Wij zijn oprecht verontwaardigd over Nederlandse medeplichtigheid aan genocide. Nederland heeft in de eerste maanden na 7 oktober 2023 onvoorwaardelijke steun aan Israël verleend. Nederland heeft zich in die periode onthouden van stemming als er in de VN werd gestemd over een staakt-het-vuren. In de periode daarna bleef Nederland Israël materieel en politiek steunen.
Ook het kabinet Schoof waar BBB, PVV, VVD en NSC deel van uitmaken of uitmaakten heeft geen noemenswaardige maatregelen tegen Israël genomen om op die manier druk uit te oefenen om de genocidale handelingen van Israël te stoppen. Op het moment dat NSC-minister Veldkamp voorstelde om verdergaande maatregelen te nemen ging dat BBB en VVD klaarblijkelijk te ver en was dat een kabinetscrisis waard.
Nederlandse regeringspartijen hebben zich sinds 7 oktober 2023 tot het uiterste verzet tegen druk om maatregelen te nemen tegen Israël om de genocide te beëindigen of te voorkomen. Een voorbeeld daarvan is dat de Staat cassatie aantekende tegen de uitspraak van de rechter dat geen F-35 onderdelen meer aan Israël geleverd mochten worden. Een ander voorbeeld is de weigering om tot een militair embargo over te gaan en om (extra) steun aan UNRWA te geven. Coalitiepartij PVV heeft extra olie op het vuur gegooid door Palestijnen als een nepvolk te bestempelen.
Uitspraak Internationaal Gerechtshof
Op 26 januari 2024 sprak het Internationaal Gerechtshof uit dat het plausibel is dat Israël zich schuldig maakt aan genocide. Deze uitspraak bevestigde dat er sprake was van een ernstig risico op genocide en daarmee werd art.1 van het Genocideverdrag geactiveerd. Dat houdt onder meer in dat alle lidstaten bij het verdrag alles moeten doen om de genocide te voorkomen of te stoppen. Inmiddels heeft ook het overgrote deel van de genocide-experts wereldwijd geconcludeerd dat er in Gaza genocide heeft plaatsgevonden.
Dit betekent dat op Nederland de verplichting rustte om alles te doen wat in haar macht ligt om genocide te beëindigen of te voorkomen, wat onder meer is bevestigd door het College van Advies voor Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV). Wij, en met ons meerdere andere organisaties, instanties en deskundigen, vinden dat Nederland dat niet heeft gedaan. Nederlandse ministers hebben diverse malen aangegeven dat Nederland een bijzondere band met Israël heeft. Dit betekent volgens het CAVV dat op ons een nog grotere verplichting rust om genocide te voorkomen of te beëindigen. Nederland heeft dat nagelaten. Partijen die daarvoor in de eerste plaats verantwoordelijk waren, waren de regeringspartijen.
BBB medeverantwoordelijk
BBB heeft voortdurend steun aan Israël getoond. Dat ging zover dat Caroline van der Plas zelfs op Prinsjesdag vorige maand, na bijna twee jaar genocide, als teken van solidariteit met Israël verscheen gekleed in de kleuren van de Israëlische vlag.
Als lid van de coalitie was BBB medeverantwoordelijk voor dit beleid. Daarnaast heeft BBB ook door haar stemgedrag in de Tweede Kamer steun voor Israël getoond. BBB weigert tot op heden moties te steunen die de regering oproepen te erkennen dat er sprake is van genocide. BBB weigerde een motie te steunen die opriep om ook misdaden tegen Palestijnse burgers te veroordelen. Ook stemde BBB tegen moties die opriepen tot steun voor Palestijnen, zoals steun aan UNRWA en de medische evacuatie van doodzieke en zwaargewonde Palestijnse kinderen voor behandeling in Nederland.