Met onder andere: Israël sloopt woning in Al-Walaja, nog eens vijftig woningen in gevaar; Gaza: demonstraties en tegengeweld; en familie roept VN en Britse politie op tot onderzoek naar dood Nizar Banat.
De Israëlische autoriteiten hebben op 25 augustus een woning in Al-Walaja gesloopt waarin twee Palestijnse families woonden. Een aantal maanden geleden ontvingen de families een slooporder onder het voorwendsel dat de woning zonder vergunning zou zijn gebouwd. Nadat een eerste juridische procedure om het besluit van de Israëlische autoriteiten aan te vechten twee weken geleden door de rechtbank in Jeruzalem werd afgewezen, wilden de families in beroep gaan. Voordat zij in staat waren dit te doen stonden de autoriteiten echter al op de stoep om het sloopbevel uit te voeren. De twee families, bestaande uit in totaal 14 personen, zijn als gevolg van de sloop dakloos geraakt.
Het huis staat in een deel van Al-Walaja dat in 1967 door Israël bij de gemeente Jeruzalem is gevoegd en is geannexeerd. Sinds 2016 zijn tegen de helft van de woningen in dit deel slooporders uitgevaardigd. Vijfentwintig daarvan zijn inmiddels uitgevoerd. Het dorp probeert langs juridische weg de grootschalige sloop en etnische zuivering van Al-Walaja een halt toe te roepen. De zaak ligt inmiddels bij het Hooggerechtshof, dat de sloop van 38 woningen (van het totaal van vijftig dat nog op de sloopnominatie staat) heeft bevroren. De kans is levensgroot dat het hof het bezwaar binnenkort afwijst.
Al-Walaja is een schoolvoorbeeld van hoe in Oost-Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever Palestijns land wordt overgenomen en Palestijnse woningen worden gesloopt, om plaats te maken voor woningen voor Israëlische kolonisten. Sinds de jaren tachtig is steeds meer land van het ‘Palestijnse’ deel van Al-Walaja geconfisqueerd ten behoeve van Israëlische kolonies (‘nederzettingen’).
Vervolgens raakte een deel van Al-Walaja ook nog bekneld tussen de Afscheidingsmuur en de Groene Lijn, de bestandslijn die als grens fungeerde tussen de Palestijnse gebieden en Israël voordat Israël in 1967 Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever bezette. Een schrijnend voorbeeld van deze beknelling is een enkel huis, dat nu door een elektronische metalen poort van de rest van het dorp is afgesloten; de familie heeft een afstandsbediening gekregen om het huis in en uit te kunnen en moet 48 uur van tevoren toestemming vragen als ze bezoek wil ontvangen.
Inmiddels is Al-Walaja ingesloten geraakt door uitdijende nederzettingen, de muur, bypass-wegen en een nieuw stadspark dat grotendeels op grond van het dorp is aangelegd en de beroemde bron Ayn al-Haniya heeft ‘ingelijfd’. Om het allemaal nog gekker te maken bouwde het Israëlische ministerie van Defensie in 2017 een drie kilometer lang hek rond het dorp, dat het scheidde van de (resterende) landbouwgrond.
Ook in de regio Al-Khalil/Hebron voerden de Israëlische autoriteiten op 25 augustus sloopwerkzaamheden uit. In het zuidelijke gedeelte van de stad sloopten de autoriteiten, onder begeleiding van het Israëlische leger en grenspolitie, een garage. Vervolgens trokken de bezettingstroepen naar Khalet al-Furn ten zuidoosten van Hebron, waar ze landbouwterrassen vernielden en enkele fruitbomen ontwortelden. Tenslotte werd in het dorp Za’atut een moskee in aanbouw afgebroken.
Bij een inval in het vluchtelingenkamp Balata op de Westelijke Jordaanoever op 24 augustus hebben Israëlische militairen een 16-jarige Palestijnse jongen doodgeschoten. De jongen, die door het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid is geïdentificeerd als Imad Khalid Salah Hashash, werd met scherpe munitie in zijn hoofd geraakt. In een verklaring zei het Israëlische leger dat het de nachtelijke inval in het vluchtelingenkamp had uitgevoerd om ‘een verdachte’ te arresteren. ‘Tijdens de missie werd er vanaf daken met scherpe munitie op troepen geschoten. De troepen schoten terug op de plek van waaruit er geschoten werd,’ aldus het leger. Vervolgens zouden er rellen zijn uitgebroken, waarbij bewoners van het vluchtelingenkamp stenen naar de bezettingstroepen gooiden. Het Israëlische leger beweert dat Hashash werd neergeschoten toen soldaten tijdens de inval een bewoner van het vluchtelingenkamp een ‘groot voorwerp’ zagen gooien. Khalid Ahmad, een neef van het slachtoffer, verklaarde tegenover persbureau AFP dat Hashash ‘net als iedereen naar buiten was gegaan om te zien wat er gebeurde toen hij schoten in het vluchtelingenkamp hoorde’.
De afgelopen week hebben Palestijnen in Gaza meermaals gedemonstreerd bij het grenshek met Israël. Na de demonstraties van zaterdag 21 augustus verzamelden Palestijnen zich op woensdag en zaterdag opnieuw om te protesteren tegen de aanhoudende blokkade van de kustenclave, en de humanitaire crisis die er het gevolg van is. Sinds de laatste opleving van het geweld in mei heeft Israël nog strengere beperkingen opgelegd aan goederen die Gaza binnenkomen. De wederopbouw van Gaza, dat in mei zware schade opliep als gevolg van Israëlische bombardementen, wordt daardoor onmogelijk gemaakt.
De demonstratie van afgelopen zaterdag vond plaats kort na het overlijden van de twaalfjarige Omar Abu Nil uit Gaza-stad, die een week eerder bij het grenshek met scherpe munitie in zijn hoofd werd geschoten. Naast Abu Nil raakten die dag een andere Palestijn en een lid van de Israëlische border police ernstig gewond. De Palestijn, Usama Duayj, is woensdag overleden en was volgens Hamas een lid van zijn gewapende vleugel. De Israëliër, Barel Shmueli, overleed deze maandag. Tijdens de demonstratie van afgelopen zaterdag raakten nog eens elf Palestijnen gewond. Drie van hen werden met scherpe munitie geraakt, maar verkeren niet in levensgevaar.
In de nacht van zaterdag op zondag voerde het Israëlische leger bombardementen uit op twee plekken in de belegerde Gazastrook. Volgens het Israëlische leger waren de bombardementen, die naar eigen zeggen Hamaslocaties troffen, een reactie op de demonstraties bij het grenshek en op brandende ballonnen die in Gaza werden opgelaten en twee branden veroorzaakten in de regio Eshkol in Israël. Een correspondent van het persbureau van de Palestijnse Autoriteit (PA) meldde dat straaljagers vier raketten afschoten op een locatie in Shuhada Street, ten zuiden van Gaza-stad. Daarnaast bombardeerden Israëlische gevechtsvliegtuigen landbouwgrond in de buurt van de stad Bayt Hanun in het noorden van Gaza. Voor zover bekend vielen er geen slachtoffers.
De familie van de Palestijnse activist Nizar Banat, die in juni in Palestijnse hechtenis om het leven kwam, heeft zich in zijn zoektocht naar gerechtigheid tot de Britse politie en de Verenigde Naties gewend. Banat was een vooraanstaand criticus van de Palestijnse Autoriteit (PA) en president Mahmoud Abbas, en stierf een uur nadat Palestijnse veiligheidstroepen zijn huis in de stad Hebron bestormden en hem meenamen.
De familie van Banat geeft aan geen vertrouwen te hebben in het vermogen van de PA om de dood van Banat naar behoren te onderzoeken. In een verklaring maakte Stoke White, het Britse advocatenkantoor dat de familie vertegenwoordigt, bekend dat het de Britse politie heeft gevraagd een onderzoek te starten onder het principe van universele jurisdictie. Daarnaast heeft Stoke White de Werkgroep voor Willekeurige Detenties van de VN en vier speciale rapporteurs verzocht een onderzoek te openen.
Ghasan Khalil Banat, de broer van de gedode PA-criticus, noemt de ‘moord’ op zijn broer een ‘tragedie voor onze familie, maar ook een tragedie voor het Palestijnse volk’. ‘Het zogenaamde onderzoek dat werd uitgevoerd naar zijn moord is een schande en de PA zou zich ervoor moeten schamen’, zei hij in een verklaring.
Volgens het hoofd van de afdeling internationaal recht bij Stoke White, Hakan Camuz, ligt ‘de verantwoordelijkheid voor de moord op Nizar Banat heel duidelijk bij de hogere leiding van de Palestijnse Autoriteit, waaronder president Mahmud Abbas en premier Muhammad Ishtiya (Shtayyeh). ‘Ze mogen hier niet mee wegkomen en daarom dienen we deze klachten en petities in bij de Britse politie en de VN,’ aldus Camuz.
Op 25 augustus werd in Ramallah opnieuw gedemonstreerd tegen het optreden van de PA rond de dood van Nizar Banat en de repressie van critici. In tegenstelling tot eerdere protesten lieten de veiligheidsdiensten van de PA de demonstratie ongemoeid.
Nieuwswebsite Middle East Monitor heeft een uitgebreid portret en interview met de Palestijns-Amerikaanse atleet Hanna Barakat gepubliceerd. Barakat was één van de vijf atleten die namens Palestina meededen aan de Olympische Spelen in Tokyo. De hardloopster nam deel aan de 100, 200 en 400 meter.
Hoewel ze in Los Angeles is geboren koos Barakat ervoor om voor Palestina uit te komen. Haar teamgenoten waren Muhammad, een gewichtheffer uit Gaza; Wisam, een judoka uit Jeruzalem; Daniya, een zwemster uit Bethlehem; en Yazan, een zwemmer uit Canada. ‘Samen vormden we een afspiegeling van de versplinterde maar verenigde realiteit van Palestijnen over de hele wereld. Het was buitengewoon om samengebracht te worden als één hechte groep met het unieke doel om Palestina te vertegenwoordigen, een land dat vecht voor zijn voortbestaan,’ aldus Barakat.
Het hele artikel is hier te lezen.