Opnieuw heeft Israël een met Nederlands geld bekostigd hulpproject op de Westelijke Jordaanoever gesloopt. Een Palestijns dorp zit nu zonder drinkwater.
Volgens NRC Handelsblad heeft Israël woensdag drie watersystemen gesloopt in het Palestijnse dorpje Al-Mirkaz, gelegen ten zuiden van de Palestijnse stad Al-Khalil (Hebron) op de Westelijke Jordaanoever. Nederland financiert daar een regionaal waterproject, waar de gesloopte systemen deel van uitmaken. Een filmpje toont hoe een bulldozer een grote, door Nederland bekostigde watercontainer vernielt.
Israëlische troepen vielen in totaal vier Palestijnse dorpjes binnen. Daar werden huizen, schuren en dierenverblijven gesloopt, zonnepanelen in beslag genomen en de watertoevoer vernield. Twee Palestijnen, onder wie een 17-jarige, werden opgepakt; een derde werd door Israëlische militairen in elkaar geslagen.
De ontwikkelingsorganisatie Comet-ME, die Nederlandse hulpprojecten op de Westoever uitvoert, vatte de schade aan de vier Palestijnse gemeenschappen kernachtig samen als: ‘Shelter, water, energy. All these are basic human rights.’
Als bezetter is Israël verantwoordelijk voor de basale levensomstandigheden van de lokale Palestijnse bevolking. Die verantwoordelijkheid komt Israël echter niet na. Daarom verlenen landen als Nederland hulp bij de aanleg van elementaire voorzieningen als drinkwater, elektriciteit en schoolgebouwen.
Daarmee wordt Israël gevrijwaard van een kostbare plicht. Dat leidt echter niet tot dankbaarheid. De hulpprojecten staan namelijk haaks op de Israëlische politiek om (een deel van) de bezette Palestijnse gebieden van hun inwoners te ontdoen en te annexeren. Om die reden worden veel aangelegde voorzieningen door de Israëli’s weer gesloopt.
Door de Palestijnen te beroven van elementaire voorzieningen tracht Israël hen tot vertrek te dwingen. Formeel wordt het ‘ontbreken van een vergunning’ opgegeven als reden voor de slooppraktijken. Dergelijke vergunningen worden echter vrijwel nooit verleend; het aanvragen ervan is zinloos.
In februari stelde Martijn van Helvert (CDA) Kamervragen over de sloop van een school, nadat die voor de zesde maal door Israëlische bulldozers in een puinhoop was veranderd. In augustus 2017 ging zijn collega Kirsten van den Hul (PvdA) hem voor nadat een compleet schoolgebouw door Israëlische troepen bleek afgevoerd. En in juni 2017 regende het Kamervragen nadat Israël een Nederlands hulpproject sloopte, waarbij onder meer 96 zonnepanelen werden ontvreemd. De panelen werden door Israël uiteindelijk geretourneerd.
In de recente geschiedenis is Nederlands belastinggeld al veel vaker in rook opgegaan door destructieve Israëlische acties. Zo werden in 2015 kostbare, door Nederland gefinancierde landbouwmachines voor Palestijnse boeren in beslag genomen. Berucht is de vernietiging door Israëlische troepen van de in aanbouw zijnde haven van Gaza in het jaar 2000, waarin Nederland 23 miljoen euro had geïnvesteerd.