De VN gaf Israël twaalf maanden om zijn illegale aanwezigheid in Palestina te beëindigen. Daarvan resteren er nog vijf.
Precies een maand geleden herinnerden we aan de deadline die de VN stelde aan Israëls volledige terugtrekking uit de bezette Palestijnse gebieden. Israël werd op 18 september 2024 twaalf maanden de tijd gegund om Oost-Jeruzalem, de Westelijke Jordaanoever en Gaza te verlaten, de gebieden te herstellen naar de situatie van voor de bezetting, en de Palestijnse bevolking schadeloos te stellen. Van die twaalf zijn er nog vijf over.
Die opdracht werd door de VN geformuleerd in een resolutie die op 18 september 2024 met grote meerderheid (124 voor, 14 tegen, 43 onthoudingen) werd aangenomen. De resolutie is gebaseerd op de adviesopinie van het Internationaal Gerechtshof over de juridische consequenties van de Israëlische bezetting. De VN had daar op 30 december 2022 om verzocht.
Samengevat stelt het Hof dat Israëls aanwezigheid in bezet gebied inbreuk maakt op het Palestijnse recht van zelfbeschikking en op het verbod op toeëigening van land met geweld. Het Hof toont aan dat Israëls aanwezigheid in al zijn facetten strijdig is met de elementaire volkenrechtelijke verdragen die samen de internationale rechtsorde vormen, en daarom illegaal is.
Het oordeel van het Gerechtshof neemt ook bindende verplichtingen met zich mee voor derde staten, waaronder Nederland. We gingen daar in een eerder artikel uitgebreid op in. Eén van de concrete verplichtingen is het instellen van een verbod op handel met (en investeringen in) Israëls illegale nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Daar is geen gehoor aan gegeven. Integendeel, Nederlandse bedrijven en pensioenfondsen profiteren gretig van de door de regering geboden ruimte.
En zo breken voor Israël de laatste vijf maanden aan om te voldoen aan de VN-resolutie. Dat belang is ook voor de rest van de wereld groot, zeker voor landen als Nederland die zweren bij de tweestatenoplossing – de uitkomst van de Oslo-akkoorden (1993-1995) die in 1999 zou leiden tot een onafhankelijke staat Palestina waaruit Israël zich zou hebben teruggetrokken.
Het tegendeel is gebeurd. Voor Israël was ‘Oslo’ de springplank voor de verdieping van de bezetting en kolonisering. In 1993 leefden er 136 duizend Joodse kolonisten illegaal op de bezette Westelijke Jordaanoever. In 1999 waren het er 177 duizend. In 2025 zijn het er 530 duizend – vier maal zo veel als in 1993. Inclusief Oost-Jeruzalem leven er nu ten minste 870 duizend Joodse kolonisten in bezet gebied, vooral afkomstig uit Israël, de VS en Europa.
Hoe kan dat zó lang zó uit de hand lopen? Doordat de VS, EU en Nederland de Israëlische kolonisering niet alleen hebben gedoogd, maar op elke denkbare manier actief hebben gesteund. Dertig jaar lang werd de ondermijning van de tweestatenoplossing door de Nederlandse regering verkocht als beleid om die juist te helpen realiseren. Die komedie moet stoppen.
De VN-resolutie, samen met het onderliggende oordeel van het Internationaal Gerechtshof, vormt daarom de ultieme test voor Nederland en al die andere westerse landen die deze rol zo lang hebben gespeeld. Als de regering beweert dat er überhaupt nog sprake kan zijn van de tweestatenoplossing, moet ze hem om te beginnen zien te redden. Het goede nieuws is dat daar direct mee kan worden begonnen door te voldoen aan het oordeel van het Gerechtshof – waar Nederland sowieso aan moet voldoen.