De onlangs aangenomen Israëlische wet op de natiestaat blijft harde kritiek oproepen. Een van de meest uitgesproken critici is de wereldberoemde joodse pianist en dirigent Daniel Barenboim. ‘Onze idealen hebben plaatsgemaakt voor nationalisme en racisme.’
Barenboim schaamt zich ervoor Israëli te zijn. Dat schrijft hij in een artikel in The Guardian, waarmee hij reageert op de vorige week door het Israëlische parlement aangenomen wet met de titel ‘Israël als de natiestaat voor het joodse volk’. De wet wordt, zo berichtten wij eerder, binnen de dominante religieus-nationalistische Israëlische politiek bejubeld, maar door Palestijnse Israëli’s en talloze anderen als racistisch gebrandmerkt.
Barenboim wijst op de beloften uit de Israëlische Onafhankelijkheidsverklaring uit 1948: vrijheid, rechtvaardigheid en gelijke rechten voor alle inwoners zouden de nieuwe staat kenmerken, en niet te vergeten vreedzame relaties met omringende volken. Die idealen hebben plaatsgemaakt voor nationalisme en racisme, stelt Barenboim, en die realiteit is nu tot uitdrukking gebracht in een wet die Palestijnse Israëli’s officieel tot tweederangsburgers bestempelt – ‘een duidelijke vorm van apartheid’, schrijft Barenboim.
Natuurlijk rijst de vraag of de Onafhankelijkheidsverklaring ooit betekenis heeft gehad, zoals Barenboim lijkt te menen. Op de website Mondoweiss houdt de Israëlische blogger en schrijver Jonathan Ofir hem voor dat Israëls ‘founding fathers’, die de verklaring ondertekenden, op dat moment in Palestina betrokken waren bij een grootschalige ‘etnische zuivering’, en met het document slechts hun ‘koloniale onderneming witwasten’. Idealen als ‘gelijkheid’ staan in Israël van meet af aan haaks op de realiteit, betoogt hij, en er zijn veel vaker kwalijke wetten aangenomen. De nieuwe wet is niets anders dan het officieel bezegelen van een – zionistische – praktijk die al lang bestaat, meent Ofir. Het belang ervan is dat Israël nu openlijk tegen de wereld zegt: wij zijn een ‘apartheidsregime’.
De kritiek van Ofir neemt niet weg dat Barenboim zijn landgenoten een wezenlijke vraag voorhoudt: willen wij Israëli’s een apartheidsstaat zijn? Wat is, vraagt hij filosofisch, eigenlijk de betekenis van onze onafhankelijkheid als die gepaard gaat met bezetting en overheersing, en ten koste gaat van de wezenlijke rechten van ‘de ander’? Kan Israël het zich permitteren op dat pad voort te gaan? Nee, zegt hij beslist: daarmee zet het de eigen toekomst op het spel. Die toekomst, en Israëls plaats tussen de beschaafde landen, is afhankelijk van de realisering van de idealen uit de Onafhankelijkheidsverklaring, stelt Barenboim.
Hij besluit zijn artikel met een bekende verzuchting: het joodse volk heeft niet twintig eeuwen van vervolging en wreedheden doorstaan om zelf onderdrukker te worden:
I don’t think the Jewish people survived for 20 centuries, mostly through persecution and enduring endless cruelties, in order to now become the oppressors, inflicting cruelty on others. This new law does exactly that. That is why I am ashamed of being an Israeli today.
In zijn column (€) in Haaretz staat ook de Israëlische journalist Bradley Burston stil bij de wet. Zijn schets van de mentaliteit waaraan de wet is ontsproten is een nuttige aanvulling op de bovenstaande kritiek.
Burston haalt de eerste zitting van het Israëlische parlement na het zomerreces van 2017 aan. In een speech tot de volksvertegenwoordigers deed Netanyahu daar die mentaliteit uit de doeken. Hij maakte onderscheid tussen ‘goede, echte Israëlis’, voor wie Israël ‘een geliefd thuisland, een warm thuis en een geweldig land’ is, en alle anderen, voor wie de premier slechts neerbuigende woorden over had: ondankbare en verwende hypocrieten waren het, zij telden niet mee en stelden niets voor, zij golden in Israël als niet meer dan een snack, een bijgerecht bij de hoofdmaaltijd (‘hamutzim’).
Wie niet voor ons is, is tegen ons, zo kun je Burstons beschrijving van het mentale frame van Netanyahu en de zijnen samenvatten. Natuurlijk vormen de Palestijnse Israëli’s, alleen al vanwege hun aantal, de voornaamste categorie ‘niet loyale’ Israëli’s die nu in de natiestaat-wet officieel de snack-status krijgen. Maar het is deze zelfde mentaliteit die verantwoordelijk is voor het via wetgeving bestrijden van kritische Israëlische organisaties als Breaking the Silence en B’Tselem; en voor het door middel van ondeugdelijke documentatie proberen de Europese Unie en haar lidstaten ertoe te brengen subsidies aan organisaties met onwelgevallige opvattingen te staken; en voor het sluiten van de grenzen voor buitenlanders, joods of niet-joods, met ongewenste opvattingen.
‘The Zionism of Nasty’, noemt Burston die ideologie: het kwaadaardige zionisme – ‘gemeen, geslepen, lelijk’. Daarin is het kleineren en als minderwaardig behandelen van ‘de ander’ – van iedereen die niet zuiver op de religieus-nationalistische graat is – tot joodse waarde verheven, schrijft Burston. Het is die ideologie die momenteel in snel tempo wettelijk verankerd wordt, met als dieptepunt de nieuwe wet op de natiestaat.
Burston vertelt hoe de indiener van de wet, voormalig Shin Bet-chef Avi Dichter van Netanyahu’s Likud-partij, het laatste woord had in het acht uur durende debat dat aan de stemming over de wet voorafging. Dichter richtte zich tot de luid protesterende Palestijns-Israëlische parlementariërs: ‘Wij waren hier vóór jullie, en we zullen er na jullie zijn.’ De kern van Burstons Zionism of Nasty in twaalf woorden. Centrale boodschap: Palestina is van ons, de joden, jullie Palestijnen hebben hier niets te vertellen.
Burston vertelt ook hoe het veelgelezen pro-Likud-dagblad Israel Hayom de loftrompet stak over de nieuwe wet. Die is volgens de krant niet alleen ‘gerechtvaardigd’, maar ook een noodzakelijke maatregel tegen ‘de subversieve Palestijnse pogingen Israël van binnenuit te laten instorten’.
De krant schildert de Palestijnse Israëli’s, ruim twintig procent van de bevolking, af als vijanden van de staat die uitgeschakeld moeten worden door ze officieel tot tweederangsburger te bestempelen. Burston maakt met veel gevoel voor humor gehakt van die redenering, en zijn toekomstperspectief is al even grimmig als dat van Barenboim: Israël wordt inderdaad van binnenuit ondermijnd, maar dan door de joodse bevolking, die de klus voor zichzelf opeist:
We must not let the Palestinians cause Israel to collapse from within. No. We are a free people in our own land. We proved it over and over just last week: this is our job. We, the Jews, and no one else, will cause Israel to collapse from within.