Met onder andere: Palestijns ministerie van Buitenlandse Zaken doet oproep aan VN om Palestijnen te beschermen tegen kolonisten, jonge Palestijn met auto-immuunziekte zes maanden in administratieve detentie en VS-ambassadeur VN-Veiligheidsraad zegt dat Biden Palestijnse missies zal heropenen en hulp aan Palestijnen zal hervatten.
Het Palestijnse ministerie van Buitenlandse Zaken en Expats heeft op 30 januari de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties en de Veiligheidsraad opgeroepen om in te grijpen en bescherming te bieden aan de kwetsbare Palestijnse bevolking. Aanleiding is de sterke toename in het aantal aanvallen door het Israëlische leger en Israëlische kolonisten op Palestijnse burgers op de bezette Westelijke Jordaanoever. In een verklaring schrijft het ministerie dat de situatie in de bezette Palestijnse gebieden gedomineerd wordt door verschillende vormen van kolonistengeweld, waaronder het doden van Palestijnen, beschadigen van eigendommen, in beslag nemen van land, lastigvallen van boeren, ontwortelen van bomen en doden van vee. Deze criminele escalatie wordt bovendien uitgevoerd met steun van Israëlische bezettingstroepen, stelt het ministerie. Volgens de verklaring moeten de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties en de Veiligheidsraad nu ‘hun verantwoordelijkheden op zich nemen die zijn vastgelegd in het internationaal recht, en internationale bescherming bieden aan ons volk en hun rechten’. Wij zouden daaraan willen toevoegen dat ook de lidstaten van de Verenigde Naties, dus ook Nederland, hun verantwoordelijkheid moeten nemen en eindelijk actie ondernemen om handhaving van het internationaal recht af te dwingen.
De Palestijnse Raad voor Mensenrechtenorganisaties (PHROC), een overkoepelende organisatie die bestaat uit 11 Palestijnse mensenrechtenorganisaties, heeft op 25 januari een dringende oproep gedaan aan vijf Speciale Rapporteurs van de Verenigde Naties (VN). In de oproep vraagt PHROC aandacht voor de voortdurende sloop van Palestijnse huizen door Israël en de desastreuze effecten van dit Israëlische beleid tijdens de COVID-19-pandemie. Adequate huisvesting, zo schrijft PHROC, is cruciaal in de strijd tegen het coronavirus waarbij thuisblijven en lockdown-maatregelen centraal staan.
Sinds het begin van de COVID-19-pandemie hebben Palestijnse en internationale mensenrechtenorganisaties een aanzienlijke toename opgemerkt van sloopwerkzaamheden in de bezette Palestijnse gebieden. De Israëlische autoriteiten dwingen Palestijnen regelmatig hun eigen gebouwen te slopen vanwege een gebrek aan vergunningen, of zetten het Israëlische leger in om de sloopwerkzaamheden te verrichten. In 2020 werden er in totaal 847 Palestijnse gebouwen op last van de Israëlische autoriteiten gesloopt. Daardoor werden 996 Palestijnen dakloos. Hoewel mensenrechtenorganisaties dit beleid al eerder veelvuldig hebben veroordeeld, benadrukte PHROC in zijn oproep aan de VN-rapporteurs dat deze kwestie op dit moment een nog dringender punt van zorg is. Omdat er in Israël en de Palestijnse gebieden al lange tijd lockdowns van kracht zijn, is het vaak onmogelijk voor de Palestijnse bewoners van de Westelijke Jordaanoever om de documenten te verkrijgen die nodig zijn om de sloopopdrachten juridisch aan te vechten.
Palestijnen in het C-gebied van de Westelijke Jordaanoever worden door het Israëlische bouwbeleid vaak gedwongen om zonder de benodigde vergunningen te bouwen. Uit een rapport van de Israëlische organisatie Peace Now dat op 31 januari werd gepubliceerd blijkt dat in 2019 en 2020 slechts 32 van de 342 Palestijnse aanvragen voor bouwvergunningen door de Israëlische autoriteiten werden goedgekeurd. In de periode 2009-2018 was dat percentage nog lager. Van de 4.422 aanvragen werden er 98 toegekend, net iets meer dan twee procent. Deze cijfers staan in schril contrast met de situatie in de illegale Israëlische kolonies. In 2019 en 2020 werden plannen voor 16.098 nieuwe kolonistenwoningen goedgekeurd en werden vergunningen voor nog eens 2.233 woningen toegekend.
Israëlische autoriteiten hebben op 25 januari besloten een Palestijnse jongen met een auto-immuunziekte voor zes maanden in administratieve detentie te plaatsen, zonder een officiële aanklacht tegen hem in te dienen. Volgens Defense for Children International – Palestine werd de zeventienjarige Amal Nakhleh op 21 januari om 3 uur ’s nachts thuis gearresteerd. Amal wordt momenteel vastgehouden in de Israëlische Megiddo-gevangenis, ten noorden van de bezette Westelijke Jordaanoever. Amal lijdt aan myasthenia gravis, een zeldzame en chronische auto-immuunziekte die spierzwakte veroorzaakt. Ook de spieren die worden gebruikt voor ademen en slikken worden door de ziekte aangetast. Zijn behandeling vereist voortdurende medische aandacht en Amal moet regelmatig en zonder onderbreking medicijnen slikken.
Amal werd op 2 november 2020 ook al gearresteerd en beschuldigd van het gooien van stenen. Volgens de Israëlische krant Haaretz beval een Israëlische militaire rechter toen dat hij op borgtocht moest worden vrijgelaten. De militaire aanklager ging toen tegen de uitspraak in beroep, en maakte duidelijk dat hij vastberaden was Amal in administratieve detentie te plaatsen. Hoewel de Israëlische rechtbank op 10 december het beroep afwees en Amal werd vrijgelaten heeft de aanklager nu alsnog zijn zin gekregen.
Administratieve detentie is een vorm van opsluiting zonder aanklacht of proces die de Israëlische autoriteiten regelmatig gebruiken om Palestijnen, inclusief kinderen, vast te houden. Hun detentie is gebaseerd op geheim bewijs dat noch aan de gedetineerden, noch aan hun advocaat wordt bekendgemaakt. ‘De Israëlische autoriteiten moeten ofwel aanklachten indienen tegen Palestijnse kinderen of ze vrijlaten’, zei Ayed Abu Eqtaish van Defense for Children International – Palestina naar aanleiding van de arrestatie van Amal. ‘Administratieve detentie mag nooit worden gebruikt om de detentie van kinderen te rechtvaardigen en komt neer op een duidelijke schending van het fundamentele recht op een eerlijk proces.’
Israëlische politieagenten hebben 28 januari een dertienjarige Palestijnse jongen uit Issawiya in Oost-Jeruzalem en zijn broer van achttien gearresteerd. Volgens de jongen en zijn familie gebruikten de politieagenten tasers en fysiek geweld bij de arrestatie, die om 3 uur ’s nachts plaatsvond. Ondanks het koude weer mocht hij geen warme kleren aantrekken en moest hij zonder schoenen mee naar het politiebureau. Daar werd de dertienjarige jongen gedwongen om uren lang op de grond te knielen, met zijn handen geboeid achter zijn rug. Toen hij moe werd en op de grond viel, schopte een politieagent hem en werd hij meegenomen voor verhoor. In totaal werd hij werd twaalf uur lang vastgehouden voordat hij werd vrijgelaten. Hij werd in die tijd door de politie ondervraagd zonder dat zijn ouders daarbij aanwezig waren. Volgens de Israëlische politie was de arrestatie van de twee broers legaal en was er geen taser gebruikt. De politie vermeldde daarnaast dat de twee ervan worden verdacht vuurwerk te hebben afgeschoten naar politieagenten. De vader van de jongen verklaarde dat ook hij tijdens de arrestatie verbaal en fysiek is mishandeld, en als gevolg van het geweld dat door de Israëlische agenten werd gebruikt een aantal tanden is kwijtgeraakt.
Muhammad Abu al-Hummus, lid van de Issawiya Defense Committee, vertelt dat de stad Issawiya al meer dan twee jaar bijna dagelijks het doelwit is van invallen van de Israëlische politie. ‘Sinds de start van de campagne eind 2018 is één Palestijn overleden en zijn er 250 verwondingen geregistreerd’, zei Abu al-Hummus. Hij voegde daaraan toe dat er in die periode 1.450 mensen zijn gearresteerd en dat vrouwen en kinderen worden geterroriseerd en mishandeld. Abu Al-Hummus vergelijkt Issawiya daarom met een ‘klein Gaza’. De Israëlische politie zou opzettelijk traangasgranaten in woonwijken afvuren, ‘zonder aandacht te besteden aan de negatieve gevolgen voor de gezondheid, vooral in het licht van de verspreiding van het coronavirus’. Vorige week berichtte The Rights Forum nog over de manier waarop de inzet van traangas door de Israëlische autoriteiten dodelijke gevolgen kan hebben.
Israëlische soldaten hebben op 31 januari een jonge Palestijnse man doodgeschoten bij het Gush Etzion knooppunt op de Westelijke Jordaanoever. Volgens het Israëlische leger zou de Palestijn hebben geprobeerd om soldaten met messen aan te vallen. Het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid verklaart dat de jonge man, wiens identiteit niet bekend is, ter plekke overleed aan zijn verwondingen. Ooggetuigen melden dat de jonge Palestijn voor dood werd achtergelaten door de aanwezige Israëlische soldaten en dat hem geen medische hulp werd verleend. Bij het incident raakten geen Israëlische soldaten gewond.
Het aantal Israëlische kolonisten op de bezette Westelijke Jordaanoever is de afgelopen vier jaar veel sneller gegroeid dan de bevolking van Israël binnen de Groene Lijn. Dat maakte West Bank Jewish Population Stats, een organisatie die de kolonisatie van de Westelijke Jordaanoever steunt, op 27 januari bekend. De periode valt samen met de ambtstermijn van de voormalige Amerikaanse president Trump, wiens beleid ten opzichte van Israël-Palestina gekenmerkt werd door een ongekende steun voor de illegale Israëlische kolonies. Het rapport van West Bank Jewish Population Stats, dat is gebaseerd op officiële overheidsgegevens, toont dat de kolonistenpopulatie sinds begin 2017 met ongeveer 13% is gegroeid tot 475.481. Volgens de Israëlische regering groeide de bevolking binnen de eigen grenzen in dezelfde periode met ongeveer 8% tot bijna 9,3 miljoen. De organisatie telt in haar berekeningen de cijfers van de kolonistenbevolking in Oost-Jeruzalem niet mee. Daar wonen op dit moment meer dan 200.000 Israëlische kolonisten.
Minister van Buitenlandse Zaken Blok en minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus hebben in een brief aan de Tweede Kamer verslag gedaan van de jaarlijkse Vergadering van verdragspartijen van het Internationaal Strafhof, die van 14 tot en met 23 december 2020 plaatsvond. De Vergadering stond voornamelijk in het teken van de opvolging van de onafhankelijke evaluatie (Independent Expert Review) van het Internationaal Strafhof, de verkiezingen van zes nieuwe rechters en van een nieuwe aanklager. De termijn van de huidige aanklager, Fatou Bensouda, loopt in juni van dit jaar af. Aangezien er nog geen overeenstemming is bereikt over de nieuwe aanklager zal de Vergadering begin februari hervat worden. Ook de Amerikaanse sancties tegen het Strahof kregen veel aandacht. Minister Blok riep in zijn toespraak de VS op de sancties in te trekken en deed de belofte zich actief te blijven inzetten voor het Strafhof en de strijd tegen straffeloosheid. Uit de brief van Blok en Grapperhaus blijkt verder dat de beslissing van Bensouda om een officieel onderzoek te starten naar de situatie in de Palestijnse gebieden nog voor ligt bij de rechters. De beslissing over de rechtsbevoegdheid van het hof in de Palestijnse gebieden moet dus nog genomen worden.
Drie dagen na afloop van de Vergadering maakte een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken bekend dat de nieuwe Amerikaanse regering zich opnieuw zal gaan buigen over de sancties tegen het Internationaal Strafhof. ‘Hoewel we het niet eens zijn met de acties van het Internationaal Strafhof met betrekking tot de situatie in Afghanistan en Israël/Palestina, zullen de sancties grondig worden herzien terwijl we onze volgende stappen bepalen’, aldus de woordvoerder. De nieuwe Amerikaanse regering ondersteunt volgens de woordvoerder hervormingen ‘om de rechtbank te helpen zijn kernopdracht, het bestraffen en afschrikken van wreedheden, beter uit te voeren’ en zou in ‘uitzonderlijke gevallen’ samen kunnen werken met het Strafhof.
De regering-Trump beschuldigde vorig jaar het in Den Haag gevestigde tribunaal van schending van de nationale soevereiniteit van de VS toen het een onderzoek toestond naar oorlogsmisdaden begaan door Afghaanse troepen, de Taliban of Amerikaanse troepen. Het stelde daarom onder meer een inreisverbod in voor enkele medewerkers van het Strafhof, waaronder hoofdaanklager Bensouda. Trumps minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo verzette zich daarnaast tegen het in 2019 begonnen onderzoek naar vermeende oorlogsmisdaden in de Palestijnse gebieden.
Richard Mills, de nieuwe Amerikaanse VN-ambassadeur, heeft tijdens een vergadering van de Veiligheidsraad aangekondigd dat de nieuwe Amerikaanse regering onder president Biden van plan is om de hulp aan de Palestijnen en de diplomatieke banden te herstellen. Ambassadeur Mills zei verder dat de regering-Biden ‘er bij de Israëlische regering en de Palestijnse Autoriteit op zou aandringen om eenzijdige stappen te vermijden die een tweestatenoplossing moeilijker maken, zoals annexatie van grondgebied, nederzettingenactiviteiten, sloopwerkzaamheden, aanzetten tot geweld en het verstrekken van compensatie aan personen die gevangen zitten voor daden van terrorisme’. De stappen moeten volgens Mills niet gezien worden als een gunst aan het Palestijnse leiderschap: ‘Amerikaanse hulp komt miljoenen gewone Palestijnen ten goede en helpt een stabiel milieu te behouden waar zowel de Palestijnen als de Israëli’s baat bij hebben.’
Mills zei ook dat de normalisatieovereenkomsten tussen Israël en verschillende Arabische landen geen vervanging kunnen zijn voor vrede tussen Israël en Palestina. De verkoop van wapens aan Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten door de Verenigde Staten is op 28 januari in dat licht tijdelijk stopgezet. Tijdens de vergadering van de VN-Veiligheidsraad zei de Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken Riad al-Maliki: ‘We kijken uit naar de omkering van de onwettige en vijandige maatregelen van de regering-Trump en naar samenwerking voor vrede.’ De Israëlische vertegenwoordiger, Gilad Erdan, zei op zijn beurt dat directe, bilaterale onderhandelingen ‘de enige manier is om echte vrede te bereiken’, en dat de Veiligheidsraad de Palestijnen zou moeten oproepen om gesprekken te beginnen op basis van het plan van de voormalig president Trump.