De wet is een nieuwe maatregel om kritiek op Israëls politiek van bezetting en illegale kolonisering de kop in te drukken. De Israëlische regering ontmantelt de democratie, waarschuwen critici. Wie daar nu nog de ogen voor sluit, moet vrezen voor het moment dat ‘bruine shirts zichtbaar zijn in de straten van Jeruzalem’.
Overschaduwd door het aanhoudende rumoer rond het aannemen van de ‘wet op de joodse natiestaat’ door het Israëlische parlement, nam dat parlement onlangs nóg een giftige wet aan. Die is bedoeld om het kritische Israëlische organisaties onmogelijk te maken om nog voorlichting op scholen te geven.
De wet gebiedt de minister van Onderwijs om organisaties en personen de toegang tot Israëls onderwijsinstellingen te verbieden als hun activiteiten zich niet verdragen met ‘de doelstellingen van het staatsonderwijs’, of als zij ‘in het buitenland juridische of politieke acties ondernemen tegen militairen van het Israëlische leger’.
De laatste bepaling is vooral bedoeld als wapen tegen organisaties die het Internationaal Strafhof van informatie voorzien. Het Strafhof doet sinds 16 januari 2015 ‘verkennend onderzoek’ naar ‘de situatie in Palestina’. Israël probeert uit alle macht te voorkomen dat het vooronderzoek uitmondt in een officieel onderzoek naar Israëlische en Palestijnse oorlogsmisdaden.
De wet staat bekend als de ‘Breaking the Silence-wet’, naar de gelijknamige organisatie van voormalige militairen die getuigenissen over misdaden van het Israëlische leger optekent en daar voorlichting over geeft. Breaking the Silence pleit onophoudelijk voor beëindiging van de Israëlische bezetting, en is de regering en daarmee sympathiserende organisaties een doorn in het oog. Al jaren gaan de medewerkers gebukt onder lastercampagnes waarin ze worden afgeschilderd als ‘landverraders’ en ‘spionnen van buitenlandse staten’. Tijdens rondleidingen die de organisatie geeft op de Westelijke Jordaanoever worden zij ook steeds vaker slachtoffer van fysiek geweld van Israëlische kolonisten.
Al jaren ook zoekt de regering naar wettelijke mogelijkheden om Breaking the Silence en kritische mensenrechtenorganisaties (B’Tselem, Al-Haq en vele andere) het zwijgen op te leggen. Dat resulteerde in de in juli 2016 aangenomen ‘NGO-wet’, en in mei jongstleden in het rapport The Money Trail, waarin de Israëlische regering frontaal de aanval opende op de Europese financiering van organisaties die haar bekritiseren. De Europese Unie antwoordde met een brief, waarin Israël wordt verzocht het verspreiden van ongefundeerde beschuldigingen en desinformatie te staken.
De Breaking the Silence-wet komt uit de koker van de religieus-nationalistische regeringspartij Habayit Hayehudi (Het Joodse Huis), bolwerk van de extremistische kolonistenbeweging. Partijleider en minister van Onderwijs Naftali Bennett sprak na het aannemen van de wet zijn tevredenheid uit. Met hun activiteiten zijn de kritische organisaties een smet op Israëls blazoen en de reputatie van het leger, zei hij. Hun opvattingen zijn niet geschikt voor het onderwijs, ‘waar wij de toekomstige generatie vormgeven’:
The reality in which organizations could harm Israel’s legitimacy, and the reputation of its soldiers in front of school students, has come to an end. […] I will not allow Breaking the Silence to be active in our educational system; if they want to be active in their homes, so be it, but not in our schools, where we shape the future generation, such voices will not be allowed.
Uitvoerend directeur Avner Gvaryahu van Breaking the Silence reageert in een filmpje op Facebook, in een nieuwsbrief en met een ingezonden stuk (€) in de krant Haaretz op de wet. Hij stelt dat zijn organisatie nooit in het buitenland stappen heeft ondernomen om Israël of Israëlische militairen aan te laten klagen. Alle informatie die Breaking the Silence publiceert wordt door de militaire censuur beoordeeld, en ieder ‘schadelijk’ woord wordt geschrapt. Heeft minister Bennett soms geen vertrouwen meer in de militaire censuur?
De wet brengt de Israëlische democratie opnieuw een zware slag toe, stelt Gvaryahu. Ze geeft de ‘kolonistencoalitie’, en minister Bennett in het bijzonder, de mogelijkheid iedereen die niet in de pas loopt met Israëls politiek van bezetting en illegale kolonisering buiten de schoolmuren te houden. Critici van die politiek worden op alle fronten bestreden, en de vrijheid van meningsuiting is het slachtoffer, aldus Gvaryahu:
In present day Israel, talking about the occupation has become a subversive act. In Israeli society, a war is currently being waged against discussing and critiquing the occupation.
Breaking the Silence laat zich niet intimideren, zegt Gvaryahu: ‘Er is maar één manier om ons te laten zwijgen: beëindig de bezetting.’
Ook binnen Israëls onderwijssysteem is niet iedereen onder de indruk. De rector van een middelbare school in Tel Aviv kondigt aan dat hij Breaking the Silence en B’Tselem zal blijven uitnodigen, omdat zij professionals zijn en een belangrijke boodschap voor de scholieren hebben: hun land gaat zijn ondergang tegemoet als het zijn huidige politiek voortzet:
I announced that Breaking the Silence and B’Tselem will be invited to my school, so that the students will see the best people who served in Israel’s wars and operations, and listen as they tell them that their country is going to perish if it continues with its current policy. This is part of an open and democratic debate in a free society.
Gvaryahu waarschuwt dat er in Israël een brede ‘messianistisch-nationalistische revolutie’ plaatsvindt, een ‘destructieve regeringscampagne, gericht op het ontmantelen van de democratie’. De nieuwe wet is daar een onderdeel van. In een scherp redactioneel commentaar sluit Haaretz zich daarbij aan: de regeringscoalitie voert ‘een oorlog tegen iedereen die kritiek heeft op de bezetting’, schrijft de krant.
Het is tijd dat de oppositie in het parlement de rijen sluit en de bevolking massaal de straat op gaat, stelt Gvaryahu. Wie de ogen blijft sluiten voor de ‘noodtoestand’ waarin Israël verkeert, waarschuwt hij, moet vrezen voor het moment dat bruine shirts zichtbaar zijn in de straten van Jeruzalem:
Legislation is but part of a well-oiled, focused and targeted campaign whose purpose is to dismantle Israeli democracy: to weaken the High Court of Justice and persecute opponents of the occupation, including high-school principals, diplomats, journalists and cultural figures. […] Anyone who doesn’t internalize these facts and cry out now will have to wake up when history will lead to brown shirts on Jerusalem’s streets.