemmen met het verzoek. Anonieme bronnen uitten in de Israëlische krant Haaretz hun bezorgdheid over de gespannen banden tussen Israël en Jordanië, en beschuldigen Netanyahu ervan het vredesakkoord tussen de twee landen in gevaar te brengen vanwege de vijandigheid tussen hem en de Jordaanse koninklijke familie.