De Palestijnse arts Izzeldin Abuelaish bezocht Nederland met een krachtige boodschap: hoop, gerechtigheid en dialoog als antwoord op onrecht. Terwijl zijn oproep onder een groot publiek aansloeg, bleven de regeringspartijen weg.
Izzeldin Abuelaish was vorige week in Nederland. In 2009 verloor hij drie dochters en een nichtje door Israëlisch geweld. Sinds 7 oktober vorig jaar kwamen daar nog eens 55 familieleden bij. Toch koos hij niet voor haat, maar voor verzoening. Voor Abuelaish is dialoog geen luxe, maar een absolute voorwaarde – geen vrede zonder gerechtigheid.
In een volle zaal in Pakhuis De Zwijger sprak hij over hoop en moed te midden van onrecht. Tijdens de wekelijke sit-in van ambtenaren van Buitenlandse Zaken die hij bezocht, bedankte hij hen voor hun moed en toewijding. En in de Tweede Kamer sprak hij een scherpe oproep uit: Nederland moet zich actief inzetten voor rechtvaardigheid en vrede.
In politiek Den Haag wilde lang niet iedereen die boodschap horen. Geen enkele regeringspartij, en slechts een deel van de oppositie, kwam opdagen. Die lege zetels spraken boekdelen: ze lieten zien hoe gemakkelijk het is om weg te kijken en niet te handelen, en dat mensenrechten voor de meeste partijen een politieke keuze zijn. Zo blijft de vraag resoneren: hoe kun je spreken over mensenrechten en rechtvaardigheid als je weigert te luisteren naar degenen die dagelijks door jouw keuzes en stiltes worden geraakt?
Izzeldin Abuelaish (1955) geldt als een symbool van verzet tegen onrecht. Geboren in het vluchtelingenkamp Jabalya in Gaza doorbrak hij met hulp van de VN-organisatie UNRWA de ketenen van armoede, hem omgelegd door de Israëlische bezetting en apartheid. Hij werd arts en werkte als eerste Palestijn in een Israëlisch ziekenhuis, waar hij honderden Israëlische baby’s op de wereld hielp zetten. Zijn conclusie was krachtig in zijn eenvoud: mensen zijn gelijk, ongeacht afkomst of grenzen.
Maar datzelfde Israël waarvoor hij had gewerkt sloeg op 16 januari 2009 genadeloos toe. Een granaat vernietigde het huis van Abuelaish en doodde drie van zijn dochters – Bessan (21), Mayar (15) en Aya (13) – en zijn nichtje Noor (17). Het Israëlische leger voerde het standaard excuus aan: er zouden wapens in de buurt zijn gesignaleerd – een leugen die telkens opnieuw wordt ingezet om Palestijnse slachtoffers te bagatelliseren en geweld te rechtvaardigen.
Toch weigerde Abuelaish in de val van haat en wraak te trappen. Hij klaagde Israël aan, niet uit rancune, maar vanuit een diepgeworteld geloof in gerechtigheid. Voor hem is het erkennen van Palestijns lijden geen randvoorwaarde, maar de kern van het vredesproces. Zonder die erkenning blijft co-existentie een loze belofte, en vrede een onbereikbaar ideaal.
‘I shall not hate’ is de titel van een aan Abuelaish gewijde documentaire. Met dezelfde woorden brengt hij zijn overtuiging tot leven. Voor hem is haat geen menselijke emotie, maar een virus: destructief, besmettelijk, en in staat om gemeenschappen te verscheuren en generaties te verwoesten. Als arts heeft hij geleerd om naar mensen te kijken, niet naar hun afkomst. ‘Waarom wachten tot ziekte ons dwingt elkaars menselijkheid te erkennen?’ vraagt hij. Onderwijs, stelt hij, is het enige vaccin tegen haat – de sleutel tot verzoening en vrede. Zonder dat vaccin blijven conflicten woekeren.
Izzeldin Abuelaish
De situatie in Gaza ziet Abuelaish niet als een onvermijdelijk gevolg van oorlog, maar als het resultaat van bewuste keuzes. Belegering en bombardementen zijn geen toevallige tragedies, maar doelgerichte acties. ‘Deze daden hebben namen en gezichten,’ zegt hij scherp. Ze worden gefaciliteerd door dezelfde wereldleiders die debatteren over begrippen als genocide en misdaden tegen de menselijkheid, terwijl ze niets doen. ‘Mijn dochters, mijn nichtje – zij stierven terwijl de wereld toekeek,’ stelt hij onverbiddelijk. ‘Het is alsof je een patiënt ziet sterven en alleen maar aantekeningen maakt.’
Abuelaish is de eerste Palestijn uit Gaza die sinds 7 oktober 2023 het woord kon voeren in de Tweede Kamer. Zijn aanwezigheid herinnert aan de ongelijkheid: waar Israëlische stemmen zonder moeite hun weg naar de Kamer vinden, is dat voor Palestijnen veel moeilijker. ‘Wie wegkijkt, kiest de kant van de onderdrukker,’ sprak Abuelaish onomwonden, als geen ander wetend waarover hij sprak.
Zijn woorden weerkaatsten in een pijnlijke leegte. Alle zetels van de coalitiepartijen bleven onbezet. Voor Abuelaish was dat geen toeval, maar een bewuste keuze – een keuze die haat en verdeeldheid alleen maar verder aanwakkert. Zijn boodschap was glashelder: haat bestrijden begint bij erkenning, bij luisteren en bij handelen. De oppositiepartijen GroenLinks-PvdA, D66, DENK en de PvdD begrijpen dat; zij waren wel aanwezig.
De afwezige partijen nemen ondertussen wél besluiten die directe gevolgen hebben voor degenen naar wie ze niet willen luisteren. Zo willen ze de financiering van UNRWA – de VN-organisatie die zorg draagt voor bijna zes miljoen Palestijnse vluchtelingen, en zich in Gaza met gevaar voor eigen leven inzet voor de bevolking – in 2025 korten van 19 tot 15 miljoen euro, en tegen 2030 vrijwel volledig beëindigen. Abuelaish noemt het voornemen catastrofaal. ‘Alsof je iemands zuurstof wegneemt’, waarschuwde hij de Tweede Kamer.
UNRWA is volgens hem geen vervangbare hulporganisatie, maar een fundament van waardigheid en toekomstperspectief, opgebouwd in de nasleep van de Nakba. ‘Geen enkele andere organisatie kan haar [taken] overnemen,’ stelde hij. Het schrappen van de Nederlandse steun noemde hij ronduit roekeloos. ‘Wat verwacht je van mensen die worden beroofd van voedsel, zorg en onderwijs? Dat ze je omarmen?’
De gevolgen van zo’n besluit zouden volgens Abuelaish niet alleen het Palestijnse lijden verergeren, maar ook bijdragen aan wereldwijde instabiliteit en haat. Zijn boodschap aan de Kamer was dan ook helder en compromisloos: ‘Steun aan UNRWA is geen gunst, maar een morele en strategische plicht.’ ‘Het lot van miljoenen mensen’, betoogde hij, ‘hangt af van de keuzes die hier en nu worden gemaakt’.
Toch vond Abuelaish naast politieke onverschilligheid ook een bron van hoop: de kracht van de samenleving. Bij een vertoning van zijn documentaire I Shall Not Hate in een uitverkocht Pakhuis de Zwijger raakte zijn verhaal een publiek dat hunkerde naar antwoorden. ‘Hoe kun je niet haten na alles wat je hebt meegemaakt?’ vroeg iemand uit de zaal. Het was een ongemakkelijke vraag, maar ook een spiegel voor het publiek zelf. Waarom lukt het een man die zoveel heeft verloren om te blijven pleiten voor dialoog, terwijl anderen zich verschuilen achter apathie?
Abuelaish antwoordde helder: ‘hoop is geen zwakte, maar een keuze. Het is een daad van moed om je niet te laten definiëren door haat en verlies’. Twee dagen later sprak hij opnieuw, dit keer bij de wekelijkse sit-in van ambtenaren en oud-diplomaten bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. In de regen en kou bedankte hij hen voor hun solidariteit. ‘Jullie laten zien dat de Palestijnen niet vergeten zijn’, sprak hij, ‘en dat jullie niet zullen rusten totdat deze genocide stopt’.
Abuelaish’ boodschap snijdt diep: het Palestijnse lijden is niet slechts een regionaal probleem, maar een mondiale kwestie die vraagt om, ook Nederlandse, politieke moed en daadkracht. Onderwijs en dialoog vormen de sleutel tot hoop, waarbij het schrappen van steun aan UNRWA als kortzichtig en immoreel afsteekt. Het negeren van deze oproep voedt haat en instabiliteit – een prijs die de hele wereld uiteindelijk betaalt.
Toch was Abuelaish’ bezoek niet alleen een aanklacht: het was een bron van inspiratie. De intense emoties in Pakhuis de Zwijger en de solidariteit tijdens de sit-in toonden dat rechtvaardigheid, empathie en menselijkheid mogelijk zijn. Mits we ervoor kiezen.