Met onder andere: Schokkende vragen van Tweede Kamerleden aan inwoners Sheikh Jarrah, Knesset stemt zondag over Israëls nieuwe regering, voormalige Israëlische ambassadeurs in Zuid-Afrika: ‘Ja, het is apartheid.’
Op 2 juni vond via een videoverbinding een gesprek plaats tussen leden van de buitenlandcommissie van de Tweede Kamer en twee Palestijnse bewoners van de wijk Sheikh Jarrah in Oost-Jeruzalem. Ook de initiator van het gesprek, het hoofd van de Palestijnse Missie in Nederland Rawan Sulaiman, nam deel aan het gesprek.
De twee bewoners van het door Israël sinds 1967 bezet gehouden stadsdeel, Mohammed al-Kurd en Zakaria Odeh, informeerden de Kamerleden over de huisuitzettingen die sinds 2009 in Sheikh Jarrah plaatsvinden, en het Israëlische regime van geweld en onderdrukking waarmee die gepaard gaan. De wijk is voor Palestijnen en media intussen van de buitenwereld afgesloten. Israëlische kolonisten hebben er echter ongehinderd toegang, beschermd door militairen.
Los van het informatieve karakter viel het gesprek op door de verbijsterende vragen die door enkele Kamerleden werden gesteld. Zo informeerde VVD’er Ruben Brekelmans naar het sinds 1993 ‘niet betalen van huur’ door de Palestijnen aan kennelijke Israëlische huiseigenaren. ‘Het is beschamend dat u mij deze vraag stelt’, antwoordde Al-Kurd, die Brekelmans opriep zich beter te informeren. De framing dat in Sheikh Jarrah sprake zou zijn van een ‘huurconflict’ tussen niet-bestaande Israëlische huiseigenaren en onwillige Palestijnse huurders is bedoeld om de realiteit, waarin het in de VS gevestigde bedrijf Nahalat Shimon International de wijk wil ontdoen van haar Palestijnse bewoners om er een ‘Joodse kolonie’ van 250 woningen te kunnen bouwen, te verbloemen, antwoordden de Palestijnen.
Gert-Jan Segers van de ChristenUnie vroeg de Palestijnen naar hun visie op een ‘multi-etnisch, multinationaal’ Jeruzalem, aangezien er voor 1948 ook Joden in het oostelijke stadsdeel leefden. Al-Kurd noemde de vraag van Segers een poging om de aandacht af te leiden van de etnische zuivering waaraan de Palestijnen blootstaan. Sinds 1967 heeft Israël 225 duizend Israëlische burgers naar het stadsdeel overgebracht, en volhardt het in de verdrijving van de Palestijnse inwoners. Al-Kurd, samen met zijn 23-jarige tweelingzus Muna het gezicht van het Palestijnse verzet van de bewoners van Sheikh Jarrah, noemde Segers’ vraag ‘racistisch’, aangezien het niet de Palestijnen zijn die Joodse wijken binnenvallen en bezetten. Evenmin hebben zij de macht of zeggenschap om hun toekomst vorm te geven.
CDA’er Agnes Mulder stelde vast dat de Israëlische kolonisering van bezet Palestijns land weliswaar ‘niet in lijn is met het internationaal recht’, maar daarmee mogelijk nog geen oorlogsmisdaad. Rawan Sulaiman antwoordde dat het Statuut van Rome – het verdrag waaraan het Internationaal strafhof (ICC) zijn mandaat ontleent – twee criteria benoemt die de Israëlische kolonisering tot oorlogsmisdaad maken: het overbrengen van Israëlische burgers naar bezet gebied, plus het permanente karakter van de misdaad.
Alle Palestijnse sprekers hamerden op het internationaal recht – de Conventies van Genève en het Statuut van Rome – dat hun rechten beschermt, maar dat niet afgedwongen wordt door de internationale gemeenschap. Zij drongen aan op Nederlandse actie om de illegale bezetting van Palestina te beëindigen, zoals erkenning van de Palestijnse staat, het verbreken van diplomatieke en economische relaties met Israël, of een ander ‘duidelijk signaal’. Treurig genoeg stemde de Tweede Kamer die suggesties op 20 en 25 mei jongstleden juist weg, met daarbij een hoofdrol voor de drie partijen die zich getuige hun bovenstaande vragen juist inzetten voor de verdere onderdrukking en marginalisering van de Palestijnen.
Het videogesprek is op YouTube te bekijken. Rechtsonder in het beeld kan de ondertiteling worden aangezet (tweede icoon van links).
Ondanks wereldwijde protesten lijken de huisuitzettingen in de wijk Sheikh Jarrah van Oost-Jeruzalem toch hun beslag te krijgen. Naar verwachting zal het Israëlische Hooggrechtshof daartoe in de komende tien dagen besluiten. Het hof, in het nauw gebracht door de wereldwijde aandacht en de explosieve situatie in de wijk, riep eerder op tot een vergelijk tussen de Palestijnse bewoners en de op hun huizen beluste Israëlische kolonisten. Nadat de Palestijnen dit van tafel veegden volgde uitstel, waarna het hof de Israëlische procureur-generaal Avichai Mandelblit opdroeg om een juridische opinie te overleggen. Op 7 juni zag die daar echter vanaf. De Palestijnse zaak zou ‘te zwak zijn’ en geen handvat bieden om de huisuitzettingen onder Israëlisch recht te voorkomen.
De Israëlische organisatie Peace Now noemt Mandelblits besluit ‘een cynische poging om zijn verantwoordelijkheid te ontlopen’, en roept de Israëlische staat op haar standpunten te verduidelijken ‘aangezien Palestijnse families op straat worden gesmeten op grond van wetten die discrimineren tussen Israëli’s en Palestijnen’.
Daarbij gaat Peace Now nog voorbij aan het feit dat het Israëlische hof in bezet Oost-Jeruzalem geen rechtsbevoegdheid geniet. Slechts vier maanden geleden bevestigde de Pre-Trial Chamber I van het Internationaal Strafhof de jurisdictie van het Strafhof over bezet gebied, waaronder Oost-Jeruzalem. Op 8 mei bevestigde de woordvoerder van de Hoge VN-Commissaris voor de Mensenrechten dat standpunt in niet mis te verstane termen:
Israel, the occupying power, cannot confiscate private property or impose its own set of laws in occupied territory, including East Jerusalem. In practice, the implementation of these laws facilitates the transfer by Israel of its population into occupied east Jerusalem.
Zondag 6 juni vielen Israëlische troepen met veel geweld het huis van de familie Al-Kurd binnen, en arresteerden daar de 23-jarige dochter des huizes Muna al-Kurd. Zij vormt met haar tweelingbroer Mohammed een belangrijk gezicht van het Palestijnse verzet tegen de huisuitzettingen in Sheikh Jarrah, waarvan ook hun familie het slachtoffer is. Mohammed was niet thuis tijdens de inval, maar meldde zich later op het politiebureau. Hun vader, Nabil al-Kurd, posteerde zich op een stoel voor de deur van het politiebureau, waar hij de media te woord stond.
Muna en Mohammed werden enkele uren later vrijgelaten. Zij zijn door de politie beschuldigd van ‘verstoring van de openbare orde en veiligheid’ en ‘deelname aan nationalistische rellen’, aldus hun advocaat. Aan die beschuldiging hecht echter niemand waarde; de twee werden opgepakt om hen te intimideren en het zwijgen op te leggen, is de algemene opinie. Muna heeft 1,3 miljoen volgers op Instagram, Mohammed ruim 200 duizend op Twitter. Mohammed participeerde op 2 juni in de briefing voor Tweede Kamerleden.
De extreemrechtse Israëlische politieke partij Religieus Zionisme heeft aangekondigd dinsdag 15 juni een nieuwe ‘vlaggenmars’ door bezet Oost-Jeruzalem te zullen houden. De beruchte mars, waarin duizenden religieus-nationalistische Israëli’s zwaaiend met Israëlische vlaggen door Jeruzalems Oude Stad trekken, vindt gewoonlijk plaats op ‘Jeruzalemdag’, de dag waarop Israël de bezetting van Oost-Jeruzalem in 1967 viert. Dit jaar viel de viering op 10 mei, maar moest de tocht halverwege worden afgebroken nadat de militaire tak van Hamas Israël raketbeschietingen in het vooruitzicht stelde als het zijn provocaties in Jeruzalem niet staakte. Het door Israël genegeerde ultimatum leidde tot het grootschalige geweld dat Israël en de bezette Palestijnen gebieden elf dagen in de greep had.
De mars gaat standaard gepaard met provocaties en geweld tegen de Palestijnse inwoners van Oost-Jeruzalem, die gedwongen zijn hun winkels te sluiten en zich afzijdig te houden. Grootste steen des aanstoot is het traject door de islamitische wijk van de Oude Stad. Om ernstige onlusten te voorkomen pasten de autoriteiten afgelopen maand de route op het laatste moment aan, onder zware protesten van de organisatoren, die de Palestijnen liever vandaag nog dan morgen uit Jeruzalem zien verdwijnen.
Ondanks de forse spanningen in Oost-Jeruzalem – de dreigende huisuitzettingen van honderden Palestijnen in de wijken Sheikh Jarrah en Silwan, maar ook het politieoptreden tegen journalisten – gaf Israëls veiligheidskabinet toestemming voor de mars, zij het niet voor donderdag 10 juni, zoals de organisatoren wilden, maar voor dinsdag 15 juni. Voorwaarde is dat de politie en de organisatoren tot overeenstemming komen over de te volgen route. De laatsten hebben laten weten geen genoegen met aanpassing van de route te nemen, en parlementslid Itamar Ben-Gvir van Religieus Zionisme kondigde aan donderdag al door de islamitische wijk te zullen marcheren. Hamas heeft Israël gedreigd met ‘consequenties’ als de tocht door de islamitische wijk doorgang vindt.
Het Israëlische parlement, de Knesset, beslist aanstaande zondag 13 juni om 16.00 uur lokale tijd of Israëls nieuwe regering aan de slag kan. Vorige week maakte formateur Yair Lapid (Yesh Atid) bekend dat hij erin was geslaagd een nieuwe regering te vormen. Krijgt de regering het vertrouwen van de Knesset, dan komt er een einde aan een periode van twaalf jaar waarin Benjamin Netanyahu (Likud) onafgebroken premier was.
De nieuwe regering is een opmerkelijke coalitie van acht ideologisch zeer verschillende partijen, die alleen gemeen hebben dat zij Netanyahu en zijn Likud weg willen hebben. Beoogd premier is Naftali Bennett, leider van de ultra-nationalistische partij Yamina, die slechts zeven zetels heeft. Na twee jaar zal hij worden afgewisseld door Lapid, die op 17 zetels kan bogen. De regering steunt vooral op extreemrechtse en rechtse partijen, maar biedt ook plaats aan de centristische Arbeidspartij (zeven zetels) en het linkse Meretz (zes zetels), en wordt gedoogd door de islamistische Verenigde Arabische Lijst (vier zetels).
De coalitie heeft een flinterdunne meerderheid van 61 van de 120 zetels in de Knesset. Netanyahu stelde gedurende de formatie alles in het werk om partijen en individuele politici te doen overlopen. Hij stelde hen onder meer ministersposten in een nieuwe regering-Netanyahu in het vooruitzicht. Tegelijkertijd maakte hij hen op Trumpiaanse wijze verdacht door te spreken van ‘gestolen verkiezingen’, een ‘extreemlinkse regering’ en een duistere ‘deep state’ die op Israëls ondergang uit zou zijn. Ook de ultra-orthodoxe partijen, steunpilaren van Netanyahu en niet vertegenwoordigd in de nieuwe coalitie, leverden een bijdrage aan de laster. Een aantal politici van de nieuwe coalitie wordt met de dood bedreigd en krijgt strenge beveiliging.
Onder dekking van de geweldsuitbarstingen in mei hebben Israëlische kolonisten op de Palestijnse Westelijke Jordaanoever een nieuwe kolonie (‘nederzetting’) gesticht. De werkzaamheden, uitgevoerd met zwaar materieel, begonnen op 2 mei. Intussen zijn ruim veertig gebouwen opgericht, bewoond door circa 45 families, sommige met bijna tien kinderen.
De kolonie met de naam Evyatar ligt ten zuiden van Nablus en is gebouwd op land van de Palestijnse dorpen Beita, Qabalan en Yatma. Uitgesproken doel is om de drie dorpen van elkaar te scheiden, en andere Israëlische kolonies met elkaar te verbinden. Verantwoordelijk is de Israëlische kolonistenorganisatie Nahala, die grootse uitbreidingsplannen zegt te hebben; 75 Israëlische families staan klaar hun intrek in Evyatar te nemen.
Vrijdag liep een protest van de Palestijnse inwoners van Beita tegen de nieuwe kolonie uit op een veldslag met Israëlische kolonisten en het leger. Daarbij liepen 76 Palestijnen schotwonden op, naast 217 gevallen van andere verwondingen. Israëlische kolonisten vallen Beita geregeld aan – zij hakken olijfbomen om, vernielen bezittingen en provoceren bewoners.
Volgens de zogenoemde Civil Administration – de Israëlische ‘beheerder’ van de bezette Westoever – is Evyatar illegaal en ontbeert het vergunningen. Op 6 juni sloot het Israëlische leger de toegang af en gaf het de bewoners van de nieuwe kolonie acht dagen om te vertrekken. Dat ultimatum is niet van cynisme ontbloot; het waren militairen die de kolonisten letterlijk een handje hielpen bij de bouw van Evyatar.
Aan het ultimatum zal geen gehoor worden gegeven. Een kolonistenleider verplaatste op 7 juni demonstratief zijn kantoor naar Evyatar, en riep de Israëlische regering op van de kolonisten te leren en het ‘echte zionisme anno 2021’ te leren kennen. Ook de Israëlische parlementariër Moshe Arbel van de Shas-partij arriveerde maandag ondanks het ingestelde verbod met een auto vol constructiemateriaal. Arbel noemde het verbod ‘illegitiem’. Volgens hem worden alleen Joden getroffen door het verbod om bouwmateriaal te importeren. Intussen is een ander parlementslid, Zvi Sukkot van de extreemrechtse Otzma Yehudit-partij, een crowdfunding gestart voor de illegale nederzetting, die per 7 juni al 370 duizend dollar had opgeleverd.
De Israëlische kolonisering van Palestijns land geldt onder de Conventies van Genève en het Statuut van Rome als een oorlogsmisdaad. In maart opende het Internationaal Strafhof (ICC) een officieel onderzoek naar vermoede oorlogsmisdaden in bezet gebied, waarbij de kolonisering een belangrijk punt van aandacht vormt.
In een artikel voor het Zuid-Afrikaanse persbureau GroundUp betitelen twee voormalige Israëlische ambassadeurs in Zuid-Afrika de Israëlische overheersing van de bezette Palestijnse gebieden als apartheid. Ilan Baruch en Alon Liel maakten in Zuid-Afrika kennis met het beruchte apartheidsregime, een ervaring die hen, schrijven zij, hielp ‘om de situatie thuis te begrijpen’. Zij concluderen dat de beruchte Zuid-Afrikaanse ‘Bantoestans’ en de Palestijnse enclaves in bezet gebied gebaseerd zijn op dezelfde gedachte: verdrijf de ‘ongewenste’ bevolking geleidelijk van haar land en concentreer haar in een zo klein mogelijk gebied.
Baruch en Liel roepen de internationale gemeenschap op om ‘resoluut diplomatieke actie te ondernemen en toe te werken naar een toekomst van gelijkheid, waardigheid en veiligheid voor zowel Palestijnen als Israëli’s’:
It is time for the world to recognize that what we saw in South Africa decades ago is happening in the occupied Palestinian territories too. And just as the world joined the struggle against apartheid in South Africa, it is time for the world to take decisive diplomatic action in our case as well and work towards building a future of equality, dignity, and security for Palestinians and Israelis alike.
In een artikel in de Britse krant The Guardian velt de Israëlische mensenrechtenadvocaat Micheal Sfard hetzelfde oordeel als de voormalige ambassadeurs, maar hij richt de blik ook op de erkende staat Israël ‘binnen de Groene Lijn’. Lang wilden linkse Israëlische critici van de bezetting, onder wie hijzelf, niets weten van de aanduiding van Israël als een apartheidsregime, die Palestijnse intellectuelen en mensenrechtenorganisaties al langer gebruikten. Zij zagen Israël als een – weliswaar tekortschietende – democratie, en beschouwden de bezetting als een daarvan losstaand en tijdelijk fenomeen.
Die visie versluiert de realiteit en is niet langer houdbaar, betoogt Sfard overtuigend. Hij omschrijft Israël als een ‘etnocratie’, die zowel binnen als buiten de Groene Lijn gebaseerd is op Joodse ‘suprematie’ en in de bezette gebieden de vorm aanneemt van ‘overduidelijke apartheid’. Sfard schrijft dat deze ‘nieuwe visie’ niet alleen essentieel is om de situatie te kunnen begrijpen, maar ook om haar te ‘repareren’. Het is ‘een visie die de nationale aspiraties van zowel Israëli’s als Palestijnen respecteert, en gelijke rechten voor alle inwoners van Israël en de bezette gebieden garandeert’, aldus Sfard.