Het volledig vastlopen van het ‘Midden-Oosten Vredesproces’, gekoppeld aan decennialange Israëlische onderdrukking, bezetting, kolonisering en apartheid, bracht de VN tot actieve bemoeienis. Die resulteerde in de resolutie van 18 september 2024.
Juridische consequenties
De resolutie baseert zich op de adviesopinie van het Internationaal Gerechtshof over de juridische consequenties van de Israëlische bezetting van Gaza, Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever. De VN had het Gerechtshof daar op 30 december 2022 om verzocht.
In een eerder artikel beschreven we de procedure die het Gerechtshof sindsdien heeft gevolgd. Op de website van het Hof is die minutieus gedocumenteerd. Meer dan vijftig staten en organisaties gaven schriftelijk en tijdens hoorzittingen hun visie op de kwestie. Dat traject werd in februari 2024 afgerond. Op 19 juli 2024 presenteerde het Hof zijn oordeel.
Israëls aanwezigheid in bezet gebied illegaal
Samengevat stelt het Hof dat Israëls aanwezigheid in bezet Palestijns gebied inbreuk maakt op het Palestijnse recht van zelfbeschikking, en op het verbod op toe-eigening van land met geweld. Het Hof toont aan dat Israëls aanwezigheid in al zijn facetten strijdig is met de elementaire volkenrechtelijke verdragen die samen de internationale rechtsorde vormen.
Israël dient zich daarom volledig terug te trekken uit bezet Palestijns gebied, dat te herstellen naar de situatie van voor de bezetting, en de Palestijnse bevolking schadeloos te stellen. Door de VN werd daar in de genoemde resolutie de deadline van 18 september 2025 aan gekoppeld.