Jaap Hamburger is voorzitter van Een Ander Joods Geluid (EAJG).
19 januari 2022 Lees meer overEr bestaan klemmende redenen waarom de Amsterdamse politie, Justitie en OM zich niet moeten laten bijscholen door een gepolitiseerd Israëlisch instituut. En al helemaal niet onder de hoede van het CIDI, betoogt Jaap Hamburger.
Je zou toch denken: het Openbaar Ministerie noch Politie noch het Justitiële apparaat van Amsterdam hoeven in de leer bij een officiële staatsinstelling in Israël, het land dat de rechten van het Palestijnse volk onder militaire bezetting al decennia vertrapt, toegang tot politie en justitie voor die bevolking blokkeert en minderheden aantoonbaar discrimineert.
Daar denkt de lobby-organisatie Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) anders over. Dat nodigt, grotendeels gefinancierd uit de door Amsterdam uitgekeerde zogeheten ‘erfpachtgelden’, dit en volgend jaar telkens 25 wetsdienaren uit om zich een week onder te dompelen in Holocausteducatie. De leerinstelling is de Internationale School voor Holocausteducatie van Yad Vashem, het instituut waar de judeocide uit WO II wordt gedocumenteerd, onderzocht en herdacht. Daar kunnen de 25 zich laten bijscholen om daarna thuis in Amsterdam met meer begrip de joodse gemeenschap te helpen en beschermen, mocht die een klacht willen indienen over antisemitisme.
De vraag is gerechtvaardigd, of de mede door het CIDI zelf bevorderde Holocausteducatie, niet volledig is ontspoord, nu ongeveer iedereen, van boerenleider tot vaccinweigeraar en populistisch Kamerlid, zichzelf voor het eigen lijden een ‘jodenster’ opspeldt. Het CIDI noemt dat het ‘bagatelliseren van de Holocaust’ en wil het laten verbieden, maar ziet kennelijk tegelijk ruimte om er nog een schepje educatie bovenop te doen, speciaal voor wetsdienaren. Bleef het daarbij, soit. Maar er schuilt een giftige adder onder het gras. Die adder heet IHRA-‘definitie’ van antisemitisme.
Om het niet te ingewikkeld te maken: het CIDI is innig verstrengeld met deze schijndefinitie van antisemitisme, die sinds jaren gepropageerd en misbruikt wordt door de Israëlische overheid en de Israëllobby. Die klinken een zevental zogenoemde ‘hedendaagse voorbeelden van antisemitisme’ aan de definitie vast, en bereiken zo dat kritiek op Israël als staat en op het beleid van die staat pardoes onder het begrip ‘antisemitisme’ valt. Daarmee creëert de definitie verwarring en vermengt zij de categorieën ‘antisemitisme’ en ‘kritiek op Israël’. Dat mengen is geen vergissing, maar gebeurt doelbewust – een truc om critici te stigmatiseren en Israël uit de wind te houden. De Nederlandse regering heeft in juridisch opzicht gepaste afstand van deze schijndefinitie genomen.
De opzet van het CIDI is onverminderd, om het begrip antisemitisme kunstmatig aan een nieuwe lading te helpen en die lading ingang te doen vinden in het justitiële apparaat bij het opnemen van een toekomstige aangifte wegens antisemitisme. De evidente bedoeling is niet om de Amsterdamse joodse gemeenschap te beschermen. Dat schaamlapje heeft het CIDI nodig om voor de reis het gebruik van de erfpachtgelden te rechtvaardigen. De opzet is de strafrechtketen een interpretatie en benadering van antisemitisme op te dringen, die het voor politie en OM steeds moeilijker maakt om kritiek op Israël daar van te scheiden, mocht uit de joodse gemeenschap over antisemitisme worden geklaagd. Maar wat kan Yad Vashem wat ons eigen Amsterdamse NIOD – zonder tussenkomst van het CIDI – niet zou kunnen?
Justitie en OM moeten zich niet laten verleiden en hun onafhankelijkheid pro-actief bewaken. Door de Israël-reis en de verstrikking met het CIDI dreigt de onafhankelijkheid van het apparaat in het geding te komen, van BOA in opleiding via wijkagent tot Rechtbankvoorzitter.
Er is alle reden om twee simpele waarheden overeind te houden. Antisemitisme is afdoende gedefinieerd als tegen joden gericht racisme. Kritiek op de staat Israël en zijn beleid, het bepleiten van een boycot van die staat of zijn instituties of anti-Zionisme in het algemeen is geen antisemitisme, maar is legitiem en onderdeel van de vrijheid van gedachtenvorming en meningsuiting.
Daarnaast: het herdenken van de Holocaust en het bevorderen van Holocausteducatie moeten weggehouden worden van het CIDI, dat hierbij door politieke motieven wordt geleid – motieven primair ingegeven door het ontkennen en bestendigen van een militaire bezetting, die voor de Palestijnen al meer dan vijf decennia grote onveiligheid, menselijk lijden en schrijnende rechtsongelijkheid veroorzaakt.
Wie zijn sporen als bezetter ten volle heeft verdiend, is de nieuwe directeur van Yad Vashem: Dani Dayan. Dayan was jarenlang voorzitter van de extremistische Yesha Council, de koepelorganisatie van Israëls illegale nederzettingen. Van hem is het statement uit 2010 dat Joden moreel superieur zijn aan Palestijnen. ‘Daar voel ik geen gewetenswroeging bij’, voegde hij daaraan toe. Elke vorm van een tweestatenoplossing, zoals bijvoorbeeld Nederland en de EU die voorstaan, wijst hij categorisch af. Alleen deze houding al zou bij Justitie en OM alarmbellen moeten doen afgaan.
Kom op zeg, laat Israël hìer maar kennis komen opdoen over gelijke toegang tot politie, OM en rechter voor alle burgers. Laat het CIDI zich daar voor inzetten, als het ‘pro-Israël’ wil zijn.
Een versie van dit artikel verscheen op 16 januari 2021 in Het Parool.
Naschrift redactie
Zowel het OM als de politie van Amsterdam distantiëren zich van de CIDI-reizen, blijkt uit een artikel van 18 januari op journalistiek platform De Kanttekening. Een woordvoerder van de politie motiveert dat besluit onder verwijzing naar het CIDI als ‘lobbyorganisatie’.