Israël stelt de bevolking van Khan al-Ahmar een nieuwe locatie voor haar met ontruiming bedreigde dorp in het vooruitzicht. Gaat ze akkoord, dat wordt zij niet met geweld overgebracht naar een plek bij de vuilnisbelt van Abu Dis.
Een nieuw bedrijf in het treurspel rond Khan al-Ahmar, het bedoeïenendorp op de bezette Westelijke Jordaanoever dat door Israël met ontruiming en sloop wordt bedreigd. De Israëlische regering heeft een nieuwe locatie voor de bevolking op het oog: een plek bij de illegale Israëlische ‘nederzetting’ (kolonie) Mitzpeh Yeriho, acht kilometer van hun huidige dorp. Stemt de bevolking van 181 bedoeïenen daarmee in, dan zal zij niet met geweld worden overgebracht naar de eerder door Israël aangewezen locatie, ingeklemd tussen een vuilstortplaats en een autosloperij bij het stadje Abu Dis.
Begin juli maakte het Israëlische leger een begin met de gewelddadige ontruiming van Khan al-Ahmar. Die operatie werd stopgezet na een last-minute beroep van de bewoners op het Israëlische Hooggerechtshof. Zij willen dat de staat hun dorp, waar zij zich vestigden nadat zij rond 1950 door Israëlische troepen uit de Naqab-woestijn (Negev) werden verdreven, legaliseert.
Israël bezette hun nieuwe woonplaats in 1967 en stelt dat Khan al-Ahmar illegaal is gebouwd; de bewoners beschikken niet over vergunningen van de bezettingsautoriteiten en krijgen die ook nu niet. Het dorp dient plaats te maken voor uitbreiding van de nabijgelegen illegale Israëlische ‘nederzettingen’ Ma’ale Adumim en Kfar Adumim.
Het Hooggerechtshof oordeelde een week geleden dat de staat in haar recht staat, daarmee eens te meer onderstrepend hoezeer het hof ten dienste staat van Israëls politiek van illegale bezetting en kolonisering – ontruiming van Khan al-Ahmar is een oorlogsmisdaad, zoals driehonderd internationale prominenten, onder wie voorzitter Jaap Doek en oprichter en erevoorzitter Dries van Agt van The Rights Forum, in een open protestbrief benadrukten.
Het Hooggerechtshof drong er wel bij de staat op aan binnen een week een alternatieve locatie beschikbaar te stellen. Nog tijdens de zitting legde de staat de locatie bij Mitzpeh Yeriho op tafel. Dat voorstel werd door de bewoners direct afgewezen. Zij zijn bereid terug te keren naar de Naqab-woestijn waaruit zij zeventig jaar geleden zijn verdreven, maar weigeren ieder alternatief. Gisteren diende de staat het voorstel niettemin formeel bij het Hooggerechtshof in. De bevolking van Khan al-Ahmar heeft nu vijf dagen voor een officiële reactie.
Alles wijst erop dat Khan al-Ahmar binnenkort alsnog zal worden ontruimd. Die operatie zal gepaard gaan met geweld en arrestaties. Bij de eerste schermutselingen op 4 juli raakten 35 Palestijnen gewond en werden er elf wegens verzet gearresteerd.
Onder de arrestanten was de 19-jarige Sara Abu Dahuk. Zij gooide een steen naar een politieman die haar tante en twee andere Palestijnen op de grond gooide en haar oom in de boeien sloeg. Abu Dahuk werd door een Israëlische militaire rechtbank veroordeeld (€) tot twee weken cel en een boete van 1200 euro.
Vijf andere dorpsbewoners, onder wie Sara’s vader, zaten zes dagen achter de tralies en betaalden boetes van zeshonderd euro. Drie anderen zaten vijf dagen vast en dienden 240 euro boete te betalen. De overige twee arrestanten werden na enkele uren op vrije voeten gesteld.
In een ultieme poging het tij te keren opende de school van Khan al-Ahmar half juli de poorten voor het nieuwe schooljaar, zo’n zes weken vroeger dan gebruikelijk. De hoop is dat Israël het dorp niet tijdens een schooljaar zal ontruimen, maar verantwoordelijk minister van Defensie Avigdor Lieberman liet al weten zich daar niets van aan te trekken.
De school voorziet zo’n 160 kinderen uit Khan al-Ahmar en omringende bedoeïenendorpen van onderwijs. Het gebouw werd in 2009 met Europese financiële steun opgetrokken uit autobanden en leem, een gevolg van het Israëlische verbod op het gebruik van steen en cement. Bij aankomst merkten de leerlingen en hun ouders dat de enige (onverharde) toegangsweg tot Khan al-Ahmar was afgesloten. Die mag alleen nog door Israëlische veiligheidsdiensten worden gebruikt, liet de Israëlische politie de krant Haaretz (€) weten.
Diezelfde krant onthulde (€) vorige maand dat de plannen voor de ontruiming van Khan al-Ahmar en circa 25 naburige bedoeïnendorpen al in de jaren zeventig zijn opgesteld. Nauw betrokken daarbij was de huidige minister van Landbouw, Uri Ariel. Door de bouw van illegale nederzettingen moest een ‘joodse corridor’ tot stand worden gebracht die de bezette Westelijke Jordaanoever in een noordelijk en zuidelijk deel scheidde. Op 31 juli publiceerde de krant een vervolgartikel (€) over het thema.
De plannen zijn inmiddels zo goed als gerealiseerd. De ‘joodse corridor’ is tot stand gebracht, en ook een ring van illegale nederzettingen die Palestijns Oost-Jeruzalem scheidt van de Palestijnse Westoever nadert voltooiing. Eind jaren negentig werd al een tiental bedoeïenengemeenschappen gedwongen zich bij de vuilnisbelt van Abu Dis te vestigen. Nu de rest nog.