Met onder andere: Palestijnse Rode Halve Maan helpt in Beirut, detentie Mahmud Nawaja’a verlengd en Palestijnse minderjarige gevangene besmet met coronavirus.
Ambulances en personeel van de Palestijnse Rode Halve Maan (PRHM) hebben het Libanese Rode Kruis ondersteund bij het redden en evacueren van mensen die gewond raakten bij de explosie in de haven van Beirut. Ook werden patiënten opgenomen in ziekenhuizen van de PRHM. In een verklaring benadrukte de voorzitter van de PRHM, Dr. Younis Al-Khatib, de Palestijnse steun voor de slachtoffers in Libanon: ‘PRHM-personeel, ambulances en faciliteiten doen hun uiterste best om te helpen bij de reddings- en evacuatie-inspanningen als onderdeel van hun humanitaire missie en pan-Arabische inzet.’ Daarnaast heeft de PRHM een bloeddonatiecampagne gelanceerd in al haar ziekenhuizen in Beiroet en Sidon.
Een jonge Palestijnse vrouw is op 7 augustus overleden nadat ze met scherpe munitie in haar borst werd geraakt door Israëlische bezettingstroepen. De 23-jarige Dalia Samoudi, moeder van twee jonge kinderen, raakte gewond tijdens een nachtelijke razzia van de Israëlische troepen in Jenin en overleed in het ziekenhuis. Samoudi is de vierentwinstigste Palestijn die dit jaar door Israëlische troepen in de bezette Palestijnse gebieden is gedood.
Volgens Wafa, het persbureau van de Palestijnse Autoriteit, kwamen lokale jongeren in botsing met de soldaten nadat die een ‘search and arrest’-operatie hadden uitgevoerd in het huis van een voormalige Palestijnse gevangene. De Israëlische soldaten reageerden daarop met traangas en scherpe munitie. Dalia Samoudi maakte geen deel uit van de schermutselingen, maar werd geraakt met een kogel toen zij probeerde haar raam te sluiten om haar kinderen te beschermen tegen het traangas. Volgens Mahmud al-Saadi, directeur van de Palestijnse Rode Halve Maan, openden de Israëlische troepen het vuur op de ambulance die onderweg was naar Samoudi om haar naar het ziekenhuis te evacueren.
Op 2 augustus heeft een Israëlische militaire rechtbank de detentie van Mahmud Nawaja’a op verzoek van de Israëlische veiligheidsdienst Shin Bet met vijftien dagen verlengd. Deze verlenging werd na een beroep door zijn advocaat op 4 augustus teruggebracht tot acht dagen. Op 9 augustus is de detentie van Nawaja’a, ondanks een oproep van Amnesty International om Nawaja’a vrij te laten echter wederom met acht dagen verlengd. Tevens is bepaald dat hij gedurende deze periode nog steeds geen contact met zijn advocaat mag hebben.
Nawaja’a (34), een prominente Palestijnse mensenrechtenverdediger en coördinator van de BDS-beweging, werd in de nacht van 29 juli in zijn eigen huis gearresteerd, en wordt sindsdien vastgehouden. Waarvan hij wordt verdacht is onduidelijk. Toegang tot juridische bijstand is hem ontzegd. Volgens de BDS-beweging weigert de Shin Bet om enige aanklacht of bewijs tegen Nawaja’a in te dienen. Israëlische autoriteiten gebruiken regelmatig niet verder toegelichte ‘veiligheidsredenen’ om de detentie van Palestijnse politieke activisten te rechtvaardigen.
In een email aan The Electronic Intifada heeft de Europese Unie inmiddels gereageerd op de detentie van Nawaja’a. In de verklaring schrijft de EU de situatie nauwlettend te volgen, en bevestigt de Unie dat de redenen voor de arrestatie en de aanklacht tegen Nawaja’a niet bekend zijn. De EU benadrukt bovendien de illegaliteit van het overbrengen van Nawaja’a van de Westelijke Jordaanoever naar een detentiecentrum in Israël: ‘Het overbrengen van een gevangene naar detentiecentra buiten de bezette Palestijnse gebieden is een schending van artikel 76 van de Vierde Conventie van Genève.’ Ook schrijft de EU dat gedetineerden het recht hebben op formele aanklachten, toegang tot rechtsbijstand en berechting of vrijlating binnen een redelijke termijn. Die rechten worden als het gaat om Palestijnse politieke gevangenen in Israël veelvuldig geschonden.
Een Palestijnse minderjarige gevangene is in een Israëlische gevangenis positief getest op het coronavirus. De vijftienjarige jongen uit het Al-Jalazoun-vluchtelingenkamp nabij Ramallah werd op 23 juli ’s nachts van zijn bed gelicht en naar een gevangenis gebracht in Ashkelon, in het zuiden van Israël. Ondanks besmet te zijn met COVID-19, hebben de Israëlische autoriteiten de detentie van de jongen met nog eens acht dagen verlengd. Zijn verhoor was uitgesteld nadat hij positief was getest op COVID-19. ‘Er is geen enkele manier waarop Israëlische troepen de detentie kunnen rechtvaardigen van een kind dat momenteel besmet is met COVID-19’, zegt Ayed Abu Eqtaish, directeur van het Aansprakelijkheidsprogramma bij Defense for Children International – Palestine. ‘Door de gevangenisstraf van deze jongen te verlengen, brengen de Israëlische autoriteiten roekeloos zijn gezondheid en welzijn in gevaar, samen met de gezondheid van andere gedetineerden. De Israëlische autoriteiten moeten alle Palestijnse minderjarige gedetineerden onmiddellijk vrijlaten.’
De Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem bericht dat, volgens de laatst bekende cijfers, 151 Palestijnse minderjarigen door Israël worden gedetineerd. Mensenrechtenexperts van de Verenigde Naties hebben Israël al in april opgeroepen niet te discrimineren tussen Israëlische en Palestijnse gevangenen. Israël had in verband met COVID-19 kwetsbare Israëlische gevangenen vrijgelaten. Kwetsbare Palestijnse gevangenen (waaronder kinderen, vrouwen, ouderenen gevangenen met onderliggende kwalen) bleven echter gedetineerd.
Op 6 augustus hebben Israëlische bezettingstroepen watervoorraden voor irrigatie vernield in Al-Jiftlik, een dorp ten noorden van Jericho in de Jordaanvallei. De burgemeester van Al-Jiftlik, Ahmad Abu Ghanem, verklaarde dat de Israëlische autoriteiten drie vijvers met puin hebben gevuld en zo onbruikbaar hebben gemaakt. De vijvers werden gebruikt om 7 hectare aan landbouwgrond te irrigeren.
Diezelfde dag vielen illegale Israëlische kolonisten met steun van het Israëlische leger een groep Palestijnen aan die probeerden een waterbron in Deir Sharif, een dorp ten westen van Nablus, te beschermen. Kolonisten hadden een tent en een caravan opgezet bij de bron, wat vaak een opmaat is voor het overnemen van het land teneinde een illegale nederzetting uit te breiden.
Meer dan tienduizend demonstranten verzamelden zich afgelopen zaterdag bij de officiële residentie van de Israëlische premier Netanyahu. De demonstranten eisen dat hij wegens de tegen hem lopende corruptieaanklachten en een gebrekkige reactie op de coronavirus-crisis afstand doet van zijn premierschap. Nog eens duizenden andere demonstranten trokken de straat op in steden over het hele land. Het is inmiddels de vierde week dat massale demonstraties tegen de regering plaatsvinden. Netanyahu’s Likud-partij noemde de protesten zaterdag ‘linkse rellen’ en beschuldigde het Israëlische Channel 12 News ervan ‘alles te doen om de extreemlinkse demonstraties aan te moedigen.’ Twaalf demonstranten werden zaterdag gearresteerd. Vorige week raakten bij de protesten vijf demonstranten gewond nadat ze waren aangevallen, naar verluidt door extreemrechtse tegendemonstranten, onder meer met gebroken glazen flessen.
Tweede Kamerlid Tunahan Kuzu heeft namens DENK Kamervragen gesteld over het stopzetten van betalingen aan de Palestijnse Union of Agricultural Work Committees (UAWC). Reden voor de sanctie was dat Israël twee (inmiddels ontslagen) medewerkers van UAWC ervan verdenkt lid te zijn van het Popular Front for the Liberation of Palestine (PFLP) en in die hoedanigheid betrokken te zijn geweest bij een bomaanslag op 23 augustus 2019.
Door de betalingen aan UAWC stop te zetten straft Minister Kaag UAWC voor iets waar het niet direct bij betrokken is geweest. Op dit moment zijn de twee voormalig medewerkers van UAWC nog slechts verdacht van iets dat ze vanuit het lidmaatschap van een andere organisatie zouden hebben gedaan. Een rechtszaak is er nog niet geweest. Tevens is één van de verdachten zodanig gemarteld dat hij weken in het ziekenhuis heeft gelegen, tijdenlang buiten bewustzijn is geweest, ribben heeft gebroken en nierfalen heeft opgelopen. Blijkbaar accepteert Minister Kaag dergelijke ‘onderzoeksmethoden’.
The Rights Forum komt de komende dagen met een uitgebreid achtergrond verhaal over deze zaak. Daarnaast zijn wij uiteraard al enige tijd druk bezig met juristen, politici, mensenrechtenorganisaties en media om zorg te dragen voor een juiste beeldvorming en zorgvuldige (politieke en juridische) procedures.
Oxfam Novib, PAX, SOMO en The Rights Forum organiseren een webinar waarin de Israëlische mensenrechtenorganisatie Yesh Din hun recente legal opinion presenteert getiteld ‘De Israëlische bezetting en de misdaad van apartheid’. De voertaal van het webinar is Engels. Het webinar vindt plaats op dinsdag 11 augustus om 15.00 uur CET. De link om u aan te melden voor het webinar vindt u hier.