Massale ‘vlaggenparade’ gepaard met geweld en racistische leuzen – CNN: Shireen Abu Akleh opzettelijk aangevallen – Peace Now organiseert unieke actie tegen illegale buitenpost – en meer
Afgelopen zondag vond in Oost-Jeruzalem de jaarlijkse ‘vlaggenparade’ plaats, waarmee Israël de bezetting van het Palestijnse stadsdeel in 1967 viert. Ruim vijftigduizend – sommige bronnen spreken van zeventigduizend – extremistische Israëli’s, onder wie opvallend veel jongeren, namen dit jaar deel aan de mars. Dat aantal is aanzienlijk groter dan de verwachte 16 duizend deelnemers, en een tienvoud van het aantal deelnemers van vorig jaar.
De naam ‘vlaggenparade’ verdoezelt de ware aard van de mars. In werkelijkheid betreft het een publieke demonstratie van haat jegens de lokale Palestijnse bevolking, gekenmerkt door racistische en anti-Arabische leuzen. Het massaal gescandeerde ‘Dood aan de Arabieren!’ vulde net als vorig jaar de straten van Jeruzalem, evenals ‘Moge je dorp afbranden’, ‘Mohammed is dood’ en ‘[Het vluchtelingenkamp] Shuafat staat in brand’. Tot de leuzen behoorde ook ‘Shireen is dood’ – een verwijzing naar de recente moord op de prominente Palestijns-Amerikaanse journaliste Shireen Abu Akleh door Israëlische troepen.
Ruim voor aanvang van de mars zette een grote groep Israëlische kolonisten de toon voor het verdere verloop van de dag. Begeleid door zwaarbewapende Israëlische troepen trokken circa 2.600 Joodse Israëli’s – een absoluut record – naar de Haram al-Sharif (Tempelberg) waarop de voor moslims heilige Al-Aqsa-moskee staat. Op Twitter gepubliceerde video’s tonen hoe daar in strijd met de internationale afspraken Israëlische vlaggen werden rondgedragen en Joodse gebedsrituelen plaatsvonden terwijl Palestijnen en journalisten de toegang werd ontzegd. Eén van de Joodse groepen werd aangevoerd door de extremistische Israëlische parlementariër en kolonist Itamar Ben-Gvir.
De mars zelf ging dit jaar gepaard met grootschalig geweld tegen de onder Israëlische bezetting levende Palestijnse bevolking. Palestijnse inwoners van Oost-Jeruzalem werden door de Israëlische politie – aanwezig met drieduizend agenten – bestookt met rubberen kogels, door kolonisten in elkaar geslagen, en met pepperspray bespoten. Volgens de Palestijnse Rode Halve Maan raakten tenminste 79 Palestijnen gewond, van wie er 28 in het ziekenhuis moesten worden behandeld.
Op sociale media werden volop voorbeelden gedeeld van het Israëlische geweld. Op video is onder meer te zien hoe een Israëli een oudere Palestijnse vrouw een harde trap geeft, waarna een ander pepperspray in haar gezicht spuit. Toen zij vervolgens werd geëvacueerd, werden de hulpverleners opnieuw met pepperspray bespoten en richtte een Israëlische kolonist een pistool op de menigte.
De politie beschermde de Palestijnen niet, maar nam ook zelf deel aan het geweld. Op sociale media werden talloze beelden gedeeld van agenten die op Palestijnen inslaan en hen arresteren. Zo werd onder andere vastgelegd hoe politieagenten een jonge Palestijnse vrouw in elkaar slaan en geboeid afvoeren. In totaal arresteerden Israëlische troepen zo’n zestig mensen, in overgrote meerderheid Palestijnen.
Aan het eind van de mars richtten tientallen deelnemers hun agressie op huizen en auto’s in Sheikh Jarrah, de Palestijnse wijk van Oost-Jeruzalem die al jaren blootstaat aan intimidatie en geweld van Israëlische kolonisten en aan pogingen van kolonistenorganisaties om de wijk over te nemen en de rechtmatige bewoners te verdrijven.
Elders op de Westelijke Jordaanoever vonden protesten plaats tegen de Israëlische misdragingen in Jeruzalem, waarop door Israëlische troepen met geweld werd gereageerd. Daarbij vielen 163 Palestijnse gewonden, van wie twintig door scherpe munitie. Later op de avond werden aanvallen gemeld door Israëlische kolonisten. Zo werden huizen in het Palestijnse dorp Burin bestookt met molotov-cocktails, vermoedelijk door kolonisten uit de beruchte nederzetting Yitzhar.
De mars is niet alleen een toonbeeld van racisme en haat tegen de Palestijnse bevolking, maar ook een schrijnend voorbeeld van de dubbele standaard die Israël hanteert ten opzichte van de Joodse bevolking en de onder bezetting levende Palestijnen. Terwijl de autoriteiten toestonden dat de straten van Palestijns Oost-Jeruzalem en zelfs de Al-Aqsa-moskee werden overspoeld door duizenden Israëlische vlaggen, werden Palestijnse vlaggen in beslag genomen.
Recent werd zelfs een offensief ingezet om Palestijnse vlaggen uit het straatbeeld te verwijderen. Een week geleden beschreven wij hoe Israëlische militairen en kolonisten Palestijnse vlaggen neerhaalden in het op de Westoever gelegen Hawara. Ruim een week eerder werden vlaggen in beslag genomen rond de begrafenis van Shireen Abu Akleh, waarbij zelf de rouwstoet werd aangevallen. In Beersheva werden Palestijnse studenten aangevallen omdat zij Palestijnse vlaggen vertoonden bij een herdenking in het kader van Nakba-dag.
Het strenge optreden tijdens de vlaggenmars van zondag wist een Palestijn er echter niet van te weerhouden een vlag aan een drone te binden en daarmee over de mars te vliegen. Na een achtervolging slaagden Israëlische troepen er uiteindelijk in de drone naar beneden te halen.
Het is een treurig patroon: week na week zien wij ons genoodzaakt verslag te doen van Israëlische militaire operaties waarbij vaak jonge Palestijnen om het leven komen. Afgelopen week schoten Israëlische troepen opnieuw twee minderjarige Palestijnse jongens dood.
Een van hen was de 16-jarige Gaith Yamin. Op 25 mei bezocht een groep kolonisten het Graf van Jozef, een voor moslims en joden heilig monument in het Palestijnse dorp Balata, in de buurt van Nablus. Zij werden daarbij vergezeld door het leger. Toen de Palestijnse inwoners van het gebied zich verzetten tegen de kolonisten, vuurde het leger scherpe munitie, met rubber beklede kogels en traangas op hen af. Eén van die kogels raakte Gaith in het hoofd. Tenminste tachtig andere Palestijnen raakten gewond.
De moord op Gaith komt te midden van een golf van kolonistengeweld tegen Palestijnen in Nablus en de gebieden daaromheen. De avond voor zijn dood voerden kolonisten verschillende aanvallen uit op Palestijnse burgers en hun eigendommen in Hawara, Burqa, Urif en Burin. Daarbij vielen minstens zes gewonden en werd grote schade toegebracht aan Palestijnse huizen en voertuigen. Vorig jaar registreerde het VN-Agentschap voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken in de bezette Gebieden (UN OCHA) bijna vijfhonderd gevallen van kolonistengeweld – het hoogste aantal ooit. Dit jaar vonden er vooralsnog 217 van dergelijke aanvallen plaats.
Twee dagen na de moord op Gaith maakte het Israëlische leger opnieuw een slachtoffer. In Al-Khader, ten zuiden van Bethlehem, schoten Israëlische troepen de 15-jarige Mohammed Ghonaim meerdere malen in zijn nek en rug. Hij overleed kort daarna in het ziekenhuis. Het leger was naar eigen zeggen in het gebied om een kruispunt in de buurt van de illegale nederzetting Efrat te beveiligen. Daar zouden confrontaties zijn uitgebroken met de plaatselijke Palestijnse bevolking. Volgens de familie van Mohammed was hij op weg naar het huis van zijn grootouders toen hij werd neergeschoten. Ooggetuigen verklaarden dat de jongen zich had proberen te verschuilen in een parkeergarage, en meerdere malen had geroepen niets met de confrontaties te maken hebben gehad, voordat hij in koelen bloede werd doodgeschoten. Mohammed was de vijftiende minderjarige Palestijn die dit jaar door het Israëlische leger is doodgeschoten.
De Amerikaanse nieuwszender CNN heeft op basis van eigen onderzoek geconcludeerd dat het aannemelijk is dat Israëlische militairen gericht hebben geschoten op Al-Jazeera-journalist Shireen Abu Akleh. De prominente Palestijns-Amerikaanse verslaggeefster kwam op 11 mei om het leven tijdens een Israëlische militaire operatie in de stad Jenin. Het onderzoek van CNN is gebaseerd op videobeelden, ooggetuigenverklaringen, forensisch bewijs en een geluidsanalyse van de geweerschoten. Samengenomen lijken deze materialen aan te tonen dat Abu Akleh ‘opzettelijk werd aangevallen met gerichte schoten, en niet het slachtoffer is van willekeurige of verdwaalde kogels’, aldus één van de specialisten die door CNN werden aangehaald. Tegelijkertijd benadrukt CNN dat het niet kan vaststellen of de soldaten Abu Akleh onder vuur namen met het doel om haar te doden.
Al-Jazeera heeft inmiddels bekendgemaakt dat het van plan is de moord op Abu Akleh door te verwijzen naar het Internationaal Strafhof in Den Haag. Het in Qatar gevestigde medianetwerk werkt met een groep internationale experts aan een dossier over de moord op Abu Akleh. Dit dossier zal worden opgenomen in een formele klacht die in april bij het Strafhof werd ingediend door de International Federation of Journalists, het Palestinian Journalists Syndicate and het International Centre of Justice for Palestinians. In de klacht stelt de coalitie dat Israëls ‘systematische aanvallen’ op Palestijnse journalisten en het niet onderzoeken van hun moorden neerkomt op oorlogsmisdaden. Al-Jazeera treedt daarmee ook in de voetsporen van de Palestijnse Autoriteit. Begin vorige week maakte het Palestijnse ministerie van Buitenlandse Zaken bekend dat het het Strafhof had verzocht een onderzoek te openen naar de dood van Abu Akleh.
De Israëlische anti-bezettingsorganisatie Peace Now heeft op 28 mei een unieke actie georganiseerd om te protesteren tegen het bestaan van Homesh, een illegale buitenpost op de bezette Westelijke Jordaanoever.
In 2005 werd Homesh ontruimd door het Israëlische leger. Sindsdien mogen Israëlische burgers zich er volgens de wet niet vertonen. Een Joodse school (‘yeshiva’) in de kolonie is desondanks nog altijd geopend. Hoewel het leger kolonisten verhindert er te wonen, maakt het feit dat de yeshiva nog altijd in gebruik is de plek tot een illegale ‘buitenpost’. Tegelijkertijd wordt Palestijnen de toegang tot hun land ontzegd of beperkt, en leven zij in constante angst voor kolonistenaanvallen.
Peace Now wilde met een bulldozer vanuit Israël naar Homesh rijden, gevolgd door een stoet activisten, om daar de buitenpost te slopen. Maar voordat zij de Westelijke Jordaanoever konden binnengaan arresteerde de Israëlische politie de bestuurders van de bulldozer. Toen de politie probeerde de bestuurders mee te nemen om hen op een politiebureau te ondervragen, probeerden activisten van Peace Now middels geweldloos protest de politieauto’s tegen te houden. Na een half uur slaagde de politie er in de arrestanten mee te nemen, waarna de demonstranten alsnog verder gingen om hun actie voort te zetten.
Hoewel Peace Now vanwege legerblokkades Homesh uiteindelijk niet wist te bereiken, beschrijft het de protestactie om een aantal redenen als een belangrijk moment. Ten eerste maakt de actie duidelijk dat een grote groep Israëli’s bereid is zich op een geweldloze manier te verzetten tegen de bezetting. Ten tweede werd de actie gesteund door de Palestijnse inwoners van Burqa, een nabijgelegen dorp. Zij organiseerden tegelijkertijd een eigen protest, en vormden op die manier een ‘moment van gezamenlijk verzet dat niet zal worden vergeten’. Tenslotte fungeert het initiatief van Peace Now als een moment van ‘rejuvenation en re-energizing’ van het vredeskamp in Israël. Daarmee heeft de organisatie laten zien ‘dat verandering het gevolg is van acties van mensen on the ground, en dat we niet hoeven te wachten totdat anderen stappen zetten naar een rechtvaardige vrede’.
Op 12 april heeft het hoofd van de Civil Administration, de tak van het Israëlische leger die de bezette Palestijnse gebieden bestuurt, een bevel ondertekend waarmee een gebied van ruim twintig vierkante kilometer wordt uitgeroepen tot ‘natuurreservaat’. Het gebied ligt ten zuiden van Jericho, in de Jordaanvallei, en wordt het ‘Nachal Og natuurreservaat’ genoemd. Ruim een kwart ervan bestaat uit land dat privé-eigendom is van Palestijnen.
Voor hen betekent het besluit dat er naast de wettelijke beperkingen die aan Palestijnen in het C-gebied van de Westelijke Jordaanoever zijn opgelegd, bijvoorbeeld omtrent het bouwen van woningen, er aanvullende regels gaan gelden. Zo mogen zij geen gewassen planten of hun vee laten grazen, zonder dat zij daarvoor toestemming hebben van de Israëlische autoriteiten.
Volgens Peace Now is het besluit, dat onder andere door minister van Defensie Benny Gantz is goedgekeurd, geen kwestie van natuurbehoud, maar van landovername. ‘In de bezette gebieden zijn natuurreservaten een van de vele instrumenten die Israël gebruikt om Palestijnen hun land te ontnemen. De Israëlische regering verliest haar schaamte en […] begint de bezetting op alle mogelijke manieren te verdiepen. De bezetting is niet weg te wassen met groene kleuren; De bezetting blijft een zwarte vlek op de staat Israël en het is tijd om er een einde aan te maken.’