Bij nieuwe demonstraties in het kader van de ‘Grote Mars van Terugkeer’ viel vrijdag een dode en raakten bijna duizend Palestijnen gewond. Zaterdag stierven vier jonge Palestijnen toen hun motor-riksja door nog onduidelijke oorzaak explodeerde.
Zaterdag vonden in de Gazastrook vier jonge Palestijnen de dood bij een explosie ten oosten van de stad Rafah, dicht bij de grens met Israël. De vier, in leeftijd variërend van 18 tot 23 jaar, kwamen om toen de motor-riksja waarmee zij onderweg waren ontplofte.
De oorzaak van de explosie in nog onduidelijk. Volgens sommige bronnen waren de vier met autobanden onderweg naar het grenshek en werden zij mogelijk onder vuur genomen door Israëlische artillerie. Auto-riksja’s (tuk-tuks) worden volop gebruikt voor het vervoer van autobanden, die bij het grenshek in brand worden gestoken. In de loop van de middag claimde de organisatie Islamitische Jihad dat het ging om vier leden van de organisatie, die deelnamen aan een training. Bij de ontploffing raakten meerdere omstanders gewond.
Vrijdag werd in Gaza één Palestijn door Israëlisch geweervuur gedood tijdens nieuwe demonstraties bij de grens in het kader van de Grote Mars van Terugkeer. De 28-jarige Islam Rushdi Hirzallah werd met scherpe munitie in de buik geschoten en stierf in een ziekenhuis aan zijn verwondingen. Het ministerie van Gezondheid in Gaza maakte bekend dat 969 Palestijnen in ziekenhuizen waren opgenomen of in veldklinieken waren behandeld aan hun verwondingen; 233 van hen werden met scherpe munitie neergeschoten, de overigen werden geraakt door rubberkogels of ademden traangas in.
Onder de gewonden was opnieuw Palestijns medisch personeel. Videobeelden laten zien hoe een veldhospitaal volstroomt met traangas, en artsen en verplegers naar buiten vluchten. In totaal moesten 17 artsen en ziekenbroeders worden behandeld vanwege het inademen van traangas of andere verwondingen.
Opnieuw ook werden journalisten met scherpe munitie onder vuur genomen. De Palestijnse journalist Ahmad Abu Hussein werd in de buik geraakt en verkeert in levensgevaar. Zijn collega Muhammad Hajjar kreeg een kogel in de schouder. Beiden droegen beschermende vesten met daarop groot het woord ‘Press’. Een week eerder werd de Palestijnse journalist Yasser Murtaja doodgeschoten en liepen vijf andere journalisten schotwonden op. De beroepsverenigingen van Palestijnse (foto)journalisten deden vandaag een dringend beroep op steun van hun collega-organisaties wereldwijd.
Bij de demonstraties van vrijdag waren meer dan 10 duizend Palestijnen op de been. In de tentenkampen die op vijf plaatsen langs de grens zijn ingericht vonden de gebruikelijke bijeenkomsten en activiteiten plaats, terwijl dichter bij het grenshek autobanden, Israëlische vlaggen en afbeeldingen van de Amerikaanse president Trump in brand werden gestoken, stenen werden gegooid en hier en daar vermetele pogingen werden ondernomen het grenshek te vernielen.
In een mooie reportage uit Gaza (€) in de Volkskrant schetst Theo Koelé de dynamiek die ten grondslag ligt aan de Grote Mars van Terugkeer. De demonstranten willen eindelijk terug naar de plaatsen aan de andere kant van het grenshek waaruit zo’n driekwart miljoen Palestijnen in 1948 door zionistische strijdgroepen werden verdreven. Daar ‘horen wij thuis’, zegt een jonge demonstrant. Een 56-jarige vrouw vertelt Koelé over de grote lap grond die haar welgestelde familie in Jaffa bezat. Op zijn vraag of terugkeer realistisch is antwoordt zij: ‘Ja, als we maar blijven protesteren, zal de wereld onze boodschap begrijpen. Israël zal zwichten.’
De Palestijnen hebben genoeg van het eindeloze wachten op realisering van hun rechten onder de uitzichtloze omstandigheden in Gaza. Daarbij gaat het om veel meer dan terugkeer, vertelt een 29-jarige vrouw Koelé: het gaat om ‘het recht om te leven, om te bestaan’. Beschikte zij over een raket, dan zou ze die ‘meteen op Israël afschieten’.
Een menswaardig bestaan is ook de inzet van de jonge demonstranten, die geen kant opkunnen en hopen op een dag aan Gaza te kunnen ‘ontsnappen’. Bang om gewond te raken of gedood te worden zijn ze niet: ‘We hebben niets te verliezen’, klinkt het steeds weer.
Op bemoeienis van de gevestigde Palestijnse organisaties zitten veel demonstranten niet te wachten. Hamas, dat ‘meedeint op de golven van onvrede’, en de Palestijnse Autoriteit worden medeverantwoordelijk gehouden voor de ellende in Gaza.
In een bewogen artikel in Haaretz (€) schrijft Muhammad Shehada over zijn jongere broer Salah (18), die vrijwel dagelijks bij het grenshek demonstreert. Hij heeft astma en is in afwachting van een urgente oogoperatie in Egypte. Twee jaar geleden ontving hij een studiebeurs om in Algerije een opleiding te volgen, maar sinds die tijd wacht hij op toestemming om Gaza te verlaten. ‘Zijn hele leven is gestolen door de Israëlische blokkade’, schrijft zijn broer.
Salahs moeder is doodsbang dat de jongen zal worden gedood en doet er alles aan hem bij de demonstraties weg te houden. Maar de jongen is vastbesloten door te gaan met demonstreren. Het is zijn enige antwoord op de ‘langzame dood’ die hij in Gaza sterft. Dat antwoord is een wanhoopskreet, gericht aan de wereld: ‘Wij zijn hier!’