Met het niet toelaten van twee Nederlandse onderzoeksters laat Israël opnieuw zien de realiteit van de bezetting verborgen te willen houden. The Rights Forum roept de regering op het om politieke redenen weren van de wetenschappers te veroordelen.
Het niet toelaten van de Nederlandse onderzoeksters Lydia de Leeuw en Pauline Overeem tot Israël, wegens ‘anti-Israëlische’ activiteiten, roept tal van vragen op. De Leeuw en Overeem, beide werkzaam voor de onderzoeksorganisatie SOMO (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen), wilden op werkbezoek in de Palestijnse gebieden.
De Leeuw zou onder andere een presentatie verzorgen op een workshop van de Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Haq, over de rol van elektriciteitsmaatschappijen in de Israëlische ‘nederzettingen’ in bezet gebied. De Leeuw en Overeem waren eerder betrokken bij een in juni gepubliceerd onderzoek naar de herkomst van ‘Israëlische’ groenten en fruit in Nederlandse supermarkten.
Een deel van deze invoer komt niet uit Israël, zoals op de verpakking staat vermeld, maar uit de nederzettingen in de door Israël bezette Palestijnse gebieden. Deze nederzettingen zijn illegaal volgens het internationaal recht en hebben desastreuze gevolgen voor de Palestijnse bevolking en economie. Het is goed eraan te herinneren dat de Nederlandse regering formeel een ontmoedigingsbeleid voorstaat wat betreft handel met de illegale nederzettingen. Nederland erkent de in 1967 bezette gebieden niet als deel van de staat Israël.
In die zin is het onderzoekswerk van SOMO uitermate relevant. De Nederlandse consument, publieke opinie en politiek hebben het recht te weten of producten uit de illegale nederzettingen worden aangeboden in de supermarkt om de hoek. Het bemoeilijken van het werk van wetenschappelijke onderzoekers past in hetzelfde rijtje als het bemoeilijken van het werk van journalisten en fotografen. Voorbeeld: het niet verlengen, vorig jaar, van het werkvisum van de kritische NRC-correspondent Derk Walters.
Met het niet toelaten van kritische onderzoekers en journalisten wordt niet alleen het recht op vrije meningsuiting, maar ook het recht op informatie geweld aangedaan. Kritische oren en ogen zijn kennelijk niet welkom en bedreigend voor de Israëlische autoriteiten. De realiteit van de bezetting, en de effecten ervan, moeten verborgen blijven.
Israël rechtvaardigde het niet toelaten van De Leeuw en Overeem met de beschuldiging dat ze voorstanders zouden zijn van de ‘delegitimering van Israël’ en ‘het promoten van een boycot van de joodse staat’. In het geval van De Leeuw en Overeem is daarvan echter geen sprake, of je zou het stellen van kritische vragen over de economische processen die een illegale bezetting in stand houden, gelijk moeten stellen aan een frontale aanval op de staat Israël.
Juriste De Leeuw is, behalve onderzoeker bij SOMO, ook algemeen bestuurslid van Stichting Kifaia, die zich inzet voor medische hulpverlening aan de bevolking van Gaza. Mogelijk sympathiseert ze met de BDS-beweging, maar ze is er zeker niet actief in. Historica en politicologe Overeem doet, volgens SOMO, ‘onderzoek en analyseert maatschappelijke kwesties in productieketens van verschillende sectoren’, vooral in Azië. Ze staat niet bekend als Palestina-activiste.
De twee werden bij aankomst op de luchthaven Ben-Gurion opgewacht door Israëlische politie- en douanefunctionarissen. Ze werden verwacht. De autoriteiten beschikten kennelijk over informatie over de twee. Het heeft er alle schijn van dat de weigering van een inreisvisum alles te maken heeft met hun onderzoeksactiviteiten voor SOMO en mogelijk met hun samenwerking met mensenrechtenorganisatie Al-Haq.
The Rights Forum roept de Nederlandse regering op om het, om politieke redenen, niet toelaten van de twee Nederlandse onderzoeksters te veroordelen. Accepteren we dat een land waar Nederland vriendschappelijke betrekkingen mee onderhoudt opiniepolitie aan de grens posteert en onderzoekers en mensenrechtenactivisten de toegang weigert?