Vrijdag werden bij nieuwe demonstraties in de Gazastrook vier Palestijnen door Israëlische militairen doodgeschoten. Onder de doden is een kind van 15.
De doden vielen nadat Israëlische scherpschutters voor de vierde achtereenvolgende vrijdag het vuur openden op Palestijnen die langs het grenshek tussen de Gazastrook en Israël demonstreerden. Drie van de gedode Palestijnen waren twintigers, de vierde was pas 15 jaar oud.
The Electronic Intifada publiceerde een video waarop het neerschieten van de 15-jarige Mahmud Ibrahim Ayyub is te zien (de organisatie Defense for Children meldt dat de jongen 14 jaar was). Daaruit wordt duidelijk dat de jongen geen enkele bedreiging vormde voor de vijftig meter verderop gelegerde Israëlische scherpschutter die hem door het hoofd schoot.
Nickolay Mladenov, de Speciale Coördinator van de Verenigde Naties voor het Midden-Oosten Vredesproces, noemde het in een reactie ‘schandelijk’ dat het Israëlische leger op kinderen schiet. Hij dringt aan op een onderzoek naar de dood van de jongen. Eerder drongen onder meer de Europese Unie en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties aan op een onderzoek naar het Israëlische geweld tegen ongewapende burgers.
Naast de doden vielen vrijdag ten minste 729 gewonden, onder wie een arts en twee journalisten. Van hen werden er 156 gewond door scherpe munitie. Opnieuw wordt melding gemaakt van het gebruik van verboden munitie door het Israëlische leger. Dat zou zich bedienen van zogenaamde expanding bullits, die grote schade aanrichten aan het lichaam.
Donderdagavond meldde minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok aan de Tweede Kamer dat Nederland de Israëlische regering om opheldering heeft gevraagd over de rules of engagement van het Israëlische leger. In antwoord daarop liet Israël weten die als ‘staatsgeheim’ te beschouwen.
Israël beroept zich er op slechts in uiterste noodzaak op Palestijnse demonstranten te schieten, en dan nog slechts op ‘terroristen’ die trachten de grens over te steken. Die verklaring staat haaks op de realiteit, waarin massaal op ongewapende Palestijnen wordt geschoten, zelfs al bevinden die zich op honderden meters van de grens.
De voorbeelden van die praktijk stapelen zich op. Een van de doden die vrijdag te betreuren viel, de 25-jarige Ahmad Nabil Abu Aqil, zat op zo’n 150 meter van de grens met zijn rug naar de Israëlische militairen toen hij in zijn achterhoofd werd geschoten. Abu Aqil was gehandicapt en had krukken nodig om zich voort te bewegen.
De Palestijnse demonstraties vinden plaats in het kader van de ‘Grote Mars van Terugkeer’. Onder die noemer is een periode van protestmanifestaties afgekondigd van 30 maart, de Dag van het Land, tot 15 mei. Op die datum herdenken de Palestijnen de Nakba, de verdrijving van circa 750 duizend Palestijnen door joodse milities en het Israëlische leger in 1947-1949.
In 2018 kwamen tot dusver 65 Palestijnen door Israëlisch geweld om het leven: 49 in Gaza en 16 op de Westelijke Jordaanoever. Het aantal Palestijnen dat in het kader van de Grote Mars van Terugkeer werd gedood, liep op tot minstens 39. Het aantal gewonden loopt in de duizenden.