De bekende Palestijnse feminist en parlementariër Khalida Jarrar is woensdag door een Israëlische militaire rechtbank veroordeeld tot zes maanden administratieve detentie – gevangenschap zonder dat sprake is van een aanklacht of proces. Jarrar werd begin juli bij een nachtelijke inval in Ramallah door Israëlische troepen opgepakt.
De bekende jurist Jarrar is sinds 2006 lid van het Palestijnse parlement namens het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP). Zij is voorzitter van de parlementaire commissie voor Palestijnse gevangenen en vice-voorzitter van de Palestijnse NGO Addameer, die bijstand verleent aan Palestijnse politieke gevangenen. Mede vanwege haar inzet voor vrouwenrechten is Jarrar een prominent gezicht in de Palestijnse samenleving. Ze werd op 2 juli in haar woning in Ramallah van haar bed gelicht en geboeid met onbekende bestemming afgevoerd.
De veroordeling komt drie dagen na de veroordeling van Khitam Sa’afin, die in dezelfde nacht bij een razzia werd opgepakt, tot drie maanden administratieve detentie. Sa’afin is voorzitter van de bond van Palestijnse vrouwenorganisaties en zet zich in voor de rechten van Palestijnse vrouwen in een soeverein en van Israëlische bezetting bevrijd Palestina. Samidoun, het in de Verenigde Staten gevestigde netwerk van organisaties die zich inzetten voor de duizenden Palestijnen in Israëlische gevangenschap, eist in een online petitie die brede steun verdient de directe vrijlating van Jarrar en Sa’afin.
Samidoun schrijft dat Jarrar administratieve detentie werd opgelegd nadat de militaire aanklager er niet in was geslaagd een aanklacht tegen haar te formuleren. Administratieve detentie berust op ‘geheime bewijzen’ en wordt ingesteld voor een periode van maximaal zes maanden, die eindeloos kan worden verlengd. Momenteel bevinden zich bijna vijfhonderd Palestijnen in Israëlische administratieve detentie, onder wie negen parlementsleden. Het vastzetten van invloedrijke Palestijnen wordt gezien als een campagne om de Palestijnse samenleving van haar leiderschap te beroven. In het geval van Jarrar speelt vermoedelijk mee dat zij betrokken is bij de vooronderzoeken van het Internationaal Strafhof naar Israëls misdrijven in bezet Palestina. Israël laat geen middel onbeproefd die onderzoeken te dwarsbomen.
Jarrar ligt sinds 2014 permanent onder vuur van de Israëlische bezettingsautoriteiten. Na een poging haar naar Jericho te verbannen werd zij begin april 2015 bij een nachtelijke inval in haar woning in Ramallah overgebracht naar Israël, waar ze veertien maanden gevangen zat. Aanvankelijk werd zij ook toen in administratieve detentie geplaatst, maar na een golf van protest werd alsnog een aanklacht gefabriceerd: Jarrar zou hebben deelgenomen aan protestmarsen, een interview hebben gegeven en lid zijn van en activiteiten verrichten voor de PFLP, de partij waarvoor zij in het parlement zit, maar die volgens Israël een ‘terroristische organisatie’ is. Ook na haar recente arrestatie stelden de militaire autoriteiten dat ze was opgepakt ‘vanwege haar activiteiten voor de PFLP’. Tegen Jarrar is echter nooit bewijs van betrokkenheid bij terreur ingebracht.
Jarrar stelde destijds dat Israël geen andere bedoeling had dan haar zo lang mogelijk op te sluiten, en dat ze de bevoegdheid van de militaire rechtbanken niet accepteerde. Ze betitelde de rechtbanken als ‘een grap en een groot theater’, de aanklachten tegen haar als ‘absurd’ en haar gevangenschap als ‘van meet af aan gebaseerd op politieke gronden’.