Martijn de Rooi is redacteur en schrijver en werkt voor The Rights Forum.
12 juni 2017 Lees meer overOpnieuw betitelt de SGP het verzet van de Palestijnse BDS-beweging tegen Israëls onderdrukkings- en koloniseringspolitiek als ‘antisemitisme’. Met haar opstelling ondergraaft de partij niet alleen de internationale rechtsorde, maar ook de bestrijding van antisemitisme. Waar blijft het weerwoord uit de Kamer?
Is kritiek op de mensenrechtenschendingen van de staat Saudi-Arabië een uiting van islamofobie omdat die staat kan worden beschouwd als ‘een islamitisch collectief’? Zijn eventuele sancties tegen het land vanwege zijn bombardementen op Jemenitische burgers islamofobisch en daarom ongepast? Nee natuurlijk. Die redenering zou iedere kritiek op Saudisch beleid tot een vorm van islamofobie maken, en het land immuun maken voor dwang- en strafmaatregelen. Ze zou bovendien het begrip islamofobie uithollen en onbruikbaar maken. Er zijn dan ook weinig mensen die de behoefte voelen de Saudische staat te definiëren als ‘een islamitisch collectief’.
Wie dat wél doet is de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP). Zij het dat voor Saudi-Arabië ‘Israël’ moet worden gelezen, en voor islamofobie ‘antisemitisme’. In schriftelijke vragen aan het kabinet stelt SGP-Kamerlid Bisschop dat de Palestijnse BDS-beweging een voorbeeld is van ‘vormen van antisemitisme die zich richten op joodse collectieven als de staat Israël’. Wat Bisschop beweert is kortweg dat de BDS-beweging antisemitisch is omdat zij zich richt tegen het beleid van de staat Israël.
Het vereist weinig fantasie om de bedoeling van Bisschops kunstgreep te zien. Onvoorwaardelijke steun aan het bezettings- en koloniseringsbeleid van de staat Israël in Palestina is een van de kroonjuwelen van de SGP. De partij laat geen middel onbeproefd om verzet tegen dat beleid en de daarmee gepaard gaande mensenrechtenschendingen te dwarsbomen. Het exploiteren van het kostbare begrip antisemitisme is er één van.
Natuurlijk weet de SGP dondersgoed dat Israëls kolonisering van Palestijns gebied illegaal is, zoals nog geen half jaar geleden voor de zoveelste maal door de Veiligheidsraad werd benadrukt in resolutie 2334. Maar op het internationaal recht heeft de partij het niet zo begrepen; dat ziet men in die kringen als ondergeschikt aan het Oude Testament en als een hinderlijk sta-in-de-weg bij de gewelddadige vervulling van een bijbels visioen: de verwezenlijking van een Groot-Israël, dat ook Palestijns grondgebied omvat. Ook onze Grondwet, die de verplichting het internationaal recht te bevorderen bevat en waaraan de SGP-parlementariërs trouw hebben gezworen, kan wat diezelfde parlementariërs betreft bij het oud papier.
Natuurlijk weet de SGP ook dat de Palestijnse BDS-beweging zich niet tegen joden richt, maar zich inzet voor realisering van de internationaal erkende (mensen)rechten van de eigen, Palestijnse bevolking, waarvan die bevolking door de staat Israël wordt weerhouden. Nadat andere middelen hadden gefaald, en de internationale gemeenschap overtuigend duidelijk had gemaakt het Palestijnse streven naar vrijheid en zelfbeschikking alleen lippendienst te willen bewijzen, deden 170 Palestijnse maatschappelijke organisaties in 2005 een beroep op de internationale civil society om Israël door middel van boycots, desinvesteringen en sancties (BDS) te dwingen het internationaal recht en de rechten van de Palestijnen te respecteren. De beweging is geënt op eerdere boycotcampagnes, zoals de Montgomery Bus Boycott en de boycot van het apartheidsregime in Zuid-Afrika.
De beweging richt zich niet alleen tegen de politiek van de staat Israël, maar tegen alle partijen die de onderdrukking van de Palestijnen actief ondersteunen, zowel in Israël als daarbuiten. Het Franse bedrijf Veolia kan ervan meepraten, net als het Brits-Deense G4S, het Amerikaanse Motorola, het eveneens Amerikaanse Hewlett-Packard, het Koreaanse Hyundai en vele andere ondernemingen. Stuk voor stuk partijen waarover van alles te zeggen is, maar niet dat het ‘joodse collectieven’ zijn.
Wie, zoals de SGP, desondanks beweert dat de BDS-beweging antisemitisch is, heeft iets uit te leggen. Vooral ook omdat de beweging antisemitisme expliciet en publiekelijk verwerpt, zoals op haar website valt te lezen:
Anchored in the Universal Declaration of Human Rights, the BDS movement, led by the Palestinian BDS National Committee, is inclusive, and categorically opposes, as a matter of principle, all forms of racism, including Islamophobia and anti-semitism.
De hetze van de SGP tegen de BDS-beweging roept om meer dan één reden weerzin op. Natuurlijk allereerst vanwege de oppositie tegen een bevolkingsgroep die zich op geweldloze wijze verzet tegen een veelzijdige onderdrukking: tegen illegale bezetting en kolonisering op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem; tegen de onrechtmatige, wurgende blokkade van Gaza; tegen institutionele discriminatie in Israël; en tegen ontzegging van het Palestijnse recht van terugkeer en het recht op zelfbeschikking in een eigen staat.
Dat verzet is even logisch als terecht, en gebaseerd op het simpele gegeven dat Palestijnen dezelfde (mensen)rechten toekomen als Israëli’s, Nederlanders en de rest van de mensheid. De lastercampagne van de SGP’ers roept de prikkelende vraag op hoe zíj zich zouden opstellen als militairen van een bezettingsmacht ‘s nachts hun deur intrapten, uit naam van een goddelijke belofte hun huis overhoop haalden en hun minderjarige kinderen geboeid en geblinddoekt met onbekende bestemming afvoerden.
Weerzinwekkend is ook de minachting van de SGP voor de mensenrechten en het internationaal recht als zodanig. Door Israëls illegale koloniseringsproject te steunen en de middelvinger op te steken naar de slachtoffers daarvan, zet de partij de bijl aan de wortels van de internationale rechtsorde, een wezenlijk element van wat we moderne beschaving noemen. Die zorgwekkende gewoonte verdient in ons parlement aanzienlijk meer tegenspraak dan het symbolische gemopper dat een enkele keer in de Tweede Kamer te horen is. Wie in het hart van de ‘Internationale Hoofdstad van Vrede en Recht’ betoogt dat het internationaal recht en de grondwettelijke verplichting dat recht te bevorderen ondergeschikt zijn aan bijbelse profetieën, dient hard tot de orde te worden geroepen.
Datzelfde geldt voor het om politiek gewin valselijk beschuldigen van vele duizenden mensen van antisemitisme. Het effect daarvan is níet dat de BDS-beweging wordt verzwakt – die dankt haar bestaan juist aan het feit dat de internationale politiek hardnekkig weigert haar verantwoordelijkheid te nemen om de Palestijnse (mensen)rechten te beschermen. Het effect is wél dat het kostbare begrip antisemitisme wordt uitgehold en zijn betekenis verliest, en de bestrijding van antisemitisme wordt bemoeilijkt. Daar is niemand mee gediend, joden al helemaal niet.
Het gaat de SGP dan ook niet om joden. Het gaat de partij om realisering van een religieuze natte droom, om steun aan de op oudtestamentische leest geschoeide koloniale ramkoers waarmee Israël zich steeds verder van de beschaving afkeert en verbeten het conflict blijft zoeken met de Palestijnen en de internationale gemeenschap. Door die destructieve politiek te vereenzelvigen met ‘joodse belangen en rechten’, werken de Israëlische regering en haar partners in crime het antisemitisme eerder in de hand dan dat zij het bestrijden.
Het probleem is allang niet meer de bezetting. Het probleem is het gedogen ervan.
Ramsey Nasr Schrijver / dichter / acteur