Voor de regering-Netanyahu vormen optredens van buitenlandse artiesten in Israël een belangrijk propagandamiddel. Vandaar dat artiesten die zo’n optreden gepland hebben door collega’s worden opgeroepen ervan af te zien. Ditmaal valt die oproep Nick Cave ten deel, die op 19 en 20 november zijn internationale tour afsluit in Tel Aviv.
‘Beste Nick Cave and the Bad Seeds,
Wij zijn muzikanten en politieke activisten uit Israël, en met dit schrijven willen we jullie aanmoedigen jullie besluit om in Israël op te treden terug te draaien.’
Het zal voor velen een verrassing zijn: Israëlische muzikanten die hun Australische collega Nick Cave en zijn band oproepen af te zien van twee geplande optredens in hun eigen land. Dat er ook Israëlische kunstenaars zijn die openlijk oproepen tot een boycot van Israël is weinig bekend.
In hun korte brief wijzen de acht muzikanten erop dat optredens als die van Cave welbewust door de Israëlische regering worden gepromoot om een onacceptabele realiteit te maskeren en bestendigen. Die realiteit wordt gekenmerkt door etnische zuivering en apartheid, stellen zij, en de culturele sector speelt daarin een veelzijdige rol:
Israel prides itself for being tolerant and culturally open, but in fact uses culture to limit divergent narratives and voices, and to whitewash its crimes.
De muzikanten schrijven dat zij langdurig aan verbetering van de situatie in Israël/Palestina hebben gewerkt in verschillende joods-Palestijnse allianties, maar na vijftig jaar bezetting hebben moeten erkennen dat die aanpak heeft gefaald. Alleen externe druk op Israël kan tot verandering leiden, stellen zij, en boycots, desinvesteringen en sancties (‘BDS’) zijn een krachtig, geweldloos middel daartoe. Door te weigeren als ‘witwassers’ van de Israëlische regering te fungeren, geven wereldberoemde muzikanten als Nick Cave die regering een krachtige boodschap.
De acht zijn niet de enige BDS-aanhangers in Israëls culturele sector, maar de schijnwerpers halen zij zelden. Die zijn voor buitenlandse artiesten die BDS een warm hart toedragen: beroemdheden als Roger Waters, Julie Christie, Ken Loach, Mike Leigh, Breyten Breytenbach en Angela Davis. Samen met een aantal andere bekende muzikanten, schrijvers, acteurs en filmregisseurs deed ook dit zestal een beroep op Cave om zijn optredens in Israël te annuleren.
In een open brief wijzen zij op de slechte behandeling van Palestijnse artiesten door de Israëlische staat, op de censuur van sociale media, de invallen bij Palestijnse tv- en radiostations, de uitbreiding van de illegale kolonies en de militaire onderdrukking. ‘Dit zijn misdaden’, schrijven ze. ‘Maar als internationale artiesten van jouw statuur blijven optreden in Israël, put de regering daar moed uit. Dan lijkt het alsof Israël overal mee weg kan komen.’
De brief is een initiatief van ‘Artists for Palestine’, artiesten die een verklaring hebben onderschreven waarin ze stellen geen aanbiedingen voor optredens te accepteren van aan de Israëlische regering verbonden instellingen, zolang Israël het internationaal recht en de universele mensenrechten schendt. Alleen al in het Verenigd Koninkrijk hebben meer dan 1220 artiesten de verklaring ondertekend.
In de brief wordt ook ingegaan op een argument dat vaak wordt gebruikt als excuus om in Israël op te treden, bijvoorbeeld door de Britse band Radiohead, die in juli dit jaar de boycot-oproep negeerde. ‘Playing in a country isn’t the same as endorsing its government’, zei Radiohead-zanger Thom Yorke. Vrij vertaald: ‘Optreden in een land betekent niet dat je het eens bent met de regering.’ De ondertekenaars maken korte metten met deze redenering:
[…] it matters little whether or not artists endorse Israel’s government. It’s the fact they’re willing to perform in Israel that is important. It is seen as public approval for the status quo: that’s why Israel’s foreign affairs ministry celebrated Radiohead’s visit last July while its media proclaimed their appearance as ‘the best hasbara (propaganda) Israel has received lately’.
Op alle mogelijke manieren probeert Israël zich te presenteren als een open en modern land, een beeld creërend dat de realiteit van bezetting, kolonisering en onderdrukking naar de achtergrond drukt. In 2001 werd dit idee geboren en vanaf dat moment kregen de imagobouwers steeds meer ruimte. In 2008 ontwierp een Brits PR-bureau in opdracht van de Israëlische regering een grootse campagne, Brand Israel genaamd, ‘het Merk Israël’. Opeenvolgende regeringen hebben die campagne met steeds grotere intensiteit gevoerd.
Naast wetenschap en sport is cultuur een belangrijke pijler onder de campagne. Nissim Ben-Sheetrit, voormalig vice-directeur van het ministerie van Buitenlandse Zaken, was destijds al heel open over het belang van de culturele component. Cultuur is een propaganda-instrument van de bovenste plank, stelde hij:
We are seeing culture as a hasbara tool of the first rank, and I do not differentiate between hasbara and culture.
Nick Cave ontving nog meer oproepen om zijn optredens in Tel Aviv te annuleren. Onder andere van Israëlische burgers, verenigd in ‘Boycott from Within’, een beweging die zich achter de zogeheten Palestijnse BDS-oproep heeft geschaard. Nadat andere middelen hadden gefaald, deden 170 Palestijnse maatschappelijke organisaties in 2005 een beroep op de internationale civil society om Israël door middel van boycots, desinvesteringen en sancties (‘BDS’) te dwingen de rechten van de Palestijnen te respecteren. Uit die oproep kwam de internationale BDS-beweging voort.
Net als de Israëlische muzikanten concludeerden de aanhangers van Boycott from Within dat, na jaren vergeefs op andere manieren aan verbetering van de situatie in Israël/Palestina te hebben gewerkt, alleen concrete druk op Israël tot verandering kan leiden:
Our long years of activism have brought us to the understanding that the most effective way to stop the apartheid system is to deny its economic fuel and political legitimacy. Therefore, we strongly support the Palestinian civil society call for Boycott, Divestment and Sanctions (BDS), aimed at ending these actions. We write to you to ask you to heed the call and cancel your concert in Israel.
Boycott from Within wijst Cave op de Israëlische PR-campagne, en noemt Tel Aviv ‘een façade voor de marketing van Israël als een “coole” en “culturele” democratie, die een brute historie van kolonisering verbergt’. De rol van Tel Aviv is vergelijkbaar met die van de Zuid-Afrikaanse entertainmentstad Sun City ten tijde van de Apartheid, stellen de Israëli’s.
Datzelfde argument is te lezen in een open brief van de ‘Palestijnse Campagne voor een Academische en Culturele Boycot van Israël’ (PACBI). De organisatie onderstreept dat de culturele boycot van Israël geïnspireerd is op de Zuid-Afrikaanse anti-apartheidsstrijd. De weigering van artiesten om in Sun City op te treden heeft destijds wereldwijd bijgedragen aan de bewustwording van de inhumane situatie onder Apartheid en aan het isoleren van het Zuid-Afrikaanse regime.
PACBI herinnert Cave eraan dat hij zich altijd een betrokken artiest heeft getoond. In 2014 ondertekende hij een oproep tegen vervolging van Britse activisten die een vestiging van de Israëlische wapenfabrikant Elbit hadden bezet. Ook sprak hij zich ten tijde van de vernietigende Israëlische aanval op Gaza in 2014 uit tegen militaire samenwerking met Israël. In dit licht spreekt PACBI haar verbazing uit over over de aangekondigde optredens in Tel Aviv. Daarmee ondermijnt Cave de BDS-campagne, schrijft de organisatie:
Your performance in Israel, regardless of intention, will undermine our nonviolent Boycott, Divestment and Sanctions (BDS) movement for Palestinian rights. In addition, Israel uses such performances to present an image of normalcy and openness to mask its daily violations of Palestinian human rights.
Intussen groeit de lijst met artiesten die aanbiedingen voor optredens in Israël afslaan gestaag. Tot de bekendsten behoren Lauryn Hill, Faithless, Stevie Wonder, Leftfield, Snoop Dog, Björk, Elvis Costello, Sinéad O’Connor, Chuck D, Talib Kweli, Moddi en Carlos Santana. Zij kiezen voor hun geweten en weerstaan lucratieve aanbiedingen om in Israël op te treden. Promotors zijn bereid om grote bedragen uit te trekken voor artiesten die de culturele boycot doorbreken. Sinéad O’Connor, die in 2014 een aanbieding weigerde, vertelde dat ze daarmee een bedrag misliep dat tien maal zo hoog was als haar normale gage.
Ik koester een diepgewortelde hoop op vrede in het midden-oosten met gerechtigheid als basis.
Doekle Terpstra
Bestuurder