Met onder andere: spanningen lopen opnieuw op in Sheikh Jarrah na geweld van Israëlische politie en kolonisten, voormalige Israëlische procureur-generaal: ‘Israël is een apartheidsregime’, en Israëlische troepen schieten drie Palestijnen dood in Nablus.
Op zondagavond hebben de Israëlische politie en kolonisten herhaaldelijk gewelddadige aanvallen uitgevoerd op Palestijnen in de wijk Sheikh Jarrah in Oost-Jeruzalem. De inwoners van de wijk beschreven de situatie als een ‘oorlogsgebied’. Tenminste 31 mensen raakten gewond, onder wie hulpverleners en een journalist, nadat Israëlische troepen schokgranaten en met rubber beklede kogels op de Palestijnse menigte afvuurde. Twaalf Palestijnen werden gearresteerd.
Directe aanleiding voor de onrust is de dreigende uithuiszetting van de familie Salem. Een groep kolonisten, geleid door de extreemrechtse parlementariër Itamar Ben-Gvir, had zondagochtend een tent opgezet op het land naast het huis van de familie en daar een geïmproviseerd ‘kantoor’ ingericht. Het is niet voor het eerst dat Ben-Gvir deze provocerende stap zet. In mei, toen onrust over huisuitzettingen in Sheikh Jarrah escaleerde tot een oorlog tussen Israël en Hamas, opende hij ook al een tijdelijk kantoor in de wijk. Toenmalig premier Netanyahu wist hem er uiteindelijk van te overtuigen zich terug te trekken. Het is de vraag of de huidige premier Naftali Bennett dezelfde invloed over Ben-Gvir kan uitoefenen. De extreemrechtse parlementariër was vorige week ook betrokken bij een poging van kolonisten om een nieuwe kolonie op te zetten op grond van een Palestijns dorp in de Negev/Naqab-woestijn.
De kolonisten die Ben-Gvir vergezelden zongen racistische, islamofobe liederen, provoceerden leden van de familie Salem en vielen hen herhaaldelijk aan, onder andere met pepperspray. De 75-jarige Fatima Salem raakte daarbij gewond. Daarop verzamelde een groep Palestijnen zich in de wijk om steun te betuigen aan de Salems. Gedurende de avond braken er geregeld schermutselingen uit tussen de twee groepen. Israëlische troepen sloten vervolgens alle toegangswegen naar het huis.
Vanwege de parallellen met het conflict in mei vorig jaar wordt gevreesd dat de onrust van afgelopen weekend opnieuw zal leiden tot een uitbarsting van geweld. Op Twitter riep de delegatie van de Europese Unie in de Palestijnse gebieden daarom op tot het beëindigen van het kolonistengeweld en de provocaties tegen de Palestijnen in Sheikh Jarrah.
Israëlische troepen hebben op 13 februari een Palestijnse tiener doodgeschoten in Silat al-Harithiya, in de buurt van Jenin. De troepen waren in het dorp om het huis te slopen van een Palestijn die ervan wordt verdacht in december een Israëlische kolonist in de illegale nederzetting Homesh te hebben gedood. Toen het leger het dorp had betreden en alle toegangswegen had afgesloten, ontstond er een vuurgevecht met Palestijnse schutters. Bij dat vuurgevecht werd de 17-jarige Mohammed Akram Abu Salah in zijn hoofd geschoten. Volgens het Palestijnse persbureau Wafa zouden tenminste twintig andere Palestijnen gewond zijn geraakt. Mahmouod al-Saadi, de directeur van de ambulancediensten in Jenin, verklaarde dat het Israëlische leger de Palestijnse medische hulpdiensten had verboden het dorp te betreden om de gewonden te behandelen en naar het ziekenhuis te vervoeren.
Volgens de voormalige Israëlische procureur-generaal Michael Ben-Yair is Israël schuldig aan de misdaad van apartheid. In een opiniestuk in de Ierse krant The Journal schrijft Ben-Yair dat hij het eens is met de conclusies van het onlangs verschenen rapport van Amnesty International. Daarin stelt de mensenrechtenorganisatie dat Israël zich ten aanzien van de Palestijnen schuldig maakt aan een systematische en geïnstitutionaliseerde onderdrukking die neerkomt op apartheid. ‘Het is met grote droefheid dat ook ik moet concluderen dat mijn land tot zulke politieke en morele diepten is gezonken dat het nu een apartheidsregime is,’ aldus Ben-Yair.
Ben-Yair erkent dat hij zelf ook heeft bijgedragen aan de handhaving en uitbreiding van het apartheidsregime. Hij schrijft dat Israëlische rechtbanken ‘discriminerende wetten’ handhaven om Palestijnen uit de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem te verdrijven, wat bijdraagt aan de ‘voortdurende overheersing over deze gebieden’. ‘Als procureur-generaal was ik degene die de onteigening van particulier Palestijns land goedkeurde om infrastructuur te bouwen die de uitbreiding van nederzettingen te verankeren.’
Net als Amnesty meent Ben-Yair dat de internationale gemeenschap de verantwoordelijkheid heeft deze realiteit te erkennen en Israël ter verantwoording te roepen: ‘De vertraging van de internationale gemeenschap bij het nemen van zinvolle stappen om Israël verantwoordelijk te houden voor het apartheidsregime dat het in stand houdt, is onaanvaardbaar.’
Israëlische troepen hebben tijdens een gerichte operatie op dinsdag 8 februari drie Palestijnen doodgeschoten in Nablus. Op klaarlichte dag waren de militairen Nablus binnengereden in burgervoertuigen met Palestijnse kentekens. In de wijk Makhfiya stapten ze uit, omsingelden ze het voertuig waar de drie Palestijnen in reden en vuurden ze ruim tachtig kogels op hen af. Nadat de militairen hadden gecontroleerd of de Palestijnen niet meer in leven waren, vertrokken zij weer.
De drie mannen waren lid van de Al-Aqsa Martelarenbrigades, de gewapende tak van Fatah. Volgens de Israëlische veiligheidsdiensten hadden zij de afgelopen weken verschillende malen Israëlische doelwitten onder vuur genomen.
Het Palestijnse ministerie van Buitenlandse Zaken beschreef het incident als een ‘field execution’ en beschuldigde Israël van ‘afschuwelijke wreedheid’. ‘Deze misdaad maakt deel uit van een reeks criminele executies die door de bezettingstroepen zijn uitgevoerd in overeenstemming met de instructies en richtlijnen van het politieke en militaire niveau,’ aldus het ministerie. De Al-Aqsa Martelarenbrigades zei in een verklaring dat het ‘bloed met bloed’ zal beantwoorden.
Op dinsdagavond, enkele uren na de schietpartij, verzamelden duizenden Palestijnen zich buiten het ziekenhuis waar de drie mannen naartoe waren gebracht, om deel te nemen aan de begrafenisstoet. Later op de avond braken protesten uit in verschillende steden en dorpen op de Westelijke Jordaanoever. In Jenin en Nablus zouden gewapende Palestijnse strijders bovendien schoten hebben afgevuurd op militaire controleposten. Daarbij zijn geen gewonden gevallen. Volgens de Palestijnse Rode Halve Maan vielen er wel Palestijnse gevonden als gevolg van het Israëlische optreden tegen de demonstraties.
Palestijnse gevangenenorganisaties hebben op 10 februari aangekondigd protestacties te gaan voeren tegen het beleid van de Israëlische gevangenisautoriteiten. De gevangenen weigeren hun cellen te verlaten voor dagelijkse controles en maken voorlopig geen gebruik van hun luchttijd. Ook hebben zij aangekondigd niet langer in groepsverband te coördineren met de gevangenisautoriteiten, wat betekent dat elke gevangene vrij is zelf actie te voeren op de manier die hij wil.
De gevangenen protesteren met name tegen de verkorting van de tijd die hen is toegestaan buiten door te brengen. Daarnaast mogen er minder gevangenen tegelijkertijd buiten zijn. Volgens de gevangenenorganisaties maken de nieuwe regels inbreuk op de zwaarbevochten rechten die de gevangenen door middel van vreedzame protesten, waaronder talloze hongerstakingen, hebben verkregen.
Volgens Qadri Abu Bakr, het hoofd van de gevangenencommissie van de Palestijnse Autoriteit, zijn de recente Israëlische maatregelen onderdeel van een almaar strenger Israëlisch gevangenisbeleid. In een verklaring zei Abu Bakr dat de ontsnapping van zes Palestijnen uit de zwaarbeveiligde Gilboa-gevangenis in Israël in september vorig jaar er toe heeft geleid dat de Israëlische autoriteiten hun ‘repressieve beleid’ hebben opgevoerd. De maatregelen zouden een vorm van collectieve bestraffing zijn, waar alle Palestijnse gevangenen het slachtoffer van zijn.
Een groep academici en studenten verzocht The Rights Forum in december een door hen opgesteld Wob-verzoek in te dienen bij Nederlandse universiteiten. In het verzoek worden universiteiten om informatie gevraagd over hun organisatorische banden met Israëlische academische instellingen en bedrijven, alsmede met organisaties in Nederland en daarbuiten die bekendstaan om hun actieve en onvoorwaardelijke steun aan Israëls overheersing van de Palestijnen of daarbij een rol spelen.
De academici en studenten vreesden schadelijke gevolgen voor hun carrières als zij het Wob-verzoek zelf zouden indienen. Universiteiten zijn geen veilige omgeving voor medewerkers en studenten die Israël-kritische activiteiten ontplooien, vertelden zij. Vaak leiden die tot protesten en campagnes van pro-Israëlische organisaties die open debat over Israël-kritische thema’s proberen te voorkomen, gewoonlijk door de betrokkenen van antisemitisme te betichten.
Deze week werd in volle omvang duidelijk hoe gerechtvaardigd hun vrees was. Ons Wob-verzoek werd door een medewerker van een van de universiteiten gelekt naar pro-Israëlische organisaties en de Telegraaf. Binnen de kortste keren kwam een lastercampagne op gang waarin The Rights Forum in alle toonaarden van antisemitisme wordt beschuldigd.
Lees hier het hele artikel over de achtergrond van het Wob-verzoek en de lastercampagne tegen The Rights Forum die het verzoek teweeg bracht.
De Israëlische gemeente Jeruzalem heeft bijna een miljard sjekel, omgerekend ruim €270 miljoen, toegewezen aan de ontwikkeling van infrastructuur om de illegale kolonies in bezet Oost-Jeruzalem met het Israëlische gedeelte van de stad te verbinden. Als de plannen daadwerkelijk worden uitgevoerd, neemt de Israëlische controle over het Palestijnse gedeelte van de stad op dramatische wijze toe.
De plannen omvatten onder meer de uitbreiding van een tramlijn in West-Jeruzalem naar kolonies in bezet Oost-Jeruzalem en het verbinden van de kolonie Gilo aan een snelweg tussen Jeruzalem en Tel Aviv. Ook moet de Hebreeuwse Universiteit, gelegen in Oost-Jeruzalem, middels een autoweg en spoorbaan een directe verbinding krijgen met de wijk Givat Ram in West-Jeruzalem. Dat de Palestijnen zoals gebruikelijk het kind van de rekening worden blijkt onder andere uit het plan om een weg aan te leggen die het voor kolonisten makkelijker moet maken om naar de kolonies Pisgat Zeev en Neve Yaakov in bezet Oost-Jeruzalem te reizen. Volgens de plannen zal deze weg de Palestijnse wijk Beit Hanina doorkruisen.
De Palestijns-Nederlandse Ismail Ziada gaat bij de Hoge Raad in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag dat twee Israëlische oud-generaals, onder wie de huidige minister van Defensie Benny Gantz, niet kunnen worden vervolgd voor het bombarderen van het huis van zijn familie in Gaza in 2014. Bij het bombardement kwamen zijn moeder, drie broers, een schoonzus, een jong neefje en een vriend om het leven.
Op 7 december 2021 oordeelde het Gerechtshof dat de twee oud-generaals beschikken over immuniteit vanwege hun functies in het Israëlische leger. Aangezien de acties werden uitgevoerd in overeenstemming met hun officiële taken kunnen de generaals niet worden vervolgd voor Nederlandse rechtbanken, zo luidde het oordeel. Tegen die uitspraak gaat Ziada nu in beroep bij de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland in civiele zaken, strafzaken en belastingzaken.
Het Israëlische parlement heeft op 7 februari in een eerste van drie stemrondes een wetsvoorstel goedgekeurd dat het onmogelijk maakt voor Palestijnen die getrouwd zijn met Israëlische burgers om een Israëlische verblijfsvergunning te krijgen.
Het wetsvoorstel werd aangenomen met 44 stemmen voor. Meretz en de Verenigde Arabische Lijst, die fel tegen het wetsvoorstel gekant zijn, verlieten uit protest het parlement in plaats van tegen het wetsvoorstel te stemmen. Beide partijen maken deel uit van de regeringscoalitie, en zetten met hun oppositie de verhoudingen in de coalitie op scherp. Meretz-voorzitter Nitzan Horowitz schreef naar aanleiding van de stemming dat het wetsvoorstel ‘racistisch en discriminerend is en dat er geen plaats voor is in een democratische staat.’
Minister van Justitie Gideon Sa’ar verdedigde het wetsvoorstel door te stellen dat ‘[de Israëlische geheime dienst] ons heeft gewaarschuwd dat we een bloedige prijs betalen voor terroristische aanslagen die zijn uitgevoerd door Palestijnen die Israël zijn binnengekomen via gezinshereniging.’ Twee dagen na de eerste stemronde gaf minister van Binnenlandse Zaken Ayelet Shaked echter toe dat het wetsvoorstel niet alleen gebaseerd is op zorgen over binnenlandse veiligheid. In een interview met de Israëlische krant Yedioth Ahronoth zei zij: ‘we hoeven geen blad voor de mond te nemen, de wet heeft ook demografische redenen.’ ‘De wet wil de motivatie voor immigratie naar Israël verminderen,’ en is bedoeld om een ‘sluipend recht op terugkeer’ te voorkomen, aldus Shaked.