Reacties op het Israëlische regeerakkoord / Rapport DCIP: toename minderjarige gevangenen / B’Tselem: toename kolonistengeweld tijdens corona-pandemie
De in het regeerakkoord opgenomen plannen voor annexatie van een deel van de Westelijke Jordaanoever hebben geleid tot internationale kritiek. Over het regeerakkoord en de desastreuze gevolgen van de overeenkomst tussen Gantz en Netanyahu voor Palestijnen schreven wij vorige week een uitgebreid artikel.
Tijdens een briefing aan de VN Veiligheidsraad bevestigde Speciale Gezant Nickolay Mladenov op 23 april de positie van de VN. ‘Annexatie zou een ernstige schending van het internationaal recht zijn, en een verwoestende dreun geven aan de tweestatenoplossing.’ Volgens Mladenov kan annexatie, in combinatie met de verwoestende impact van COVID-19, ‘elke hoop op vrede vernietigen’. Mladenov vroeg tevens om vrijlating door Israël van kwetsbare Palestijnse gevangenen. Daarnaast uitte Mladenov zijn zorgen over het feit dat Hamas eerder deze maand Palestijnse vredesactivisten heeft gearresteerd op beschuldiging van het normaliseren van betrekkingen met Israëli’s.
Ook in Europa werd het plan om over te gaan tot annexatie bekritiseerd. Josep Borrell, de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie, verklaarde dat Israël geen soevereiniteit heeft over de Westelijke Jordaanoever. Borrell gaf aan de situatie nauwlettend te volgen en dienovereenkomstig te zullen handelen. De Franse ambassadeur ging een stap verder en waarschuwde dat annexatie zal leiden tot een Franse reactie en zeker niet over het hoofd zal worden gezien in de Franse relatie met Israël. Daarnaast herhaalden het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Ierland in individuele verklaringen dat er sprake zou zijn van schending van het internationaal recht als tot annexatie wordt over gegaan.
Netanyahu en zijn regering lijken zich vooralsnog weinig aan te trekken van de Europese waarschuwingen. Volgens Israel Katz, de Israëlische minister van buitenlandse zaken, had Borrell voor zijn verklaring geen steun van alle EU lidstaten. Netanyahu gaf op 26 april bovendien aan dat hij verwachtte binnen twee maanden concrete stappen te kunnen nemen met betrekking tot annexatie, met toestemming van de Verenigde Staten. De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Mike Pompeo bevestigde vorige week de positie van de regering-Trump. De beslissing om over te gaan tot annexatie is volgens de VS een Israëlische beslissing.
Ondanks de extra kwetsbare positie van Palestijnse gevangenen tijdens de corona-pandemie is het aantal Palestijnse kinderen dat gearresteerd is door Israëlische autoriteiten sinds het begin van dit jaar toegenomen. Dat blijkt uit een rapport van Defense for Children International – Palestine (DCIP) dat op 21 april gepubliceerd werd. Volgens het rapport zitten 194 Palestijnse kinderen in Israëlische detentie – zes procent meer dan in januari.
Meer dan 70% van de jongeren zit vast in gevangenissen in Israël. Dit is in strijd met het internationaal recht. De Vierde Geneefse Conventie verbiedt een bezettingsmacht om burgers (inclusief gevangenen) uit het bezette gebied over te brengen naar plaatsen buiten het bezette gebied.
DCIP heeft Israël opgeroepen de Palestijnse minderjarige gedetineerden vrij te laten in verband met het verhoogde risico op COVID-19. Israël heeft de afgelopen maand wel honderden Israëlische gevangenen vrijgelaten om de verspreiding van het coronavirus in de gevangenissen tegen te gaan. Voor Palestijnse gevangenen zijn die maatregelen echter niet genomen. Dit duidt op een discriminerende behandeling jegens Palestijnse gevangenen, wat volgens een panel van VN-experts op het terrein van de mensenrechten een schending van het internationaal recht is.
De VN-experts riepen Israël op 24 april op om de meest kwetsbare Palestijnse gevangenen vrij te laten. Volgens de experts zijn de gevangenen extra kwetsbaar in de context van de pandemie. Bovendien wordt hen het recht op juridische hulp en bezoek ontnomen als onderdeel van de maatregelen tegen het coronavirus. Dat de gezondheidssituatie in Israëlische gevangenissen ondermaats is werd op 22 april op een tragische manier duidelijk toen een Palestijnse gevangene overleed. Toen de 23-jarige Nour al-Barghouthi onwel werd in de badkamer duurde het een half uur voordat medisch personeel te hulp schoot. Hij overleed onderweg naar het ziekenhuis.
De Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem heeft tijdens de coronapandemie een piek in kolonistengeweld geregistreerd. In het rapport, dat op 12 april verscheen, schrijft B’Tselem dat er sinds het begin van dit jaar vijftig incidenten hebben plaatsgevonden waarbij kolonisten Palestijnen of hun bezit aanvielen. In maart waren dat er 21.
De kolonisten, die volgens het internationaal recht illegaal op de Westelijke Jordaanoever verblijven, gebruiken de lockdown die op de Westelijke Jordaanoever van kracht is om in toenemende mate Palestijnen aan te vallen en nederzettingen uit te breiden. Bij een aantal van de aanvallen was het Israëlische leger zelfs aanwezig om de aanvallers, de kolonisten, te beschermen. Van bescherming van de Palestijnse burgerbevolking was geen sprake.
‘Dit beleid maakt deel uit van de strategie van Israël om de onteigening van Palestijnen uit steeds meer gebieden op de Westelijke Jordaanoever aan te moedigen, waardoor Israël meer grondgebied en natuurlijke hulpbronnen kan overnemen. Het feit dat deze situatie niet alleen aanhoudt, maar juist verslechtert tijdens een ongekende wereldwijde pandemie, voegt een extra laag van wreedheid toe aan het Israëlische beleid,’ aldus B’Tselem.