De Israëlische weigering om twee Amerikaanse Congresleden toegang tot het land te verlenen dient de belangen van zowel Trump als Netanyahu. Volgende stap: Trump die Netanyahu de Palestijnse Westoever cadeau doet.
Op 15 augustus maakte de Israëlische regering bekend dat zij, in afwijking van een eerdere toezegging, de Amerikaanse Congresleden Ilhan Omar en Rashida Tlaib geen toegang tot het land zou verlenen. Het officiële Twitterkanaal van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu gaf een aantal redenen voor dat besluit.
Zo zou Israëlische wetgeving verbieden om mensen toe te laten die oproepen tot een boycot van het land. In 2017 is in het Israëlische parlement, de Knesset, inderdaad antiboycotwetgeving aangenomen. Al in datzelfde jaar werd die wet gebruikt om zeven Franse politici de toegang te weigeren. Vorig jaar viel datzelfde lot ten deel aan de joods-Amerikaanse activiste Arielle Gold. Op dit moment loopt er een hoger beroep van de regionale directeur van Human Rights Watch, de Amerikaan Omar Shakir, om deportatie uit Israël op basis van deze wet te voorkomen.
Ter illustratie dat Israël niet de enige democratie is die personen de toegang ontzegt die een land ‘schade willen berokkenen’ presenteert Netanyahu graag het voorbeeld van Knesset-lid Michael Ben-Ari, die in 2009 door de Verenigde Staten werd geweigerd. Wat Netanyahu er niet bij vertelt is dat Ben-Ari niet werd geweigerd vanwege zijn mening, maar vanwege het lidmaatschap van een terroristische organisatie.
Om de weigering van Omar en Tlaib verder te onderbouwen vermeldt de officiële Israëlische verklaring het feit dat de twee Congresleden ‘Palestina’ als hun bestemming hadden opgegeven. Nou klopt dit ook gewoon; de vrouwen wilden naar de bezette Palestijnse gebieden. En dat hoort ook gewoon te kunnen; Israël is als bezettende macht onder internationaal recht verplicht hen doorgang tot bezet gebied te verlenen.
Voorafgaand aan de bekendmaking van het Israëlische besluit mengde de Amerikaanse president Donald Trump zich in de strijd. In een tweet stelde hij dat de Israëlische regering ‘zwak zou zijn’ als zij Omar en Tlaib – de eerste moslimvrouwen in het Amerikaanse Congres – zou toelaten. Ook circuleerden berichten dat Trump over de kwestie met de Israëlische premier Netanyahu zou hebben gebeld.
Op grond daarvan werd hier en daar de conclusie getrokken dat Israël door Trump gedwongen zou zijn tot het besluit om Omar en Tlaib te weigeren. Dat lijkt te kort door de bocht. Israël heeft inmiddels ook zonder Amerikaanse druk een indrukwekkende staat van dienst opgebouwd in het weigeren van personen. Centraal in het Israëlische beleid om kritische politici, activisten en anderen de toegang te ontzeggen is het voorkomen dat getuigenissen van het leed in de Palestijnse gebieden de wereld bereiken.
Vast staat dat de Israëlische weigering om Omar en Tlaib toe te laten Trump in de kaart speelt. De Amerikaanse president veroorzaakt tweespalt en imagoschade in het Democratische kamp waartoe de twee Congresleden behoren, en voedt zijn achterban van racisten en evangelische christenen met zijn provocaties. Eerder had Trump de twee vrouwen opgeroepen de VS te verlaten en naar hun ‘eigen landen’ terug te keren. Tlaibs familie is Palestijns, maar nu zij Palestina wil bezoeken tracht uitgerekend Trump dat te voorkomen.
Ook Netanyahu lijkt te profiteren. Hem blijft een bezoek van de twee vrouwen aan de in bezet Oost-Jeruzalem gelegen Al-Aqsa-moskee bespaard – en daarmee de voor velen inspirerende verslagen en foto’s die de hele wereld zouden zijn overgegaan. Hoewel de politiek incorrecte tweets van Trump een deel van de aandacht van de buitenwereld opeisten, gebruikte Netanyahu het Israëlische besluit in eigen land om zijn positie te versterken. Met de verkiezingen van 17 september in aantocht heeft hij de handen vol om zich het extreemrechtse kamp van het lijf te houden. De harde lijn jegens Omar en Tlaib kan hij goed gebruiken om zijn imago van Mr. Security – de man bij wie Israëls veiligheid in goede handen is – te bevestigen.
En wie weet wat het Israëlische weigeren van Omar en Tlaib de komende maand nog aan wederdiensten van Trump oplevert. Die betoonde zich tot dusver uiterst genereus, onder meer door de erkenning van Oost-Jeruzalem en de Golanhoogvlakte als Israëlisch gebied. Daarmee brak Trump met decennia van Amerikaans beleid van status quo. Dat heeft plaatsgemaakt voor het principe van quid pro quo of ‘voor wat, hoort wat’.
Waarschijnlijk hoopt Netanyahu dat hij vlak voor de verkiezingen van 17 september de Amerikaanse erkenning van Israëlische soevereiniteit over de Palestijnse Westelijke Jordaanoever in de schoot geworpen krijgt. Met dat cadeau bindt Netanyahu zelfs de meest extreme rechtse kiezers aan zijn zegekar. Wat hem in staat stelt tot een tegenprestatie ten bate van Trumps herverkiezing.
Trump houdt slechts een klein probleem over aan zijn mogelijke generositeit. Als hij de Palestijnse Westoever aan Israël schenkt, kan Congreslid Tlaib nooit meer terug naar haar ‘eigen’ land.
The Rights Forum is een forum waarbinnen verschillende meningen worden gehoord. De columns in de opinierubriek vertegenwoordigen de meningen van de auteurs.
Zonder rechtvaardigheid is er in het vredesproces geen vooruitgang mogelijk.
Tineke Lodders Politica