Israël stelt sloop Khan al-Ahmar uit

Israël ziet voorlopig af van de sloop van Khan al-Ahmar en de deportatie van zijn bevolking. Het wil met de inwoners tot een akkoord komen over vrijwillig vertrek. De verrassende ontwikkeling is het gevolg van zware internationale druk.

Een inwoner van Khan al-Ahmar wacht op wat komen gaan. De bevolking vreest dat Israël het dorp over enkele weken alsnog zal slopen.

Israël heeft eieren voor zijn geld gekozen. Het ziet voorlopig af van de sloop van Khan al-Ahmar. Het bedoeïenendorp op de bezette Westelijke Jordaanoever kon ieder moment van de kaart worden geveegd. De Israëlische bulldozers stonden klaar. De bewoners dienden te vertrekken naar een door de bezetter aangewezen nieuwe woonplaats aan de rand van het stadje Abu Dis.

Andere locatie

Gisteren besloot de Israëlische regering tot ‘een paar weken’ uitstel om met de inwoners tot een akkoord te komen over een ‘vrijwillige verhuizing’ naar een andere locatie. Het zou daarbij gaan om een locatie op land dat toebehoort aan het Palestijnse dorp Anata, circa 750 meter verwijderd van Khan al-Ahmar. Volgens Israëlische media zouden de inwoners van Khan al-Ahmar drie jaar geleden al hebben laten weten bereid te zijn daarheen te verhuizen. Zes maanden geleden deden ze dat opnieuw. Beide keren negeerden de Israëlische autoriteiten het voorstel.

Maar in Khan al-Ahmar zijn de zorgen niet verdwenen, schrijft de nieuwswebsite Ynet. Het dorpshoofd zegt bereid te zijn tot een verhuizing van enkele honderden meters, zodat het dorp niet meer pal naast een drukke weg ligt. Maar het verlaten van het land dat nu door de bedoeïenen wordt gebruikt is onbespreekbaar, stelt hij. Van bereidheid naar Anata te vertrekken lijkt geen sprake. Andere inwoners vrezen dat Israël zijn oorspronkelijke plan over enkele weken alsnog zal uitvoeren.

Oorlogsmisdaad

De Israëlische koerswijziging is het gevolg van zware internationale druk. Afgelopen week waarschuwde de hoofdaanklaagster van het Internationaal Strafhof, Fatou Bensouda, Israël bovendien dat de gedwongen ontruiming van Khan al-Ahmar zou neerkomen op een oorlogsmisdaad. Een dag later herhaalde directeur Hagai El-Ad van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem die woorden in een toespraak tot de Veiligheidsraad, waarin hij de raad opriep in actie te komen, niet alleen tegen de dreigende sloop van Khan al-Ahmar, maar tegen de voortgaande ontmanteling van de rechten van het Palestijnse volk in het algemeen. Als gevolg van de kritiek zou de Israëlische procureur-generaal Avichai Mandelblit bij de regering hebben aangedrongen op overleg met de bevolking van Khan al-Ahmar.

De religieus-nationalistische regeringspartij Habayit Hayehudi (Het Joodse Huis), bolwerk van de extremistische kolonistenbeweging, keerde zich woedend tegen het besluit. Partijleider en minister van Onderwijs Naftali Bennett en minister van Landbouw Uri Ariel riepen vergeefs op tot het terugdraaien ervan. Uri Ariel is inwoner van Kfar Adumim, een van de illegale Israëlische ‘nederzettingen’ die de gulzige blik hebben gericht op het land van Khan al-Ahmar. De Israëlische pro-kolonisten-organisatie Regavim kondigde voor vandaag een demonstratie tegen het regeringsbesluit aan bij Khan al-Ahmar.

© 2007 - 2024 The Rights Forum / Privacy Policy