De recente Palestijnse aanslagen in Israël hebben één centrale oorzaak: de decennialange onderdrukking van de Palestijnen door Israël. De vraag aan de media is waarom zij dat niet opschrijven.
Afgelopen weken vonden in Israël vier Palestijnse aanslagen plaats. Om die te verklaren werd in nieuwsberichten en analyses gewezen op Islamitische Staat, de Ramadan, ‘korte lontjes’ en andere redenen. Israël zelf spreekt van een ‘terreurgolf’ die extra geweld tegen de Palestijnse bevolking van de bezette gebieden legitimeert. Werkt dat, dan wordt het weer ‘rustig’, luidt de Israëlische visie, die ook in Nederland bijval vindt.
Achter die façade van ad hocredenen woedt al decennia het dagelijkse Israëlische geweld tegen de Palestijnen: de militaire bezetting, de kolonisering en sluipende etnische zuivering van Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever, de blokkade van Gaza, het ontzeggen van elementaire rechten aan miljoenen Palestijnse vluchtelingen, en de allesoverheersende apartheid. Complete generaties Palestijnen hebben nooit vrijheid gekend.
Gloort ergens hoop op verbetering? Integendeel. Onder de wurgende Israëlische repressie moeten de Palestijnen toezien hoe hun land wordt afgenomen, hun grondstoffen geplunderd, hun bezittingen vernield, hun kinderen, familie en vrienden mishandeld, verminkt of gedood, en hoe hun maatschappelijke structuur wordt verwoest. Dat alles onder een regime van volledige straffeloosheid waarbij Israël de hand boven het hoofd wordt gehouden door de VS en de EU, waaronder Nederland.
Hoe lang zou het duren voordat die wanhopige situatie escaleert, hetzij in massaal protest, hetzij in afzonderlijke aanslagen? Moeten we ons eigenlijk verbazen als die plaatsvinden, of juist als ze uitblijven? En wat is de reden dat dit perspectief door onze media over het hoofd wordt gezien bij hun duiding van de recente aanslagen?
Ook de perceptie van de Palestijnen zelf wordt over het hoofd gezien. De Palestijnse kunstenares en activiste Dareen Tatour schreef op de website Mondoweiss een portret van de 28-jarige Palestijn Ra’ad Hazim die afgelopen week in Tel Aviv drie Israëli’s doodschoot. Daarin spelen Islamitische Staat, de Ramadan of korte lontjes geen enkele rol. Zijn fatale daad werd ingegeven door het onrecht en de uitzichtloosheid die zijn hele leven bepaalden. Tatour noemt Hazims verhaal ‘dat van alle Palestijnen’.
De Palestijnse schrijver en activist Ahmed Abu Artema bevestigt dat perspectief in een artikel onder de kop ‘The reality that Israel cannot evade’. Daarin stelt ook hij de cruciale vraag wat Palestijnen motiveert om zich op te offeren met als doel Israël te kwetsen. En ook hij wijst op het decennialange onrecht dat de Palestijnen is en wordt aangedaan. Zijn conclusie is even helder als onvermijdelijk:
There is a simple principle that Israel ignores, which is that peace and security cannot be built without justice. A society based on the oppression of another people and the denial of their rights cannot dream of enjoying a normal life.
Er zijn, gelukkig, ook Joods-Israëlische journalisten die dit gezichtspunt onder de aandacht (blijven) brengen, al vormen zij een kleine minderheid en roeien zij in eigen land tegen de stroom in. Lees de artikelen over Hazims aanslag van Gideon Levy in Haaretz en Edo Konrad op de website +972. Ook zij wijzen op de uitzichtloze Israëlische onderdrukking en het rituele gebruik van nog méér geweld om na een aanslag de ‘rust te herstellen’.
Ziehier de verklaring voor de recente aanslagen en voor het feit dat die zullen blijven plaatsvinden, in welke vorm dan ook, met zelfs – zo leert de escalatie van een jaar geleden – de dreiging van een burgeroorlog aan de horizon. En ook de oplossing is bekend. Die begint met de beëindiging van de Israëlische bezetting en het toekennen van gelijke rechten aan alle inwoners.
Van onze media wordt verwacht dat zij de aanslagen realistisch en waarheidsgetrouw duiden. Uitzonderingen daargelaten komen zij echter niet eens in de buurt. Hoe komt dat? In september 2021 publiceerden we een artikel over het protest van ruim 3.250 journalisten in de VS, Canada en Australië tegen het Israëlische perspectief dat de berichtgeving van hun media domineert. In Nederland bleef het stil: geen enkel nieuwsmedium vond het de moeite waard de eigen berichtgeving tegen het licht te houden.
Zo kan het gebeuren dat Palestijnse aanslagen hier groot in het nieuws komen terwijl die van Israël goeddeels worden doodgezwegen. Als voorbeeld dienen de zes Palestijnse doden die woensdag en donderdag vielen bij Israëlische invallen in Palestijnse dorpen en steden. Sinds 2 april werden 16 Palestijnen, onder wie kinderen, gedood. Dat feit heeft – in tegenstelling tot de Palestijnse aanslagen waarbij 14 Israëli’s omkwamen – de Nederlandse nieuwsconsument niet bereikt. Die disbalans is geen uitzondering, maar regel.
In eerdere artikelen stelden we vast hoezeer het ‘conflict’ tussen Palestijnen en Israëli’s wordt geduid door Israëlische ogen. Zo gingen we in op de framing door de NOS van een Israëlische ‘operatie’ en de ‘arrestatie van vier verdachten’ in bezet gebied. In geen van beide stukken vermeldde de NOS dat het hier de dagelijkse razzia’s betrof waarmee Israël een regime van terreur uitoefent over de Palestijnse burgerbevolking.
Volgens conservatieve schattingen vonden sinds het jaar 2000 tenminste vijftigduizend van zulke razzia’s plaats, waarbij minstens zestigduizend Palestijnen werden opgepakt, onder wie 17 duizend kinderen. Sinds het begin van de bezetting in 1967 werden door Israël maar liefst vijftigduizend kinderen opgepakt en gedetineerd, bleek begin 2019. Iedere Palestijnse gemeenschap kent de nachtelijke ‘klop op de deur’, maar de Nederlandse nieuwsconsument weet van niets. Hoe komt dat? Het past niet in het Israëlische perspectief dat voor de meeste media – bewust of onbewust – leidend is.
Daarom kloppen wij opnieuw op de deur van de Nederlandse media met de opdracht hun werk en publiek, en vooral ook de Palestijnen, serieus te nemen. En met de oproep aan redacties om onverwijld in kaart te brengen wat hen daarvan al zo lang weerhoudt.