Nederland moet in actie komen ter bescherming van de zes Palestijnse ngo’s die door Israël tot ‘terreurorganisatie’ zijn verklaard. Die klemmende oproep doen negen mensenrechtendeskundigen van de VN.
In een recente brief aan de ministers van Buitenlandse Zaken van Nederland en de andere Europese lidstaten plus EU-buitenlandchef Borrell, dringen negen VN-experts op het gebied van de mensenrechten aan op een actieve opstelling ter bescherming van de Palestijnse ngo’s die door Israël worden gecriminaliseerd en in hun bestaan worden bedreigd. Onder de afzenders zijn zeven Speciale Rapporteurs, onder wie de Canadees Michael Lynk, die de mensenrechten monitort in de door Israël bezette Palestijnse gebieden.
De VN-experts reageren op de Israëlische aanval op zes prominente Palestijnse ngo’s (non-gouvernementele organisaties), die dit najaar door Israël als ‘onwettige terroristische organisaties’ werden gecriminaliseerd. De VN-experts beschrijven Israëls intentie om de ngo’s uit te schakelen en de gevolgen daarvan:
We are of the opinion that the intended and actual effect of these orders by the Israeli government and military is to outlaw the six organizations. This enables the Israeli military to shutter their offices, ban their activities, cut off their funding, arrest their staff and seize their assets. It threatens to end their operations, their community work, their human rights documentation, their demands for accountability and their quest to end an interminable and unjust occupation.
De Israëlische maatregelen zijn erop gericht een einde maken aan de hulp en bescherming die de ngo’s de Palestijnse bevolking bieden, vooral ten aanzien van de bescherming van de mensenrechten. Daarvan worden met name gemarginaliseerde gemeenschappen en kwetsbare groepen, waaronder vrouwen, kinderen, gevangenen en boerengemeenschappen, het slachtoffer, schrijven de VN-experts:
Most importantly, the intended outcome of these designations would silence many of the leading Palestinian voices advocating respect for human rights under occupation regarding both Israeli and Palestinian authorities, representing many marginalized communities (including women and children, prisoners and rural communities) in the occupied Palestinian territory (OPT) who are otherwise without meaningful protection. This would put these communities at further risk of discrimination and violence.
De bedreigde Palestijnse ngo’s zijn Addameer, Al-Haq, Bisan, Defense for Children International-Palestine (DCI-P), de Union of Agricultural Work Committees (UAWC) en de Union of Palestinian Women Committees (UPWC). De VN-experts benadrukken dat dit gerespecteerde en gelauwerde organisaties zijn, die een belangrijke rol spelen binnen de internationale mensenrechten-advocatuur, en kunnen bogen op een lange werkrelatie met VN-organisaties. De experts:
They offer vital contributions to the global promotion and protection of human rights through their reports, publications and international campaigns in shining a spotlight on the wide-spread and serious human rights violations associated with the Israeli occupation.
Hiermee refereren de experts mede aan de rol van de ngo’s bij het aanleveren van bewijzen aan het Internationaal Strafhof in het lopende onderzoek naar Israëlische en Palestijnse oorlogsmisdaden in de bezette Palestijnse gebieden. Israël vreest het moment dat leiders als Gantz, Netanyahu of de huidige premier Bennett zich in Den Haag moeten verantwoorden, en heeft het onderzoek jarenlang getracht te voorkomen.
Nu dat onderzoek desondanks is gestart, tracht Israël de aanvoer van bewijs te stoppen. Recent weigerde het daartoe bijvoorbeeld ook de visa te verlengen van 16 medewerkers van Michelle Bachelet, de Hoge VN-Commissaris voor de Mensenrechten. Eerder werden waarnemers van onder andere TIPH en EAPPI door Israël gedwongen zich uit bezet gebied terug te trekken, en werden mensenrechtenverdedigers en journalisten het land uitgezet.
Ook de zes Palestijnse ngo’s staan al jaren bloot aan gecoördineerde lastercampagnes van Israël en zijn internationale netwerk van hulptroepen – de zogenoemde Israël-lobby – om hen het werken onmogelijk te maken en hen tegenover hun financiers als ‘terreurgroepen’ in deskrediet te brengen, schrijven de VN-experts:
As a result of their strong advocacy, they have long been exposed to an unremitting campaign – led by the Israeli government and pro-occupation private organizations – to undermine their work and cut off their foreign funding.
De VN-experts maken in hun brief een voornaam punt van het gebrek aan bewijs voor de Israëlische beschuldiging dat de zes ngo’s worden gecontroleerd door het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP), dat op westerse terreurlijsten voorkomt. De PFLP zou de ngo’s gebruiken voor de financiering van acties, het recruteren van leden en het propageren van terreur, aldus de Israëli’s, die beweren over overtuigend bewijs te beschikken voor die claim.
Daarmee wordt gerefereerd aan een geheim dossier van de Israëlische veiligheidsdienst Shin Bet, dat op 5 mei aan Europese staten en de EU werd gestuurd ter onderbouwing van het verwijt dat zij zich schuldig maken aan de ‘financiering van Palestijnse terreurorganisaties’. Dat dossier is gelekt naar de media, waardoor iedereen zelf kennis kan nemen van het knutselwerk waarmee Israël heeft getracht Europese staten, waaronder Nederland, te misleiden.
Zo bleek de ‘bewijslast’ tegen de zes Palestijnse ngo’s gebaseerd op verklaringen van twee door Israël opgepakte accountants van een andere ngo, die niets met de zes te maken hadden. Mede vanwege het feit dat hun verklaringen door marteling blijken te zijn afgedwongen, ontberen ze iedere betrouwbaarheid en rechtsgeldigheid. Al in mei wees toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Sigrid Kaag (D66) het Israëlische dossier als ongefundeerd van de hand, en werd Israël gevraagd om relevant en overtuigend bewijs voor zijn zware beschuldigingen te overleggen.
Op 18 november herhaalde haar opvolger Ben Knapen (CDA) dat standpunt in de Tweede Kamer, illustrerend dat Israël intussen zes maanden de tijd was geboden om dat bewijs te presenteren, maar daarin niet was geslaagd. Geen wonder: het bestaat namelijk niet, schreven wij daarover. De ngo’s behoren tot de strengst gecontroleerde organisaties ter wereld. Al tien jaar worden Israëlische beschuldigingen van ‘betrokkenheid bij terrorisme’ onderzocht, ook in Nederland. Nooit bleken ze te kloppen, met het Shin Bet-dossier als meest recente voorbeeld in een lange reeks.
De VN-experts waarschuwen dat het overspoelen van regeringen met belastende dossiers en rapporten deel uitmaakt van de Israëlische strategie. Op een dag brengen regeringen het niet meer op om alle aanvallen op hun financiering van Palestijnse ngo’s te onderzoeken, en zouden zij kunnen besluiten hun subsidies dan maar te schrappen. Zo’n scenario moet worden voorkomen, schrijven de experts:
One common tactic of governments, which fear the criticism of human rights organizations is to advance, and repeat, reputational smears […], with the expectation that foreign governments and funding bodies will decide it is not worth the headache of supporting these organizations because of the diplomatic and political energy involved in assessing each baseless attack. The international community must avoid this scenario.
Tot slot wijzen de VN-experts op het systematisch tekortschieten van Israël in de bescherming van mensenrechtenverdedigers. Daarmee schendt het land het internationaal recht:
From the many reports issued by the United Nations and civil society, Israel’s treatment of human rights defenders, be they Palestinian, Israeli or international, who work on the vital issues arising from the occupation, has been contrary to the basic guarantees of international human rights law.
In deze situatie is volgens de experts geen verbetering te verwachten. Integendeel, mensenrechtenverdedigers zijn feitelijk vogelvrij:
[…] all indications are that these human rights defenders will continue to be among the prime targets of those who are intolerant of their criticisms, yet alarmed by their effectiveness.
De VN-experts scharen zich achter Michelle Bachelet, de Hoge VN-Commissaris voor de Mensenrechten, die Israël opriep bij zinnen te komen en de criminalisering van de zes ngo’s terug te draaien:
Claiming rights before a UN or other international body is not an act of terrorism, advocating for the rights of women in the occupied Palestinian territory is not terrorism, and providing legal aid to detained Palestinians is not terrorism. I call upon the Israeli authorities to revoke their designations against Palestinian human rights and humanitarian organizations as terrorist organizations.
De VN-experts besluiten hun brief aan de Europese ministers van Buitenlandse Zaken met een uit zeven punten bestaande oproep. Cruciaal daarin is dat Israël een deadline wordt gesteld voor het presenteren van bewijzen tegen de Palestijnse ngo’s. Intussen wordt daar al zeven maanden op gewacht – een volstrekt onacceptabele situatie.
De brief werd ondertekend door Michael Lynk, Special Rapporteur on the situation of human rights in the Palestinian territory occupied since 1967; Mary Lawlor, Special Rapporteur on the situation of human rights defenders; Fionnuala Ní Aoláin, Special Rapporteur on the promotion and protection of human rights while countering terrorism; Clément Nyaletsossi Voule, Special Rapporteur on the rights to freedom of peaceful assembly and of association; Irene Khan, Special Rapporteur on the promotion and protection of the right to freedom of opinion and expression; Siobhán Mullally, Special Rapporteur on trafficking in persons, especially women and children; Reem Alsalem, Special Rapporteur on violence against women, its causes and consequences; Melissa Upreti, Chairperson Working Group on discrimination against women and girls; and Surya Deva, Chairperson Working Group on Business and Human Rights.