Catalaans parlement oordeelt dat Israël schuldig is aan misdaad van apartheid – Israëlische rechtbank acht hulpverlener Gaza op basis van ‘geheim bewijs’ schuldig aan financiering terrorisme – nieuw rapport: 80% van kinderen in Gaza kampt met depressie na 15 jaar blokkade – en meer
Het regionale parlement van Catalonië heeft op 16 juni een resolutie aangenomen die stelt dat Israël schuldig is aan de misdaad van apartheid tegen het Palestijnse volk. Het is voor het eerst dat een Europees parlement tot deze stap overgaat.
In de resolutie worden de semi-autonome regering van Catalonië en de centrale Spaanse regering opgeroepen om Israël verantwoordelijk te houden voor zijn schendingen van het internationaal recht. De aanbevelingen van Human Rights Watch en Amnesty International moeten daarbij leidend zijn. De twee toonaangevende mensenrechtenorganisaties publiceerden in april 2021 en februari 2022 rapporten waarin zij de conclusie trokken dat Israël een apartheidsregime handhaaft in de bezette Palestijnse gebieden. Een groot aantal Palestijnse en Israëlische mensenrechtenorganisaties ging hen daarin al voor.
Amnesty en Human Rights Watch pleiten in hun rapporten voor het instellen van gerichte sancties, waaronder het bevriezen van tegoeden van Israëli’s die direct betrokken zijn bij de bezetting van de Palestijnse gebieden en het apartheidsregime op de Westoever. Daarnaast zou een alomvattend wapenembargo tegen Israël ingevoerd moeten worden.
Een Israëlische rechtbank heeft Mohammed El-Halabi, een hulpverlener uit Gaza, schuldig bevonden van het doorsluizen van geld naar Hamas. Het proces en het vonnis worden wereldwijd bekritiseerd, met name vanwege een gebrek aan geloofwaardig bewijs.
El-Halabi werd in 2016 door de Israëlische veiligheidsdienst Shin Bet gearresteerd. Het toenmalige hoofd van het Gazaanse kantoor van de Amerikaanse liefdadigheidsinstelling World Vision werd ervan beschuldigd tientallen miljoenen dollars die voor hulpprojecten waren bestemd aan Hamas te hebben overgemaakt.
El-Halabi en zijn voormalige werkgever hebben altijd alle beschuldigingen ontkend. Volgens World Vision is het vermeende verduisterde bedrag van $50 miljoen ruim twee keer zo groot als het gehele operationele budget van het kantoor in Gaza in de tien jaar voor El-Halabi’s arrestatie. Het doorsluizen van dergelijk grote bedragen zou daarom überhaupt niet mogelijk zijn geweest, zo luidt het argument van de organisatie.
Daarnaast wijst onafhankelijk onderzoek van accountantskantoor Deloitte en DLA Piper, een gerenommeerd internationaal advocatenkantoor, uit dat er geen bewijs is voor het vermeende misbruik van fondsen. Sterker, uit het onderzoek blijkt dat El-Halabi zich actief had ingezet om te voorkomen dat geld in de handen van Hamas zou vallen. Ook Australië, dat één van de grootste donoren is van World Vision en een onderzoek startte na de arrestatie van El-Halabi, concludeerde dat er geen geld was gestolen. Al jarenlang roepen internationale mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch daarom op tot de vrijlating van El-Halabi.
Desondanks bevond een Israëlische rechtbank El-Halabi op 15 juni schuldig aan alle aanklachten tegen hem, op één na, waaronder lidmaatschap van een terroristische organisatie, het financieren van terroristische activiteiten, het ‘doorgegeven informatie aan de vijand’ en wapenbezit.
De Israëlische zaak steunt zwaar op een bekentenis die El-Halabi in de gevangenis gaf aan een Israëlische undercoveragent die zich voordeed als lid van Hamas. Volgens El-Halabi was hij voorafgaand aan het gesprek door de Israëlische politie mishandeld en wist dat hij met een mol sprak, en bekende hij daarom dingen die hij niet gedaan had. Het overige door de Israëlische aanklagers aangedragen bewijsmateriaal is gedurende het jarenlange proces vanwege ‘veiligheidszorgen’ grotendeels geheim gehouden. Nog altijd is het niet duidelijk over wat voor materiaal het gaat. Met de beschuldigingen van El-Halabi dat hij tijdens zijn detentie ‘fysiek en emotioneel gemarteld is’ hebben de autoriteiten nooit iets gedaan.
Omar Shakir, de directeur van Human Rights Watch voor Israël/Palestina, noemt het oordeel op Twitter een ‘gerechtelijke dwaling’. Dat El-Halabi zes jaar lang is vastgehouden op basis van geheim bewijs is volgens Shakir een aanfluiting voor het recht op een eerlijk proces. Amnesty International veroordeelt het vonnis in vergelijkbare termen. Net als de VN roepen zij op tot de onmiddellijke vrijlating van de Palestijn.
De strafmaat wordt in de komende weken verwacht. World Vision heeft al aangegeven dat El-Halabi in beroep zal gaan tegen de uitspraak.
Vier op de vijf kinderen in de Gazastrook lijden aan depressie, verdriet en angst. Dat blijkt uit een nieuw rapport van Save the Children, getiteld ‘Trapped: The impact of 15 years of blockade on the mental health of Gaza’s children’. De voornaamste oorzaak is de Israëlische blokkade van de Gazastrook, die deze maand vijftien jaar geleden begon.
Zo’n 47 procent van de twee miljoen inwoners van Gaza bestaat uit kinderen. Ongeveer 800.000 van hen zijn geboren na de start van de Israëlische blokkade in 2007. Sindsdien zijn zij getroffen door wat het rapport zes levensbedreigende situaties noemt: vijf periodes van hevig geweld en de COVID-19-pandemie.
Voor het rapport interviewde Save the Children 488 kinderen en 168 ouders en verzorgers in de Gazastrook. Het rapport dient als vervolg op een vergelijkbaar onderzoek dat de organisatie in 2018 uitvoerde. Uit het rapport blijkt dat het mentale welzijn van kinderen, jongeren en hun verzorgers sindsdien dramatisch is verslechterd. In vier jaar tijd is het percentage van de kinderen dat emotionele problemen rapporteert sterk toegenomen.
Het rapport toont aan dat er een significante toename is van het aantal kinderen dat aangeeft zich angstig te voelen (84 procent vergeleken met 50 procent in 2018), nerveus te zijn (80 procent vergeleken met 55 procent), met gevoelens van verdriet of depressie te kampen (77 procent vergeleken met 62 procent), en rouw te voelen (78 procent vergeleken met 55 procent). Daarnaast meldt Save the Children dat meer dan de helft van kinderen in Gaza aan zelfmoord heeft gedacht, en drie op de vijf aan een vorm van zelfverwonding heeft gedaan.
Volgens de zorgverleners die in het rapport zijn geïnterviewd, heeft 79 procent van de kinderen in Gaza de afgelopen jaren last gehad van bedplassen. Een ruime meerderheid van hen gaf daarnaast aan dat het aantal kinderen met spraak-, taal- en communicatieproblemen is toegenomen. Een van die problemen is tijdelijke stomheid, wat volgens het rapport vaak een gevolg is van trauma of misbruik.
‘Het fysieke bewijs van hun angst – bedplassen, verlies van het vermogen om te spreken of om basistaken uit te voeren – is schokkend en zou moeten dienen als een wake-up call voor de internationale gemeenschap’, zegt Jason Lee, Country Director voor Save the Children in de bezette Palestijnse gebieden. De organisatie roept de Israëlische regering op om onmiddellijk stappen te ondernemen om de blokkade van de Gazastrook op te heffen en een einde te maken aan de aanhoudende bezetting.
Honderden Israëli’s hebben op 18 juni deelgenomen aan een protestmars in Tel Aviv tegen de 55 jaar durende bezetting van de Palestijnse gebieden. De deelnemers eisten een einde aan apartheid en onderdrukking, en riepen onder meer op tot de opheffing van de blokkade van Gaza en het stoppen van de kolonisering van Palestijns gebied.
De demonstratie verliep niet zonder incidenten. Op een plein in het centrum van de stad reed een Israëliër met een scooter op de demonstranten in. Twee vrouwen raakten daarbij lichtgewond, de bestuurder werd gearresteerd en na verhoor onder voorwaarden vrijgelaten. Twee Palestijns-Israëlische parlementariërs die bij de demonstratie aanwezig waren bestempelden het incident als een opzettelijke aanval, ingegeven door de recente ophitsing tegen het vertonen van Palestijnse vlaggen in Israël en tegen Palestijnen in het algemeen. Volgens ooggetuigen schold de bestuurder van de scooter de demonstranten uit voor hij op hen inreed.
Bij een operatie van het Israëlische leger in de stad Jenin op de bezette Westelijke Jordaanoever zijn op 17 juni drie Palestijnse mannen om het leven gekomen. In de vroege ochtend viel een groot aantal Israëlische militaire het oostelijke deel van de stad binnen, waarna een vuurgevecht uitbrak met gewapende Palestijnse strijders. Toen de Palestijnse strijders zich terugtrokken uit het gebied kwam de auto met de drie mannen vast te zitten. Vervolgens omsingelden Israëlische militairen het voertuig en schoten zij de drie Palestijnen dood. Nog eens acht Palestijnen raakten gewond bij de operatie. In de auto werden wapens en munitie gevonden.
Na een reeks terroristische aanslagen in Israël de afgelopen maanden, waarbij 19 Israëli’s werden gedood, voert het Israëlische leger bijna dagelijks militaire operaties uit op de bezette Westoever. Volgens het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid zijn bij de operaties, die grotendeels gericht zijn op Jenin en nabijgelegen dorpen, tot nu toe meer dan dertig Palestijnen omgekomen. In totaal hebben Israëlische troepen dit jaar tenminste 58 Palestijnen doodgeschoten. Het meest recente slachtoffer was de 53-jarige Nabil Ahmad Ghanem. Hij was op weg naar zijn werk in Israël toen hij bij het grenshek in de buurt van Qalqilya door Israëlische militairen werd doodgeschoten.
Het Israëlische leger heeft aangekondigd dat het vanaf maandag 20 juni militaire oefeningen zal gaan houden in Masafir Yatta, een cluster van Palestijnse dorpen in het zuiden van de door Israël bezette Palestijnse Westoever. Vorige maand besloot het Israëlische Hooggerechtshof dat acht Palestijnse dorpen in het gebied mogen worden afgebroken en hun meer dan duizend inwoners gedeporteerd.
De militaire oefeningen, die naar verwachting een maand zullen duren en trainingen met scherpe munitie omvatten, zullen plaatsvinden in de buurt van zeven dorpen. De Palestijnen die in het gebied wonen zijn echter niet op de hoogte gebracht van de exacte locatie of het tijdstip van de oefeningen.
Volgens de Palestijnen die in het gebied wonen zijn de oefeningen met scherpe munitie een afschrikkingstactiek, bedoeld om hun deportatie te vergemakkelijken. ‘Dit zal niet de enige militaire training zijn, ze zullen het constant doen en van de ene locatie naar de andere gaan’, aldus de Palestijnse activist Jamal Juma. ‘Volgens [het leger] is dit een slimme manier [om de Palestijnen te verdrijven], in plaats van deze mensen in vrachtwagens te laden en ze het gebied uit te gooien.’
Vandaag, 20 juni, is het Wereldvluchtelingendag. De door de Verenigde Naties uitgeroepen dag staat dit jaar in het teken van een treurig dieptepunt: voor het eerst in de geschiedenis is het aantal mensen dat gedwongen is te vluchten voor conflicten, geweld, mensenrechtenschendingen en vervolging boven de 100 miljoen uitgekomen.
Wereldwijd zijn er zo’n 5,7 miljoen Palestijnse vluchtelingen. Een derde van hen woont verspreid over 58 erkende vluchtelingenkampen in Jordanië, Libanon, Syrië, Gaza en de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem. De overige twee derde woont in en rondom de steden en dorpen van de gastlanden, en op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook, vaak in de omgeving van officiële kampen. Onder hen zijn Palestijnen die in 1948 het geweld ontvluchtten dat gepaard ging met de oprichting van de staat Israël, en hun miljoenen nakomelingen. De sociaaleconomische omstandigheden in de kampen zijn over het algemeen slecht, met een hoge bevolkingsdichtheid, krappe leefomstandigheden en ontoereikende basisinfrastructuur zoals wegen en riolen.
De UNRWA, het VN-Agentschap dat zorg draagt voor de Palestijnse vluchtelingen, kampt met structurele financiële tekorten. Op 16 juni waarschuwde Philippe Lazzarini, de commisaris-generaal van de UNRWA, opnieuw dat het agentschap ‘geconfronteerd wordt met een grote financiële crisis die ons vermogen om het hoofd te bieden aan de Palestijnse vluchtelingencrisis vermindert’. Op korte termijn is tenminste $100 miljoen nodig om hulp te kunnen blijven bieden aan de miljoenen Palestijnse vluchtelingen.