Met onder andere: steun voor Oekraïne toont schrijnende dubbele standaard, VN-Hoge Commissaris uit zorgen over mensenrechtensituatie, en gewelddadigheden over hele Westoever.
De afgelopen week stond in het teken van de Russische inval in Oekraïne – een grove schending van het internationaal recht, die terecht vrijwel wereldwijd in harde termen is veroordeeld. The Rights Forum sluit zich – analoog aan onze missie – aan bij deze veroordelingen en steunt de actie van de samenwerkende hulporganisaties (Giro 555). De beschietingen van burgerdoelen en de op gang gekomen vluchtelingenstroom leiden tot hartverscheurende beelden en nopen tot hulp en solidariteit. De schaal waarop die door Europese landen wordt geboden is belangrijk en inspirerend.
Daarbij worden historische stappen gezet. Vooral de levering van wapens aan Oekraïne toont aan hoezeer de EU en ook Nederland de bescherming van de aangevallen burgerbevolking en de internationale rechtsorde serieus nemen. Dat die wapens ook door burgers worden bediend wordt als vanzelfsprekend aanvaard.
Tegelijkertijd kwam een massale campagne op gang om het Russische regime te isoleren en economisch te sanctioneren. In een samenspel van boycots, desinvesteringen en sancties (BDS) worden president Poetin en zijn gevolg keihard aangepakt. Daarbij wordt niet alleen de Russische economie op de korrel genomen, maar wordt het land ook sportief, cultureel en academisch geïsoleerd. De tijd dat die sectoren ‘niets met politiek te maken hebben’ ligt voorgoed achter ons.
Ook andere grenzen zijn gepasseerd. Zo werden Russische media door de EU beknot als straf voor door hen verspreide ‘propaganda’. Dat schept een discutabel precedent voor de democratische en open samenleving die de EU zich wenst, maar wordt in dit geval gerechtvaardigd geacht.
De voorbeelden maken overvloedig duidelijk dat militaire agressie en bezetting door de EU en Nederland niet langer worden getolereerd. Tenminste, als Rusland de dader is en de slachtoffers Europeanen zijn. Want daar wringt de schoen. Toen een coalitie van landen in maart 2003 onder Amerikaanse leiding Irak binnenviel bleven Europese sancties uit. Ons land steunde de inval die vervanging van het Iraakse regime als doel had. Datzelfde doel heeft Poetin in Oekraïne.
Ook in het heden bestaat die dubbele standaard, zoals columniste Karin Spaink in het Parool opmerkte:
Maar terwijl de solidariteit met Oekraïne hartverwarmend is, vallen er ook dingen op. Waarom prijzen we hun verzetsdaden hier de hemel in, en tonen nieuwsprogramma’s in uitgebreide items bijna juichend hoe de bevolking molotovcocktails maakt en kalasjnikovs uitgedeeld krijgt, terwijl we het ‘normaal’ vinden dat elke Palestijnse jongeman die een steen naar een Israëlische soldaat gooit, wordt gevangengezet – of zelfs doodgeschoten?
Die vraag ligt nu in zijn pijnlijke naaktheid op tafel. Nooit hebben de EU en Nederland de Palestijnse bevolking beschermd tegen de Israëlische agressie en bezetting – een bezetting die over drie maanden de onwaarschijnlijke mijlpaal van 55 jaar bereikt. Sterker, het Israëlische geweld tegen Palestijnse burgers wordt in stand gehouden door het gedogen ervan door Nederland, de EU en andere westerse landen.
In de Tweede Kamer bestaat een sterke lobby die de Israëlische bezetting met man en macht steunt, annexatie geen strobreed in de weg legt en rechtvaardigheid opzichtig tegenwerkt. In mei 2021 beschreven wij die politieke realiteit nadat de Kamer naliet het Israëlische geweld tegen de Palestijnse bevolking van Oost-Jeruzalem en met name de Gazastrook te veroordelen – laat staan te sanctioneren. Premier Rutte, de man die nu de mond vol heeft van de Russische agressie, hield Israël de hand boven het hoofd en veroordeelde de Palestijnen. Zijn schaamteloze opstelling werd door een meerderheid van de Tweede Kamer gevolgd.
Dat was geen incident. Het bloedbad dat Israël aanrichtte onder deelnemers aan de Grote Mars van Terugkeer – waarbij alleen al tussen 30 maart en 31 december 2018 189 Palestijnse burgers werden gedood en ruim 23 duizend verwond – heeft nooit tot een Nederlandse veroordeling geleid. Het kabinet wacht intussen bijna vier jaar op een ‘onafhankelijk Israëlisch onderzoek’ dat in augustus 2018 gereed zou zijn. Zo gaat dat in Den Haag als niet Oekraïense maar Palestijnse burgers het doelwit zijn van buitenlandse militaire agressie.
Het oppakken, martelen en doodschieten van Palestijnse burgers door Israël is aan de orde van de dag zonder dat Nederland ingrijpt. Sterker, Israël wordt er voor beloond in de vorm van intensieve samenwerking. Een nieuw dieptepunt is het wetsvoorstel voor een verdrag tussen Nederland en het Israëlische defensieapparaat waarover de Tweede Kamer moet besluiten. Eerder trad het ministerie van Economische Zaken zonder gêne op als promotor van de Israëlische wapenfabrikant Elbit.
Die hypocriete en medeplichtige opstelling is niet beperkt tot de politiek. Talloze bedrijven en instellingen beëindigen hun relatie met Rusland na jarenlang te hebben nagelaten hun banden met Israël te bevriezen. Banken en pensioenfondsen met enorme investeringen in de Israëlische kolonisering van Palestina – een oorlogsmisdaad – grijpen nu overnight in om Rusland te sanctioneren. Booking.com, dat al jaren wordt opgeroepen zijn promotie van illegale Israëlische kolonistenwoningen te staken, heeft verhuurders van Russische accommodaties in de ban gedaan. Het zijn voorbeelden uit een lange lijst.
De solidariteit met Oekraïne is even hartverwarmend als nodig, maar zet de spotlights vol op de dubbele standaarden die ten opzichte van de Palestijnen worden gehanteerd. Dat hoort nu tot actie te leiden.
Michelle Bachelet, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, heeft op 3 maart verslag gedaan van de mensenrechtensituatie in de bezette Palestijnse gebieden in de periode tussen 1 november 2020 en 31 oktober 2021.
Bachelet sprak met name haar zorgen uit over de significante toename van geweld in de bezette gebieden. Israëlische troepen doodden 315 Palestijnen en verwondden er 17.597. Dat is een bijna vijfvoudige toename in vergelijking met de vorige rapportageperiode. In dezelfde periode kwamen 14 Israëli’s om het leven en raakten er 824 gewond als gevolg van Palestijns geweld. In het jaar daarvoor werd één Israëlische militair gedood en raakten 90 Israëli’s gewond.
Het grootste aantal slachtoffers, onder wie veel burgers, viel tijdens het grootschalige Israëlische offensief op Gaza in mei 2021. Volgens Bachelet heeft de VN tijdens deze uitbarsting van geweld verschillende incidenten gedocumenteerd waarbij ‘Israëlische aanvallen mogelijk de beginselen van onderscheid, evenredigheid en haalbare voorzorgsmaatregelen van het internationaal humanitair recht hebben geschonden’. Desondanks worden de daders niet of nauwelijks verantwoordelijk gehouden: bijna tien maanden later is er door Israël nog altijd geen strafrechtelijk onderzoek ingesteld.
Ook het handelen van Israëlische troepen buiten Gaza wordt gekenmerkt door deze straffeloosheid, schrijft Bachelet. Tijdens de rapportageperiode kwamen tientallen Palestijnen om het leven tijdens operaties van het Israëlische leger op de Westoever en in Oost-Jeruzalem. Ondanks Israëlische aankondigingen van onderzoek naar het geweld ‘is in de overgrote meerderheid van de gevallen geen strafrechtelijk onderzoek geopend en zijn details niet openbaar gemaakt’. Hetzelfde geldt voor de mishandeling en marteling van Palestijnse gevangenen in Israëlische detentie.
Bachelet levert ook kritiek op de Palestijnse autoriteiten op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza. Voor zover bekend hebben die geen stappen gezet ‘om verantwoording af te leggen voor het willekeurig afvuren van raketten op Israël […] of voor andere mogelijke schendingen,’ aldus Bachelet. Zij merkt verder op dat de rapportageperiode werd gekenmerkt door een toename van geweld door Palestijnse veiligheidstroepen tegen de eigen bevolking, en met name tegen politieke tegenstanders van de Palestijnse Autoriteit.
De rapportageperiode wordt ook gekenmerkt door een enorme escalatie van Israëlische maatregelen die inbreuk maken op de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering van Palestijnse mensenrechtenverdedigers. Bachelet wijst daarbij met name op de zes Palestijnse ngo’s die door de Israëlische regering in oktober 2021 als ‘terreurorganisties’ werden bestempeld. Volgens Bachelet heeft de regering nog altijd geen geloofwaardig bewijs geleverd om die maatregel te onderbouwen. Om die reden uit zij haar ‘ernstige bezorgdheid’ over de inzet van ‘wetgeving inzake terrorismebestrijding om legitiem mensenrechten- en humanitair werk te stoppen, te beperken of strafbaar te stellen.’
De afgelopen week werd gekenmerkt door een groot aantal gewelddadige incidenten verspreid over de bezette Westelijke Jordaanoever. Daarbij kwamen vijf Palestijnen om het leven, en raakten vele anderen gewond.
Op 1 maart kwamen drie Palestijnen om het leven bij twee afzonderlijke aanvallen. Twee van hen werden gedood tijdens een nachtelijke inval van Israëlische troepen in het vluchtelingenkamp Jenin. Volgens de Israëlische lezing was het doel van de operatie om de zoon van een voormalige Hamas-leider te arresteren, maar werd de eenheid door bewoners van het kamp onder vuur genomen. De Israëli’s reageerden vervolgens met scherpe munitie, waarbij de 22-jarige Abdallah al-Husari en de 18-jarigee Shadi Najam om het leven kwamen. Al-Husari zou lid zijn geweest van de militante beweging Islamitische Jihad. Najam was volgens ooggetuigen echter ongewapend en nam geen deel aan het vuurgevecht. Hij runde een winkel om zijn ouders en zijn verlamde broer te onderhouden, en was op weg naar huis toen hij werd neergeschoten.
Het derde slachtoffer was de 19-jarige Palestijnse student Amar Shafiq Abu Afifa uit het vluchtelingenkamp Al-Arub. Volgens een Israëlische bron zaten Abu Afifa en een andere Palestijn bij een uitkijkpunt tussen het Palestijnse dorp Bayt Fajjar en de Israëlische kolonie Migdal Oz, waar ook een aantal Israëlische kolonisten aanwezig waren. Toen Israëlische soldaten de twee Palestijnen benaderden sloegen die op de vlucht. Naar eigen zeggen riepen de soldaten hen te stoppen, waarna een waarschuwingsschot zou zijn gelost. Aansluitend werden de twee beschoten. Abu Afifa werd geraakt in zijn been en hoofd, en overleed later aan zijn verwondingen.
In een verklaring tegenover de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem stelde de vriend van Abu Afifa dat de twee aan het wandelen waren. Toen een Israëlische soldaat hen uit het niets toeschreeuwde waren zij uit angst weggerend.
Op 6 maart doodden Israëlische troepen twee Palestijnse tieners. Eén van hen was de 16-jarige Yamen Nafiz Jaffal uit Abu Dis, een wijk aan de rand van Oost-Jeruzalem. Volgens het Israëlische leger had hij samen met een andere Palestijn geprobeerd een molotovcocktail naar een militaire controlepost te gooien. Toen de aanwezige militairen hen in de gaten kregen, schoten zij Jaffal neer. De andere jongen wist te ontkomen.
Later die dag schoten Israëlische politieagenten in de oude stad van Jeruzalem een 19-jarige Palestijn neer nadat die enkele agenten had aangevallen met een mes. Twee agenten raakten daarbij gewond, van wie één door friendly fire. De Palestijnse jongen overleed ter plekke aan zijn verwondingen.
Ander gewelddadige optreden van de Israëlische politie vond plaats tijdens de viering van een religieuze feestdag in Oost-Jeruzalem op 28 februari. De politie vuurde traangas en schokgranaten af op de Palestijnse menigte die zich had verzameld rond het plein bij de Damascuspoort. Onder de menigte bevonden zich ook kinderen en ouderen. Op videobeelden is onder meer te zien hoe Israëlische troepen een minderjarig Palestijns meisje in elkaar slaan. Op sociale media werden tevens foto’s verspreid van de elfjarige Nawwar Burqan die met een schokgranaat in haar gezicht werd geraakt. Zij liep daarbij een gebroken kaak op.
Ook Hebron was afgelopen week het toneel van Israëlisch geweld tegen Palestijnse burgers. Op 1 maart vielen Israëlische militairen tientallen kinderen lastig bij een militaire controlepost terwijl zij onderweg waren naar school. In reactie op de provocaties gooiden sommige studenten stenen naar de militairen, waarna Israëlische troepen traangas en schokgranaten afvuurden op drie Palestijnse scholen in de oude stad. Daarbij raakten verschillende studenten en leraren gewond.
Enkele dagen later raakten vier Palestijnse jongens van 13 tot 21 jaar oud gewond nadat zij met scherpe munitie door het Israëlische leger waren neergeschoten. Het leger greep naar verluidt hardhandig in toen een menigte Palestijnen na het vrijdaggebed een demonstratie begon tegen de bouw van een nieuwe militaire controlepost in het centrum van Hebron.
Diezelfde dag opende een Israëlische kolonist het vuur op een groep Palestijnen die zich in de buurt van een illegale Israëlische kolonie in het centrum van Hebron bevond. Eén van de gewonden, de 13-jarige Muhammad Iyad Ja’abari, werd in zijn buik geraakt en in ernstige toestand naar het ziekenhuis overgebracht. Drie anderen liepen verwondingen op aan hun benen en handen.