Jan Keulen is journalist, gespecialiseerd in het Midden-Oosten. Keulen werkte als correspondent voor onder andere de Volkskrant en NOS in Libanon, Egypte, Mexico en Jordanië. Hij was directeur van het Doha Center for Media Freedom en van The Rights Forum. Keulen is auteur van boeken over het Midden-Oosten en Latijns-Amerika.
10 juli 2024 Lees meer overIs ooit eerder een zusterstad van Groningen met de grond gelijk gemaakt?
De stedenband tussen Groningen en Jabalya in de Gazastrook is weliswaar nooit officieel bekrachtigd, maar de gemeente Groningen bouwde er een prachtig jeugdcentrum. Er was jarenlang contact tussen Groningse en Palestijnse ambtenaren, onder andere over het jongerenbeleid in Jabalya. Daarnaast onderhielden, zo goed en kwaad als dat ging, bestuursleden van de Stichting Groningen-Jabalya contacten met Palestijnse vrienden en kennissen en bezochten ze Jabalya verschillende malen.
De band met Jabalya voelt nu treuriger aan dan ooit. Jabalya ligt namelijk in puin.
Er waren twee dodelijke rondes.
Enkele weken na de Hamas-aanval in het zuiden van Israël op 7 oktober, waarbij 846 Israëlische burgers en meer dan driehonderd militairen werden gedood, viel het Israëlische leger Gaza binnen. Eerder al was de Israëlische luchtmacht begonnen het noorden van Gaza, inclusief Jabalya, op grote schaal te bombarderen. Wekenlang vonden in Jabalya zware gevechten plaats en pas eind december verklaarde het Israëlische leger Jabalya volledig onder controle te hebben. Israël zei dat Hamas in noord-Gaza verslagen was en dat er duizenden ‘terroristen’ waren gedood.
Vier maanden later werd er echter opnieuw strijd geleverd in het noorden van Gaza. Op 12 mei kondigde het Israëlische leger aan terug te gaan naar Jabalya ‘om te voorkomen dat Palestijnse strijdgroepen zich er zouden hergroeperen’. Wekenlang werd er hevig gevochten en werd Jabalya genadeloos bestookt met artillerie en luchtbombardementen. De BBC citeerde een Israëlische officier die zei dat de gevechten in Jabalya ‘de heftigste’ waren in zeven maanden Gaza-oorlog. Pas begin juni verklaarden de Israëli’s Jabalya en aanpalende dorpen in het noorden van Gaza weer onder controle te hebben. Waarschijnlijk zo lang als het duurt.
Intussen is Jabalya een rampgebied. Hele buurten zijn veranderd in puinhopen en onherkenbaar geworden, huizenblokken zijn veranderd in ruïnes, van flatgebouwen zijn alleen skeletten over. Het enige ziekenhuis van Jabalya, het Al-Awda, is door de Israëli’s ontmanteld, net als alle andere medische faciliteiten in Noord-Gaza. Navi Pillay van de VN-onderzoekscommissie omschreef de ‘enormiteit’ van alle incidenten die als oorlogsmisdaden zouden kunnen worden omschreven als ‘niet eerder gezien in mijn leven’.
Ja, er waren hevige gevechtsrondes tussen het Israëlische leger en Palestijnse strijders, maar Israël heeft daarbij willens en wetens voortdurend het internationaal humanitair recht overschreden. In het in juni verschenen explosieve rapport van de VN-onderzoekscommissie worden vier principes genoemd die het Israëlische leger met voeten heeft getreden:
Het ‘meest morele leger ter wereld’, zoals premier Netanyahu de Israëlische strijdkrachten omschrijft, heeft zich in Gaza geen barst aangetrokken van bovenstaande principes. De VN-onderzoekscommissie, die de toegang tot Gaza door Israël overigens werd geweigerd, verzamelde meer dan 7 duizend incidenten in de eerste maanden van de oorlog waarbij het internationaal recht werd geschonden. De dossiers worden overgedragen aan het Internationaal Strafhof (ICC).
Het Israëlische leger lijkt zich in veel gevallen niet alleen niets aan te trekken van het oorlogsrecht, maar zich te laten leiden door wraak- en vernielzucht. Honger en dorst worden ingezet als oorlogswapens. De dehumanisering van Palestijnse burgers en maatschappij nam bij tijden hysterische trekken aan. De oorlog veranderde van een strijd tegen Hamas in een oorlog tegen kinderen met minstens 15 duizend dode en 21 duizend vermiste kinderen. Het werd een oorlog tegen Palestijnse onderwijsinstellingen, gezondheidszorg en tegen journalisten en intellectuelen. Het werd een oorlog tegen de burgerbevolking als geheel, die met miljoenen in een nachtmerrie werd gestort van ontheemding, ontbering en onveiligheid.
Het VN-onderzoeksrapport noemt een aantal voorvallen in Jabalya waarbij duidelijk sprake was van oorlogsmisdaden. Op 9 oktober, in het prille begin van de oorlog, vonden zware explosies plaats in Al Trance Straat in het Jabalya vluchtelingenkamp. De straat wordt gebruikt als markt en was op dat moment vol mensen die inkopen kwamen doen. Door het onaangekondigde luchtbombardement kwamen tenminste 42 mensen om het leven, waaronder veel vrouwen en kinderen. Latere berichten spraken van zestig doden. Twee hoge flatgebouwen werden met de grond gelijk gemaakt.
Op 31 oktober werd een woonwijk in het vluchtelingenkamp aangevallen waarbij een terrein van tenminste 2.500 vierkante meter totaal platgebombardeerd werd. Israël beweerde later een Hamas-commandant te hebben gedood, maar de tol aan burgerdoden – 99 voornamelijk vrouwen en kinderen – en schade aan gebouwen was buitenproportioneel.
Het zijn maar twee gedocumenteerde gevallen van niets en niemand ontziend geweld in een eindeloze reeks.
Wat voor zin heeft het platgooien van Jabalya?
Het ontvolken?
Een groot deel van de bevolking is inderdaad gevlucht en bivakkeert nu in tenten in onveilige ‘veilige zones’ in centraal Gaza. Maar hebben ze veel andere keus dan terugkeren naar hun kapotte huizen als de oorlog is afgelopen? Er bleven trouwens ook nog, tussen de ruïnes, tienduizenden mensen in Jabalya achter, die niet konden of wilden vluchten.
Uiterst-rechts in Israël droomt van een nieuwe Nakba waarbij de Palestijnse vluchtelingen als sneeuw voor de zon verdwijnen. In Noord-Gaza zouden dan Joodse nederzettingen moeten komen met villadorpen en vakantieresorts.
De tijd zal leren of de schuldigen van oorlogsmisdaden te zijner tijd verantwoording zullen afleggen en op welke manier. Met het platgooien van Jabalya is de nachtmerrie nog lang niet voorbij, zoveel is wel zeker.
Dit artikel werd geschreven voor de Nieuwsbrief van Stichting Groningen-Jabalya (juli 2023), in verkorte vorm gepubliceerd door het Dagblad van het Noorden op 7 juli 2024, en verscheen diezelfde dag op de website van auteur Jan Keulen.