Hoe ChristenUnie en SGP een heilige strijd tegen de Palestijnen voeren
Onze nieuwe documentaire onthult: Israël gebruikt christelijke overtuigingen over het einde der tijden om de steun te verwerven van protestants-christelijke politici overal ter wereld, en hiermee parlementen naar hun hand te zetten. Een speciaal hiervoor opgerichte organisatie, de Israel Allies Foundation, vindt in Nederland welkome medestanders: de SGP en ChristenUnie.
‘Ik vind het ingewikkeld dat mijn geloof gebruikt wordt om een argument te maken.’ Dat zei Tweede Kamerlid Don Ceder van de ChristenUnie in de Tweede Kamer vorige maand.
Hij reageerde daarmee op een opmerking die Partij voor de Dieren-leider Esther Ouwehand maakte over Ceders hypocrisie en ‘christelijke waarden’. Dit gebeurde tijdens een debat over de levensgevaarlijke en totaal ontoereikende voedseldroppings boven Gaza, die door de ChristenUnie werden gesteund.
De reactie van Ceder is opvallend, want het geloof speelt juist een centrale rol in zijn politiek rondom Israël en Palestina. Don Ceder is namelijk hét politieke gezicht van de christelijk-zionistische beweging in Nederland, blijkt uit een documentaire die The Rights Forum vandaag uitbrengt.
De talloze anti-Palestijnse moties die Ceder heeft ingediend en blijft indienen in de Tweede Kamer, zijn inspanningen om VN-hulporganisatie voor Palestijnen UNRWA te ontmantelen, en zijn connecties met de zionistische lobbyclub Israel Allies Foundation hangen allemaal nauw samen met zijn geloof.
Het eind der tijden
De positie van Don Ceder en andere politici van met name de ChristenUnie en de SGP ten aanzien van Palestina en Israël is gevormd door de ideologie van het ‘christelijk zionisme’.
Die ideologie kent een lange geschiedenis: het idee dat Joden van overal ter wereld naar Palestina zouden moeten migreren, dook voor het eerst op bij Europese protestanten in de late zestiende eeuw. Pas in de negentiende eeuw werd het overgenomen door Europese Joden, met het doel om daar een Joodse staat te stichten.
Voor christelijke zionisten is het bestaan van een Joodse staat in historisch Palestina van groot belang vanwege de eind-der-tijden-profetie, die binnen bepaalde protestants-christelijke stromingen een prominente plaats inneemt. De profetie komt erop neer dat Jezus Christus, de Messias, terugkomt op aarde op de Olijfberg in Oost-Jeruzalem. Hij zal heersen vanaf de Tempelberg – Haram al-Sharif voor moslims – waar de Rotskoepel en de Al-Aqsa-moskee staan.
Er is een essentiële voorwaarde voor het uitkomen van deze profetie: de ‘terugkeer’ van de Joden naar het ‘Heilige Land’. De oprichting van de staat Israël wordt daarmee geïnterpreteerd als goddelijk ingrijpen: het begin van de vervulling van de profetie.
Israël als instrument voor de kerstening van Joden
Het achterliggende idee is weinig sympathiek naar Joden. Bij de wederkomst van Jezus zullen zij namelijk inzien dat Hij de ware Messias is, is het idee, en zich bekeren tot het christendom. Degene die zich niet bekeren, wacht verdoemenis. Christelijk-zionistische groepen zien zelf geen probleem in deze ogenschijnlijke paradox, die solidair is met Israël maar tegelijkertijd een einde zal brengen aan het Jodendom.
Maar onderzoekers wijzen erop dat dit in feite antisemitisch is.’Volgens [christelijke zionisten] is de voornaamste functie van de staat Israël het voorbereiden van de wederkomst van Christus, en het Jodendom en Joden elimineren’, schrijft hoogleraar geschiedenis Yakov Rabkin in zijn boek A Threat from Within: A Century of Jewish Opposition to Zionism (2006).
Christelijk zionisme reduceert Joden tot pionnen in een christelijk verhaal
Christelijk zionisme reduceert Joden tot pionnen in een christelijk verhaal. Christenen binnen deze ideologie vinden dat zíj kunnen bepalen waar Joden thuishoren, en dat is volgens hen niet Europa.
Hoewel niet alle christelijke zionisten deze theologie onderschrijven, vinden we er wel voorbeelden van terug in het nieuwe partijprogramma van de SGP. Hierin is een hoofdstuk opgenomen over Israël getiteld ‘Naast het Joodse volk, tegen antisemitisme’. Maar even verderop in het hoofdstuk staat: ‘We bidden, mét verwachting, dat de Joden de Heere Jezus als Vredevorst zullen leren kennen.’ Naast het Joodse volk staan, in de hoop dat de Joden christen worden; het is een vreemde solidariteit.
Het duidelijk antisemitische element van christelijk zionisme weerhoudt Israël er niet van om de ideologie in te zetten voor eigen politieke doeleinden. En dit politieke doel is glashelder: wereldwijde steun voor Israël vergaren, en in het bijzonder voor de Israëlische annexatie van de Westelijke Jordaanoever.
Gods plan voor de grenzen van Israël
Op 3 en 4 juli 2024 vond in Den Haag een belangrijke conferentie van christelijk-zionistische groepen plaats: The Trial. Deze conferentie stond dat jaar in het teken van het advies van het Internationaal Gerechtshof over de status van bezet Palestina. Dat advies maakte duidelijk dat de Israëlische bezetting in al haar facetten onrechtmatig is en opgeheven moet worden.
De toespraken tijdens The Trial stonden bol van Bijbelse teksten en verwijzingen naar de eindtijd. Volgens de sprekers is het Gods wet die bepaalt welke gebieden bij Israël horen, en gaat het Gerechtshof daar helemaal niet over.
‘God heeft bepaald wat de grenzen van Israël zijn. Of we het leuk vinden of niet, het is Zijn beslissing. En we staan naast het woord van God’, zei Jack van der Tang, een Nederlands sleutelfiguur in de christelijk-zionistische beweging, tijdens de conferentie. Van der Tang heeft op eigen conto tal van kleine zionistische initiatieven opgezet en heeft nauwe banden met de Israëlische ambassade in Nederland, de SGP en de ChristenUnie.
‘God heeft Zijn eigen plannen en die overstijgen de plannen van de Verenigde Naties’, aldus een andere spreker tijdens The Trial. ‘We staan achter de Bijbelse grenzen, en geen andere. Halleluja!’ voegde een volgende spreker toe. Applaus uit de zaal volgde.
Infographic van Visualizing Palestine uit 2017, die laat zien hoe Palestijnen in de afgelopen eeuw uit grote delen van hun land zijn verdreven (blauw is Palestijns gebied).
En die Bijbelse grenzen houden volgens christelijke zionisten zelfs niet op bij de Middellandse Zee en de Jordaanrivier. Een Amerikaanse predikant sprak tijdens de conferentie over een gebied dat zich uitstrekt van de Nijl in Egypte tot de Eufraat in Irak. ‘Van de rivier tot de rivier, het wordt allemaal onderdeel van Israël.’
De organisatie die Israël heeft opgetuigd om christelijke groepen in parlementen wereldwijd te mobiliseren heet de Israel Allies Foundation (IAF). De IAF organiseert bijvoorbeeld reizen naar Israël, waar politici zoals Kees van der Staaij (SGP), Bert-Jan Ruissen (SGP), Don Ceder en Joël Voordewind (CU) aan hebben deelgenomen.
‘Wanneer mensen hun Bijbelse steun omzetten in daadwerkelijke politieke actie – dat is het belangrijkste wapen dat we hebben in het diplomatieke arsenaal’, aldus Josh Reinstein, het hoofd van de IAF.
Er zit alleen iets in de weg: het internationaal recht, en in het verlengde daarvan de Verenigde Naties (VN). Het Internationaal Gerechtshof heeft namelijk onomwonden bepaald dat de Israëlische bezetting van Palestina illegaal is. In het verlengde daarvan heeft de Algemene Vergadering van de VN Israël tot 18 september 2025 gegeven om zich volledig terug te trekken uit de Palestijnse gebieden, en de Israëlische nederzettingen daar te ontmantelen. Israël heeft dit genegeerd.
De strijd tegen het internationaal recht en tegen de Verenigde Naties is voor christelijke zionisten een heilige strijd
Christelijke zionisten hebben dan ook een afkeer van het internationaal recht: het staat hun eind-der-tijden-geloof in de weg. Op de conferentie The Trial kwam dit tot uiting in ronduit hatelijke speeches tegen de rechters van het Internationaal Gerechtshof. ‘Rechters, wees gewaarschuwd. Als je tegen God in gaat, zul je een hoge prijs betalen’, zei de Amerikaanse predikant Jim Garlow bijvoorbeeld.
Van der Tang wilde in zijn eigen speech wel duidelijk maken wat die prijs is: ‘Ik denk dat wat we vandaag aan het doen zijn onderdeel is van het bouwen van de galgen voor de vijanden van Israël in [Den Haag]’, zei hij. Lees: voor het Internationaal Gerechtshof.
Heilige strijd tegen het internationaal recht
ChristenUnie-Kamerlid Don Ceder gelooft in, of voelt zich op z’n minst aangetrokken tot, de ideologie van het christelijk zionisme. ‘Ik heb het niet meegemaakt, maar toen de staat Israël ontstond is dat voor heel veel mensen een vervulling geweest van een belofte’, zei hij in de podcast Fan The Flame, kort na 7 oktober 2023.
‘Voor veel mensen is het van: hé wacht eens even, wat ik lees is eigenlijk een beginmoment dat we moeten gaan opletten wat God aan het doen is met Zijn volk. Is dit niet Gods hand zoals Hij dat beloofd heeft?’
Een Palestijnse familie is in het noorden van Gaza wanhopig op zoek naar een schuilplaats, maart 2024. [c] UN OCHA
Ceder was in 2024 ook aanwezig op de conferentie The Trial. Terwijl hij in de zaal zat, werd het publiek gevraagd op te staan en uit te spreken: ‘We verklaren dat alles wat op zand is gebouwd in Den Haag zal instorten tijdens het schudden van de Heer.’ Van der Tang verduidelijkte: het Vredespaleis, waar het Internationaal Gerechtshof huist, is op zand gebouwd en zal dus vernietigd worden.
Deze strijd tegen het internationaal recht en tegen de Verenigde Naties is voor christelijke zionisten een heilige strijd. Op het YouTube-kanaal van Christenen voor Israël – de belangrijkste Nederlandse christelijk-zionistische organisatie – beriep de Nederlandse dominee Willem Glashouwer zich in februari 2025 op een Bijbelpassage om de Verenigde Naties als tegenpool van het door God uitverkoren volk van Israël te presenteren.
Jurist Andrew Tucker, een andere ideoloog van het christelijk zionisme en directeur van de quasi-juridische denktank Thinc, ziet in de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof over de illegaliteit van de Israëlische bezetting een Bijbelse profetie over volkeren die het land Israël willen verdelen. ‘Ik pleit er ook voor dat we internationaal recht niet als een soort middel gaan gebruiken om allerlei dingen af te dwingen’, zegt hij. Daarmee wijst hij in feite het hele bestaansdoel van het internationaal recht af.
Kruistocht tegen UNRWA
In Nederland zijn er twee partijen die nauwe contacten onderhouden met de christelijk-zionistische lobbyclub IAF: de ChristenUnie en de SGP. En via de optredens van deze partijen in de Tweede Kamer is precies te zien hoe de IAF de christelijk-zionistische ideologie als wapen inzet om pro-Israëlisch regeringsbeleid te smeden.
Dit kwam afgelopen jaren het duidelijkst naar voren in de politieke kruistocht tegen de VN-vluchtelingenorganisatie voor Palestijnen, UNRWA.
Wat is UNWRA?
De oprichting van UNRWA is het gevolg van de Nakba (‘Catastrofe’), de verdrijving van bijna twee derde van de Palestijnse bevolking door Joodse milities en het Israëlische leger in de periode van eind 1947 tot voorjaar 1949. In minder dan anderhalf jaar tijd werden ten minste 750.000 Palestijnen op de vlucht gedreven – ruim 390.000 van hen al voor de stichting van de staat Israël op 14 mei 1948, de dag voordat legers uit Arabische landen de Palestijnen te hulp schoten.
Palestijnse vluchtelingen kwamen onder de hoede van de in 1949 door de Verenigde Naties opgerichte UNRWA (UN Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East), die onder meer hun registratie, onderkomen en noodhulp verzorgde. UNRWA had aanvankelijk een kortlopend mandaat; ook de VN meende dat de vluchtelingen snel zouden terugkeren.
Het tegendeel is gebeurd: Israël weigert hardnekkig hun terugkeer toe te laten. Als gevolg daarvan zijn door UNRWA inmiddels 5,9 miljoen Palestijnse vluchtelingen geregistreerd – oorspronkelijke vluchtelingen en hun nazaten.
UNRWA bestaat inmiddels 75 jaar. De organisatie verzorgt onder meer humanitaire- en ontwikkelingshulp, waaronder voedselhulp, aan ruim 1,7 miljoen Palestijnen. Ze verzorgde voor 7 oktober 2023 onderwijs aan bijna 550.000 kinderen in 710 UNRWA-scholen. Van 300.000 kinderen in de Gazastrook ligt het onderwijs sindsdien stil door de Israëlische agressie. UNRWA biedt daarnaast ook medische voorzieningen aan in 140 eigen klinieken en noodhulp in situaties van grootschalig geweld, zoals nu in Gaza.
Lees verderLees minder
Al zeker vijftien jaar wordt UNRWA met name door de CU en SGP structureel verdacht gemaakt. Dat gebeurde ‘op basis van desinformatie en ongegronde beschuldigingen’, concludeerde De Groene Amsterdammer vorig jaar op basis van een analyse van Kamervragen, moties en debatten. Dergelijke zwartmakerij raakte in een stroomversnelling toen Israël in januari 2024 UNRWA-medewerkers beschuldigde van het deelnemen aan de aanval op 7 oktober 2023.
Nederland schortte direct de hulp aan UNRWA op. Er volgde een VN-onderzoek, dat geen bewijs vond voor de beschuldigingen. Veel landen hervatten daarop hun steun. Er kwamen berichten naar buiten dat Israël UNRWA-medewerkers had gemarteld om ze tot valse getuigenissen te dwingen. Nederlandse oud-ministers sloten zich aan bij de oproep van talloze hulporganisaties om de steun aan UNRWA te hervatten, omdat geen enkele andere organisatie de capaciteit en mogelijkheden heeft om de hulp te bieden aan Palestijnen die nodig is. UNRWA is simpelweg onvervangbaar.
Desondanks bleven met name Don Ceder en SGP-leider Chris Stoffer in de Tweede Kamer de rol van UNRWA in twijfel trekken en aandringen op het volledig afbouwen van steun. Met succes: de Tweede Kamer besloot in december 2024 om de steun aan UNRWA de komende jaren structureel af te bouwen. Ceder en consorten hebben hun zin gekregen.
Chris Stoffer van de SGP op een bijeenkomst van de Israel Allies Foundation [c] Israel Allies Foundation Europe
Het korten van de steun aan UNRWA volgt direct Israëls politieke agenda om de VN-hulporganisatie volledig te ontmantelen. Voor Israël is het een doorn in het oog dat UNRWA het door de VN vastgestelde recht op terugkeer in leven houdt. Israël verwerpt het recht van Palestijnen om terug te keren naar hun oorspronkelijke woonplaatsen in wat nu Israël is, omdat het de Joodse meerderheid van de staat in gevaar zou brengen.
Dat donorlanden als Nederland hun steun afbouwen heeft directe gevolgen voor Palestijnse vluchtelingen in de regio. Zo levert UNRWA in Libanon nauwelijks meer financiële steun aan de meest kwetsbare gemeenschappen en is het gedwongen scholen te sluiten. Zonder de VN-scholen lopen tienduizenden Palestijnse kinderen het risico verstoken te raken van onderwijs, en daarmee van een toekomst.
Recht op terugkeer
‘Wij zien UNRWA als belemmering voor duurzame vrede’, zei Ceder tijdens een Tweede Kamerdebat in het najaar van 2024. ‘[Bij UNRWA] zitten namelijk een aantal prikkels sinds 1948, die een toekomstbestendig bestaan [van Palestijnen] in de weg zitten’, merkte hij in een ander debat op.
Het zijn opmerkingen die direct lijken overgenomen van een werkgroep binnen het Israëlische parlement die zich hard maakt voor het ontmantelen van UNRWA. Deze werkgroep wordt geleid door Sharren Haskel, die tevens gelieerd is aan de lobbyclub IAF.
Don Ceders inspanningen in de Tweede Kamer worden gewaardeerd door de Israëllobby
‘Hun opleiding, hun huizen… alles is een motor die hen in de armen van Hamas drijft’, zei Haskel in juli 2024 over de Palestijnse vluchtelingen. ‘Totdat we deze cyclus doorbreken – en die begint bij UNRWA – zal er geen betere toekomst zijn, noch voor ons, noch voor de Palestijnen.’ Oftewel: Palestijnen moeten hun recht op terugkeer naar de dorpen en steden waar ze door Israël uit verdreven zijn opgeven.
Haskel spreekt in de Knesset openlijk over het doel om UNRWA compleet op te heffen, en over haar lobbywerk om die visie in parlementen buiten Israël te verspreiden. Zo ook in Nederland. In maart 2024 nodigden Don Ceder en Chris Stoffer Haskel uit om op Tweede Kamerleden in te praten over UNRWA. Ze sprak tijdens dat bezoek ook met de latere minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp.
De politieke agenda van Israël – om via de aanval op UNRWA Palestijnse bestaanszekerheid te ondermijnen – kreeg hiermee een podium en invloed in het hart van de Nederlandse politiek.
Ceder tegen de Palestijnen
In oktober 2024 nam het Israëlische parlement het voorstel van Haskel aan om UNRWA te verbieden. Ondertussen is Israël in Gaza in rap tempo UNRWA-infrastructuur aan het vernietigen.
Israël heeft sinds 7 oktober 2023 meer dan 360 UNRWA-medewerkers gedood en vrijwel alle UNRWA-gebouwen in Gaza beschadigd of vernietigd (312). Meer dan 845 Palestijnen die schuilden in UNRWA-gebouwen en -scholen in Gaza zijn gedood. Vrijwel wekelijks bombardeert Israël scholen waar ontheemde Palestijnen schuilen.
Ceders inspanningen in de Tweede Kamer worden gewaardeerd door de Israëllobby. Op een conferentie van de Israel Allies Foundation in Israël in 2024 kreeg Ceder de ‘Friends of Zion’-prijs uitgereikt. Deze prijs is een ‘blijk van waardering voor zijn sterke steun voor Israël’, aldus de organisatie. De conferentie deed een oproep tot het opheffen van UNRWA.
Ceder heeft de prijs ter harte genomen en wat hij ziet als zijn Bijbelse plicht vervuld door ‘op te staan’, zoals hij het zelf omschreef na de prijsuitreiking. En daarmee heeft hij de levens van honderdduizenden Palestijnen nog verder in gevaar gebracht.
De uitkomsten van het onderzoek dat de basis vormt van de documentaire en dit artikel zijn voorgelegd aan de ChristenUnie en SGP. De reactie van Don Ceder (ChristenUnie) staat hieronder.
Wederhoor: reactie Don Ceder
In reactie op vragen van The Rights Forum laat Don Ceder weten dat hij en de ChristenUnie het niet eens zijn met de visie van de Israel Allies Foundation (IAF) dat het conflict tussen Israël en Palestina primair religieus zou zijn en dat internationaal recht daaraan ondergeschikt zou zijn. Hij neemt daarbij echter geen afstand van de IAF. Verder verwijst hij naar het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie: ‘We blijven pleiten voor een vredesregeling met veilige en erkende grenzen voor Israël en de erkenning door Israël van de Palestijnse aspiraties om tot een eigen staat te komen.’
IAF-werkbezoek en Friends of Zion-prijs
Op vragen over de Friends of Zion-prijs die Ceder tijdens de IAF Chairman’s conference in 2024 ontving als blijk van waardering voor zijn ‘sterke steun voor Israël’, laat Ceder weten dat hij het niet nodig acht om afstand te nemen van de prijs. ‘Inmiddels is deze prijs uitgereikt aan o.a. George W. Bush, koning Mohammed VI van Marokko, minister-president Sjeik Mohammed bin Rasjid Al Maktoem van Verenigde Arabische Emiraten en President George M. Weah van Liberia. Het is naar mijn mening dan ook een merkwaardige vraag om daar afstand van te nemen.’ Ceder laat onbenoemd dat de prijs ook aan de Amerikaanse president Donald Trump en de koning van Saoedi-Arabië Mohammed Bin Salman is overhandigd.
Over zijn activiteiten met de IAF en andere bezoeken aan Israël en Palestina zegt hij dat ‘[niet] de conclusie [kan] worden getrokken dat ik het eens ben met alle gesprekspartners of dat de partijlijn gelijkgesteld kan worden aan die van gesprekspartners’.
The Trial en de ‘eindtijd’
Ceder neemt ook geen afstand van zijn aanwezigheid bij ‘The Trial’, het congres waar sprekers onder meer bedreigingen richting het Internationaal Gerechtshof en de rechters uiten en waar werd gesproken over het ‘zuiveren van het land’. Ceder zegt dat hij het driedaagse congres ‘kort en op persoonlijke titel’ bezocht ‘op uitnodiging van een gewaardeerd contact’. Verder laat hij weten dat de leus ‘from the river Nile to the river Euphrates, it will all belong to Israel’, die op het podium van Trial uitgesproken werd, ‘ver staat’ van hoe de ChristenUnie ‘het conflict benadert’.
Gevraagd naar maatschappelijke en wetenschappelijk kritiek dat christenzionisme in wezen antisemitisch zou zijn omdat het Israël vooral ziet als middel in een (christelijke) eindtijdvisie waarin het jodendom uiteindelijk verdwijnt, antwoordt Ceder dat dit een vraag is voor theologen en niet voor de ChristenUnie. Hij verwijst naar het verkiezingsprogramma waarin de visie van de partij op Israël staat omschreven, en benadrukt dat hij in al zijn jaren als ChristenUnie-lid nog nooit een partijlid is tegengekomen dat het verdwijnen van het jodendom nastreeft.
UNRWA
Met betrekking tot UNRWA stelt Ceder dat ‘het mandaat’ van UNRWA moet veranderen omdat door UNRWA ‘de boodschap (wordt) meegegeven dat Palestijnen een recht op terugkeer hebben.’ Dat recht op terugkeer is echter niet een recht dat door UNRWA is bedacht, maar een in het internationaal recht opgenomen recht (onder meer in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, Resolutie 194 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en VN-Veiligheidsraadresolutie 237). Onduidelijk blijft wat er met de miljoenen Palestijnse vluchtelingen moet gebeuren die onder het mandaat van UNRWA vallen. Volgens IAF-oprichter Benyamin Elon zouden deze in buurlanden moeten worden ‘verplaatst’.
Ceder stelt tot slot dat de ChristenUnie in december 2024 tegen het afbouwen van de Nederlandse financiële bijdrage aan UNRWA heeft gestemd. Op 13 februari 2024 verscheen nog een opiniestuk van Don Ceder in De Telegraaf onder de kop: Geen cent meer naar foute VN-hulporganisatie. De openingszin luidde: ‘Nederland moet definitief breken met UNRWA (…).’
Ceder ontkent ook niet dat hij Sharren Haskel, leider van de anti-UNRWA werkgroep in de Knesset, naar de Tweede Kamer heeft gehaald om aan politici van regeringspartijen een presentatie te geven. Deze door Ceder en Stoffer (SGP) voorgezeten bijeenkomst had volgens de IAF als gespreksonderwerp het ‘stopzetten van de financiering van UNRWA’. Acht maanden na Haskels bezoek aan Nederland werd UNRWA dankzij een wetsvoorstel van Haskel verboden in Israël en daarmee ook in bezet Palestina. Ceder laat weten dat de ChristenUnie het niet eens is met dat verbod. Wel noemt hij Haskels ‘Israëlisch perspectief’ op UNRWA ‘waardevol’: ‘Ik vind het belangrijk dat meerdere stemmen in dit conflict gehoord worden.’ Eerder dit jaar weigerde hij nog in gesprek te gaan met Francesca Albanese, de speciaal rapporteur voor de bezette Palestijnse Gebieden van de Verenigde Naties.
Genocide
Over de Nederlandse deelname aan de zijde van Israël in de genocidezaak die Zuid-Afrika bij het Internationaal Gerechtshof heeft aangespannen laat Ceder weten zijn mening te hebben bijgesteld. ‘Inmiddels ligt er een tussenvonnis [van het Gerechtshof], wat toen nog niet het geval was. Ook is gezien het verloop van de oorlog gepaster om een neutrale rol in te nemen als stad waar het [Gerechtshof] is gezeteld’, stelt hij.
Ceder wil echter niet spreken van genocide in Gaza, zelfs niet van een risico daarop: ‘In juridische zin is dat een weging van het Internationaal Gerechtshof’. Dit gaat in tegen het advies van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV), een onafhankelijk adviesorgaan voor de regering en het parlement. De CAVV heeft gesteld dat de Nederlandse regering sinds de eerste tussentijdse uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in januari 2024 weet dat er een ernstig risico op genocide is. Ook stelde de CAVV in een advies uit 2017, dat op initiatief van CU-Kamerlid Joël Voordewind tot stand kwam, dat het wel degelijk primair aan staten is om een oordeel te geven over genocide en dat de stelling dat het alleen aan de rechter is om te bepalen of daar sprake van is ‘genuanceerd dient te worden’.
Staten die het Genocideverdrag hebben getekend hebben de verplichting er alles aan te doen om genocide te voorkomen.