Met het afwijzen van een motie over aanvallen tegen de VN-missie UNIFIL in Zuid-Libanon, laat de Tweede Kamer opnieuw zien het internationale recht niet te willen beschermen. Een overgrote meerderheid van de Kamer stemde tegen. De doelbewuste Israëlische aanvallen op de UNIFIL vredestroepen in het zuiden van Libanon zijn een schending van het internationaal recht.
De motie stelt dat in geen enkel conflict sprake mag zijn van aanvallen gericht tegen VN-militairen en dat zulke aanvallen een ernstige schending van internationaal recht zijn. Kamerleden Jan Paternotte (D66) en Jesse Klaver (GroenLinks-PvdA) willen dat het kabinet tijdens de Europese Raad pleit voor het treffen van maatregelen als opnieuw aanvallen gericht worden op de UNIFIL-missie. Behalve D66 en GroenLinks-PvdA stemden alleen DENK, SP, PvdD, Volt en FVD voor, samen goed voor 50 stemmen.
De uitslag van de stemming doet denken aan begin deze maand. Toen nam de Tweede Kamer een motie van de ChristenUnie en VVD aan waarin het kabinet wordt opgeroepen te onderzoeken of de Europese regels voor wapenexport omzeild kunnen worden. Zo zouden toch onderdelen voor F-35 gevechtsvliegtuigen naar Israël gestuurd kunnen worden, ondanks overvloedige bewijzen dat het land de F-35 gebruikt om oorlogsmisdaden te plegen.
Sinds de Israëlische invasie van Libanon op 1 oktober heeft Israël de UNIFIL-missie verschillende keren aangevallen. Daarbij raakten enkele militairen in dienst van de VN-vredesmissie lichtgewond. Deze week reed een Israëlische tank op een wachtpost in, waarbij onder andere twee camera’s werden beschadigd. Experts zien dat als bewijs dat het Israël erom te doen is geen pottenkijkers te willen bij het geweld in Libanon. Israël claimt zonder enige grond of bewijs dat Hezbollah de VN-aanwezigheid gebruikt om zich achter en onder te verschuilen.
Volgens het internationaal recht vallen VN-militairen, zogeheten ‘blauwhelmen’, die niet betrokken zijn bij gevechtshandelingen en geen direct belang hebben bij het conflict, onder de categorie ‘burgers’. Dat maakt aanvallen op hen een schending van zowel de Geneefse Conventies als het Statuut van Rome, dat de basis vormt voor het Internationaal Strafhof. De aanvallen zijn bovendien een schending van het VN Handvest, onder andere omdat ze de legitimiteit en autoriteit van de VN ondermijnen.